Monacor Carpower Power-2/250 Notice D'utilisation page 13

Table des Matières

Publicité

5 Montage
Hou bij de keuze van de montageplaats in elk geval
rekening met de volgende punten:
De voedingsspanningskabel (12 V) van de batterij
naar de uitgangsversterker van de auto-installatie
moet zo kort mogelijk zijn. Het is voordeliger om
langere luidsprekerkabels te gebruiken en een
kortere voedingsspanningskabel.
Zorg er ook voor dat de massakabel van de uit-
gangsversterker naar het koetswerk zo kort mo-
gelijk is.
Zorg voor voldoende ventilatie om de hitte die in
de uitgangsversterker ontstaat, af te voeren.
Door de krachten die tijdens het remmen optre-
den, moet de uitgangsversterker op een mecha-
nisch stabiele plaats worden vastgeschroefd.
De zekeringen en de regelaar moeten makkelijk
toegankelijk zijn.
De uitgangsversterker moet elektrisch geïsoleerd
van het koetswerk worden gemonteerd.
Schroef de uitgangsversterker via de vier bevesti-
gingspunten van het koellichaam vast op een
geschikte plaats.
6 Uitgangsversterker aansluiten
De uitgangsversterker mag uitsluitend door ge-
kwalificeerd personeel op het elektrische circuit
van de auto worden aangesloten.
Om schade door eventuele kortsluiting tijdens de
installatie te vermijden, koppelt u de negatieve
klem best los van de autobatterij, alvorens de
aansluiting uit te voeren.
Breng de vereiste kabels zo aan, dat de isolatie
ervan niet kan worden beschadigd.
Op de figuren 3 – 5 op pagina 3 worden verschil-
lende aansluitmogelijkheden weergegeven.
sistema de 2 vías activo con dos altavoces de
medios-agudos y dos altavoces de bajos o un sub-
woofer con un amplificador de potencia adicional.
Para obtener una potencia de salida más alta, el
amplificador de potencia es capaz de controlar un
altavoz de 4 Ω en funcionamiento punteado.
5 Montaje
Cuando elija el lugar de montaje, tenga siempre en
cuenta los puntos siguientes en cualquier caso:
El cable de alimentación 12 V desde la batería
hasta el amplificador de potencia HiFi para coche
debería ser lo más corto posible. Es mejor usar
cables de altavoz más largos y un cable de ali-
mentación más corto en su lugar.
El cable de masa desde el amplificador de poten-
cia hasta el chasis del coche también debería ser
lo más corto posible.
Para evacuar el calor generado por el amplifica-
dor de potencia HiFi para coche debe asegurarse
una ventilación adecuada.
Como se producen fuerzas durante el frenado, el
amplificador de potencia debe estar fuertemente
atornillado a un lugar mecánicamente estable.
Los fusibles y los controles deben ser accesibles.
El amplificador de potencia debería estar mon-
tado eléctricamente aislado del chasis del coche.
Atornille fuertemente el amplificador mediante los
cuatro puntos de fijación en el disipador de calor en
un lugar adecuado.
6 Conexión del amplificador de potencia
La conexión del amplificador de potencia HiFi
para coche al sistema eléctrico del coche sólo
debe llevarla a cabo personal cualificado, espe-
cializado.
Para prevenir daños en caso de un posible corto-
circuito durante la instalación, antes de la cone-
6.1 Voedingsspanning
6.1.1 Werkspanning
Verbind de aansluiting "+12V" (11) via een hiervoor
geschikte kabel met de positieve klem van de auto-
batterij. Om het spanningsverlies zoveel mogelijk te
beperken, moet u een kabel met een doorsnede van
ten minste 10 mm
2
gebruiken, b.v. CPC-100/RT*.
Om de nieuw gelegde leiding van 12 V tegen een
kortsluiting te beveiligen, moet u een voorzekering
van 60 A in de onmiddellijke omgeving van de bat-
terij aanbrengen (max. kabellengte naar de batterij:
20 cm).
Voor de stabilisering van de bedrijfsspanning
naar de uitgangsversterker en de hiermee gepaard
gaande rendementsverhoging en klankverbetering
wordt een Power-condensator aanbevolen (b.v.
CAP-...*).
6.1.2 Massaklem
Verbind de massaklem GND (9) via een kabel met
een doorsnede van min. 10 mm
SW*) met de massa van de auto of, beter nog, recht-
streeks met de negatieve klem van de autobatterij.
Opmerkingen:
1. Bij gebruik van de carrosserie als massaklem
moet de gekozen plaats een goed elektrisch
contact met de hoofdcarrosserie bezitten (b.v. door
voldoende aantal laspunten). Eventuele lak op het
contactpunt moet volledig worden verwijderd.
2. Om aardlussen te vermijden, moet de massa van
de autoradio worden verbonden met hetzelfde
punt waarmee de uitgangsversterker met de
massa is verbonden.
6.1.3 Stuurspanning om in te schakelen
De uitgangsversterker van de auto-installatie wordt
door +12 V voedingsspanning op de aansluiting
REM (10) in- en uitgeschakeld. Verbind de aansluit-
ing REM met de 12 V-schakeluitgang van de autora-
xión es indispensable desenroscar el terminal
negativo de la batería del coche.
Extienda los cables necesarios de manera que su
aislamiento no pueda dañarse.
En las figuras 3 a 5 en la página 3 se muestran
varias posibilidades de conexión.
6.1 Alimentación
6.1.1 Voltaje operativo
Conecte el terminal "+12V" (11) mediante un cable
correspondiente al terminal positivo de la batería de
coche. Para mantener el voltaje perdido por el cable
lo más bajo posible, se recomienda usar una sección
transversal mínima de 10 mm
2
, p. ej. CPC-100/RT*.
Para proteger de un cortocircuito el cable de 12 V
recién puesto, inserte un fusible de 60 A adicional
muy cercano a la batería (longitud máx. del cable a
la batería 20 cm).
Para estabilizar el voltaje operativo para el ampli-
ficador de potencia y de este modo aumentar la
potencia resultante y mejorar el sonido, se reco-
mienda un capacitor de potencia (p. ej. CAP-...*).
6.1.2 Conexión de masa
Conecte el terminal de masa GND (9) mediante un
cable con una sección transversal mínima de
10 mm
2
(p. ej. CPC-100/SW*) a la masa del coche o
mejor directamente al terminal negativo de la
batería de coche.
Notas:
1. Cuando use el chasis como una conexión de
masa, el lugar usado debe tener un buen
contacto eléctrico con el chasis principal (p. ej.
mediante un número suficiente de puntos de
soldadura). Debe eliminarse completamente
cualquier lacado en el punto de contacto.
2. Para prevenir bucles de masa, la masa de la
radio del coche se debe aplicar en el lugar donde
dio (aansluiting voor een motorantenne, eventueel
met de motorantenne parallel schakelen).
6.2 Ingangen
Verbind de beide ingangen LINE IN (2) via cinch-
kabels met de betreffende lijnuitgangen van de
autoradio. Als de autoradio niet met lijnuitgangen is
uitgerust, kunnen de luidsprekeruitgangen van de
autoradio via een audiotransmissie-eenheid (b.v.
FGA-22HQ*) met de ingangen van de uitgangsver-
sterker worden verbonden.
Zet de schakelaar MODE (8) voor de 2-kanaals
werking in de stand "STEREO" of voor de brugwer-
king in de stand "MONO".
6.2.1 Brugwerking voor het linker of rechter
kanaal
Wenst u met de eindversterker in brugwerking een
luidspreker voor het rechter of het linker kanaal aan
te sturen, verbind dan een van de ingangsjacks
LINE IN (2) met de lijnuitgang van het rechter resp.
2
(b.v. CPC-100/
linker kanaal van de autoradio – zie ook figuur 4.
6.2.2 Brugwerking voor een subwoofer
Wenst u in brugwerking een monosubwoofer aan te
sturen, gebruik dan een van beide aansluitmogelijk-
heden:
1. Indien uw autoradio uitgerust is met uitgangen
voor een subwooferversterker, verbindt u deze
met de beide ingangsjacks LINE IN (2).
2. Bij autoradio's zonder subwooferuitgang sluit u
de lijnuitgangen voor het linker en rechter kanaal
aan op de beide ingangsjacks LINE IN zoals
weergegeven in figuur.
también está conectado a masa el amplificador
de potencia.
6.1.3 Voltaje de control para encendido
El amplificador de potencia HiFi para coche se
enciende y se apaga mediante un voltaje de control
de +12 V en el terminal REM (10). Conecte el termi-
nal REM a la salida de control 12 V de la radio del
coche (conexión para una antena de motor, si es
necesario, para ser conectada en paralelo a la
antena de motor).
6.2 Entradas
Conecte los dos jacks de entrada LINE IN (2) me-
diante cables con conectores RCA a las salidas de
línea correspondientes a la radio de coche. Si la
radio de coche no está equipada con salidas de
línea, las salidas de altavoz de la radio de coche se
pueden conectar mediante un transformador audio
(p. ej. FGA-22HQ*) a las entradas de línea del
amplificador de potencia.
Ajuste el interruptor MODE (8) para funcio-
namiento 2 canales en posición "STEREO" o para
funcionamiento punteado en posición "MONO".
6.2.1 Funcionamiento punteado para el canal
izquierdo o el canal derecho
Si el amplificador de potencia debe controlar un alta-
voz para el canal derecho o el canal izquierdo en fun-
cionamiento punteado, conecte uno de los dos jacks
de entrada LINE IN (2) a la salida de línea del canal
derecho en la radio de coche – vea también fig. 4.
6.2.2 Funcionamiento punteado para un sub-
woofer
Si un subwoofer mono se tiene que controlar en fun-
cionamiento punteado, use una de las dos posibili-
dades de conexión:
NL
B
* van CARPOWER
E
* de CARPOWER
13

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

14.2610

Table des Matières