Ophangsysteem - Quickie Nitrum Notice D'utilisation

Ophangsysteem

WAARSCHUWING!
De ophanging aan de achterzijde kan de stabiliteit van de
rolstoel beïnvloeden. Wanneer u nog niet gewend bent aan het
nieuwe systeem, is het verstandig anti-kantelwielen te gebruiken
en/of een begeleider te vragen aanwezig te zijn, om ongelukken
te voorkomen.
1. Afstellen van de 4-Link achterophanging
a. om de ophanging strakker af te stellen, draait u de
veeraanpassing (E) met de klok mee (wanneer u van onderaf
de rolstoel omhoog naar het ophangingssysteem kijkt).
b. om de ophanging minder strak af te stellen, draait u de
veeraanpassing (E) tegen de klok in (wanneer u van onderaf
de rolstoel omhoog naar het ophangingssysteem kijkt).
2. Uitlijning van de verbindende ophangarmen
Verstel de ophangarmen (F) niet (Fig. 4.10). Deze zijn afgesteld
in de fabriek, om correcte en optimale prestaties van het
ophangingssysteem te garanderen.
(zie volgende pagina)
Instellen van de toe-in/toe-uit op nul (met gebruik van de
door de fabriek gemonteerde afsteller)
Draai de inbusschroeven (G) los (2 per zijde), waarmee
de asstang aan beide zijden is bevestigd. Kijk naar de bal in de
transparante afsteller in het midden van de asstang, en draai de
asstang (C) vervolgens tot de bal zich exact in het midden op
het laagste punt van de afsteller bevindt. Het spoor is nu op nul
ingesteld (Fig. 4.7, 4.10).
Controleer voor u de schroeven (G) weer vastdraait, of
de vlakke oppervlaktes van de camberadapter in de asstang
uitsteken aan de buitenzijde van de beugel van de asstang. Het
uiteinde van de cilindrische camberadapter moet gelijk zijn aan
het uiteinde van de asstang. Draai de schroeven weer aan naar
7 Nm.
Instellen van de toe-in/toe-uit op nul (met gebruik van een
90° instelmeter)
Zet de rolstoel (in zijn geheel) op een vlakke
horizontale tafel of grondoppervlak. Draai de inbusschroeven
(G) los (2 per zijde) waarmee de asstang aan beide zijden is
bevestigd.
Zet vervolgens de instelmeter met een hoek van exact 90° (bijv.
een blokhaak) op de vlakke oppervlaktes van de camberadapter
(D) (Fig. 4.8, Fig. 4.9). Draai vervolgens de asstang totdat de
oppervlaktes van de sleutel exact parallel zijn aan het bovenste
oppervlak van de instelmeter (Fig. 4.8.).
Controleer voor u de schroeven (G) weer vastdraait, of
de vlakke oppervlaktes van de camberadapter in de asstang
uitsteken aan de buitenzijde van de beugel van de asstang. Het
uiteinde van de cilindrische camberadapter moet gelijk zijn aan
het uiteinde van de asstang. Draai de schroeven weer aan naar
7 Nm.
64
OPGELET!
Wanneer u de 4-Link achter ophanging draait, wijzig dan één ding
tegelijk en schrijf iedere wijziging op. Dit kost even tijd, maar
hierdoor zult u beter begrijpen hoe iedere verandering van invloed
is op het rijgedrag van de rolstoel in verband met de
achterophanging.
LET OP– Het voelt alsof de onderste schokdemper los zit, maar
zo is deze ontworpen. Hierdoor functioneert de ophanging
optimaal.
OPGELET!
Maak nooit de schroefverbinding tussen de asbeugel en de
schokdemper los.
3. Onderhoud
De hieronder vermelde onderhoudsvereisten moeten worden
opgevolgd, evenals de instructies betreffende het algemene
onderhoud van de rolstoel, zoals vermeld in hoofdstuk 6.
a. breng geen smeermiddelen aan op de eindbussen van de
schokbrekers of op de veren.
b. u kunt een smeermiddel op de verbindingsstukken aanbrengen
nadat u deze met een mild reinigingsmiddel en zachte
borstel hebt schoongemaakt.
c. gebruik een zachte borstel om vuil en modder of stof van de
veren af te borstelen.
d. maak de 4-Link achterophanging nooit met een hogedrukspuit
schoon.
Fig. 4.7
C
BAL
Fig. 4.9
C
D
PARALLEL
Fig. 4.8
D
B
Fig. 4.10
F
E
H
I
G
Nitrum / Nitrum Hybrid Rev.B