IKA T 65 D ULTRA-TURRAX Mode D'emploi page 41

• Gebruik een veiligheidsuitschakelaar voor in
hoogte verstelbare statieven!
• Stel het statief vrij op, op een vlakke, stabiele,
schone, glijvaste, droge en vuurvaste onder-
grond.
• Controleer telkens voor het gebruik of het ap-
paraat en de accessoires niet beschadigd zijn.
Gebruik geen beschadigde onderdelen.
• Het apparaat is niet bedoeld voor handbedie-
ning.
• Zet het roervat goed vast. Let op een goede
stabiliteit.
• Zet het roervat zo vast dat het niet kan ver-
draaien.
• Glazen vaten dienen met een spanhouder tegen
meedraaien geborgd te worden. Als gewerkt
wordt in glazen houders, mag het dispergeer-
werktuig niet in aanraking komen met het glas.
• Neem de Gebruiksaanwijzingen van het disper-
geerwerktuig en de toebehoren in acht.
• Er mogen uitsluitend door IKA
dispergeerwerktuigen gebruikt worden!
• Let op het maximaal toegestane toerental van
het gebruikte dispergeerwerktuig. Stel in geen
geval hogere toerentallen in.
• Het apparaat laten draaien zonder dispergeer-
dertool is niet toegestaan.
• Gebruik het dispergeerwerktuig uitsluitend in
het roervat.
• Dispergeerwerktuigen nooit droog laten wer-
ken, omdat zonder koeling van de werktuigen
door het medium de afdichting en de lagering
kapot gaan.
• Tussen het medium en de dispergeeras kunnen
elektrostatische ontladingen plaatsvinden, die
direct gevaar veroorzaken. Het gebied tussen
het medium en de aandrijfas of tussen rotor
en stator kan zich in bepaalde omstandighe-
den elektrostatisch opladen, en een ontsteking
veroorzaken in een door verdamping van het
medium veroorzaakte explosieve omgeving.
Verder kan bij gevorderde verdamping van het
medium de glijringafdichting zo sterk verhit
raken, dat ontsteking of verbranding van het
medium het resultaat is. Om deze reden mo-
gen geen ontvlambare of brandbare materialen
worden bewerkt met het dispergeerapparaat.
• Een snelle temperatuurverandering van het me-
dium (schok!) kan de hardmetalen oppervlak-
ken vernielen.
• Controleer of de schroef van het handvat goed
vast zit en haal hem eventueel aan.
• Als de noodstopknop van het dispergeerap-
paraat tijdens het bedrijf niet bereikbaar is,
moet er een aanvullende, goed te bereiken
noodstopschakelaar in het werkgebied geïn-
stalleerd worden.
• Voor de inbedrijfstelling moet beslist worden
gelet op de draairichting van de motor (testbe-
drijf zonder dispergeerwerktuig: draairichting
van de motor overeenkomstig de pijl op de
motor, d.w.z. draairichting met de klok mee als
u van bovenaf op de motor kijkt). De onjuiste
draairichting kan ertoe leiden dat de rotor of
stator loslaat van de schacht.
• Als het apparaat met een 5-polige stekker op
verschillende plaatsen wordt gebruikt, moet de
draairichting voor de inbedrijfstelling worden
gecontroleerd zonder gemonteerd dispergeer-
werktuig.
• Stel voor de ingebruikname van het apparaat
het laagste toerental in, aangezien het apparaat
met het als laatste ingestelde toerental begint
te draaien. Verhoog het toerental langzaam.
• Verlaag het toerental als het medium door een
te hoog toerental uit de houder spat.
• Let voor het inschakelen op de minimale dom-
peldiepte van de dispergeerschacht in het me-
® goedgekeurde dium (zie de "Technische Gegevens"), om spat-
ten te vermijden.
• De afstand van het dispergeergereedschap tot
de bodem van het vat mag niet minder 30 mm
bedragen.
• Let erop dat het statief niet begint te lopen.
• Als u onbalans vaststelt, schakelt u het apparaat
onmiddellijk uit. Doe dit ook als u ongewoon
lawaai hoort om ongewenste trillingen van
het hele apparaat en de tool te voorkomen.
Vervang de tool als u onbalans of ongewoon
lawaai vaststelt. Als u na het vervangen geen
verbetering vaststelt, mag u het apparaat niet
meer gebruiken. In dit geval stuurt u het ap-
paraat naar de fabrikant of de verkoper om het
te laten repareren, samen met een uitvoerige
beschrijving van het defect.
• Raak de draaiende delen niet aan als het apparaat is
ingeschakeld!
• Tijdens het bedrijf kunnen het dispergeerwerk-
tuig en de lagers warm worden.
• Zorg ervoor dat de ontluchtingssleuven en de
koelribben op de motor, die bedoeld zijn om de
aandrijving af te koelen, niet worden afgedekt.
• Blijf bij het toevoegen van poeder uit de buurt
van de fl ens. Het poeder kan in de aandrijving
gezogen worden.
• Er kunnen slijtdeeltjes van het apparaat of van
roterende onderdelen in het medium terecht
komen.
• Verwerk ziekteverwekkende materialen uitslui-
tend in gesloten houders, onder een geschikte
afzuiging. Als u vragen heeft, gelieve contact
op te nemen met IKA
• Gebruik het apparaat niet in explosiegevaarlijke
omgevingen, met gevaarlijke stoffen of onder
water.
® .
41