NL
DSM 650‐RC / DSM 800‐RC
3 Bedrijf
Batterij vervangen
Als de batterijlaadtoestand‐weergave [26w] alleen
nog een donker veld
terijen van de afstandsbediening worden vervangen.
1.
Het batterijvak aan de zijkant [35, Fig. D] openen.
2.
Batterijen verwijderen en volgens de voor
schriften afvoeren.
3.
Nieuwe batterijen (type AA) inleggen.
Polen (+/‐) in acht nemen!
4.
Batterijvak‐deksel weer aanbrengen.
3.4.3 Machine op afstand besturen
De volgende nummers hebben betrekking op de
afstandsbediening [! Fig. D].
Het voor de machine verantwoordelijke be
dieningspersoneel moet ervoor zorgen, dat nie
mand tijdens bedrijf het gevarenbereik van de
machine kan betreden!
1.
De afstandsbediening inschakelen:
Afstandsbediening AAN/UIT
De schakelaar
[32, Fig. D] door linksom draaien ontgrendelen.
De afstandsbediening is ingeschakeld.
De draadloze verbinding met de machine wordt
opgebouwd. De ontvangststerkte [26u] en een
mogelijk draadloos kanaal [26v] worden als
voorstel weergegeven.
2.
Als de draadloze verbinding op het weerge
geven kanaal is gestoord:
—
Met de schakelaar [24] op
3.
Als het weergegeven draadloze kanaal moet
worden geselecteerd:
—
Met de schakelaar [24] op
opbouw
zetten
4.
Met de schakelaar [34] de gewenste werk
tuig‐draairichting selecteren.
←
—
L
Het drijfwerk draait linksom
tuig‐houders draaien rechtsom
→
—
R
Het drijfwerk draait rechtsom
tuig‐houders draaien linksom
Alle draairichtingsgegevens gelden voor het bo
venaanzicht op de machine.
weergeeft, moeten de bat
Menu
zetten
Verbindings
↶
, de werk
↷
.
↷
, de werk
↶
.
5.
Met de draaiknop [33} het gewenste werktuig
toerental instellen.
Het te slijpen oppervlak kan nu worden bewerkt.
Algemeen moet altijd eerst de slijpaandrijving en
daarna de rijaandrijving worden ingeschakeld
(uitschakelen in omgekeerde volgorde)!
6.
De slijpaandrijving inschakelen:
Slijpaandrijving
De schakelaar
ON
[25, Fig. D] op
schakelen.
7.
De slijpaandrijving is ingeschakeld en versnelt
tot het op de draaiknop [26y] ingestelde toe
rental werktuigtoerental.
8.
Indien nodig het toerental aan de slijpomstan
digheden aanpassen.
9.
Met de draaiknop [27] de gewenste maximale
rijsnelheid instellen.
10. Met de joystick [28] de rijrichting en de rijsnel
heid selecteren:
↰↑↱
↲↓↳
De rood gemarkeerde rijrichtingen kunnen alleen
worden geselecteerd, als de machine rijdt.
De machine rijdt in de gekozen richting.
De vloer wordt overeenkomstig de instellingen
geslepen.
3.4.4 Speciale functies
Rijautomaat
Om bij langer rijden de joystick niet continu te moeten
bedienen, kan de bedrijfsmodus
geselecteerd.
—
Als de machine rijdt:
Met de schakelaar [31}
lecteren en de joystick [28] loslaten.
De actuele rijrichting en rijsnelheid blijven au
tomatisch behouden.
Trimming
Met de draaiknop
rechtuit rijden worden gecorrigeerd.
—
Voor het beëindigen van de automaat:
De joystick [28] bedienen.
De rijautomaat is uitgeschakeld.
ON/OFF
●
Rijautomaat
worden
Rijautomaat
se
[29} kan het
53