Extern Droogelement; Stroombegrenzers; Opstarten; Algemeen - DRESSER Delta Serie Mode D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour Delta Serie:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 7
(Vervolg)schade ontstaan in het meetkamergedeelte/rotor
door externe vervuiling zoals, ijzerslijpsel, zand, restanten tef-
lontape, roestdeeltjes, metaalresten/bramen, inerte of chemi-
sche inhoudsstoffen van het te meten medium is in alle geval-
len van garantie uitgesloten .
Het wordt aanbevolen het filter te reinigen c . q . te vervangen
binnen 4 tot 8 weken nadat de meter in bedrijf is gesteld .

4.3 Extern droogelement

De meter kan uitgevoerd worden met een (opschroefbaar) ex-
tern vochtfilter voor installatie in de buitenlucht . Is dat het geval,
schroef de oude los en schroef de nieuwe op het telwerk .

4.4 Stroombegrenzers

Het gebruik van stroombegrenzers wordt aanbevolen om de
meter tegen overbelasting door te hoge flow of drukstoten te
beschermen .

5 Opstarten

5.1 Algemeen

De opstartprocedure is altijd afhankelijk van de configuratie van
de installatie .
Alvorens de gasmeter onder druk te zetten moet de oliedoor-
smeer-procedure (punt 3 . 3 ) worden doorlopen . Het onder
druk zetten of verlagen van de druk moet zodanig worden uit-
gevoerd dat
de optredende drukverandering maximaal 0 . 3 bar/5 P . S . I . per
seconde niet wordt overschreden .
Na het opstarten dient de installatie te worden getest op gas-
dichtheid .
Een goede montage en het goed functioneren van de gas-
meter kan worden gecontroleerd door middel van een visuele
controle van het telwerk (indien de gasmeter draait) of het me-
ten van het drukverlies door middel van de Pete's plugs . (Deze
meting kan alleen uitgevoerd worden tot een bedrijfsdruk van
maximaal 20 bar . )

5.2 Installatie met bypass :

zie ANNEX 5
OPSTARTEN :
Begin met alle afsluiters gesloten .
• Open langzaam de bypass om het lagedrukgedeelte van de
installatie op druk te zetten .
• Open als de uitlaatdruk in evenwicht is, langzaam de kleine
afsluiter aan de inlaatzijde V1 . De drukverandering mag 0 . 3
bar per seconde niet overschrijden .
• Open als de druk in de gasmeter in evenwicht is langzaam de
afsluiter aan de inlaatzijde en sluit vervolgens V1 .
• Open langzaam de afsluiter aan de uitlaatzijde en controleer
of de gasmeter de doorgelaten gas stroom registreert .
• Sluit geleidelijk en op een langzame wijze de bypass -afsluiter .
Controleer of de doorgelaten gasstroom de capaciteit van de
gasmeter niet overschrijdt .
AFSCHAKELEN :
• Open langzaam de bypass-afsluiter en sluit vervolgens de
afsluiter aan de inlaatzijde en daarna de afsluiter aan de uit-
laatzijde van de installatie .
• Open voorzichtig de kleine expansieklep V2 en verlaag de
druk op de gasmeter . De drukverandering mag opnieuw 0 . 3
bar per seconde niet overschrijden!
• Er kan zich nog een hoeveelheid gas in de meter en in de
leiding bevinden, daartoe is een goede ventilatie vereist .

5.3 Installatie zonder bypass :

zie ANNEX 6
OPSTARTEN :
Begin met alle afsluiters gesloten .
• Open de regelaar aan de inlaatzijde voorzichtig,dit om de
installatie heel geleidelijk onder druk te zetten . (De drukver-
andering mag 0 . 3 bar per seconde niet overschrijden!) . Open
de inlaatafsluiter volledig als de druk in evenwicht is .
• Open de uitlaatafsluiter voorzichtig en minimaal . Deze afslui-
ter moet weinig geopend worden om:
– de inlaatdruk in de installatie te handhaven .
– een lage stroomsnelheid in de gasmeter tijdens het inbe-
drijfstelling (ca . 5% Qmax) aan te houden .
Als de uitlaatdruk in evenwicht is kan de uitlaatafsluiter geheel
worden geopend .
AFSCHAKELEN :
• Sluit heel langzaam de uitlaatafsluiter en controleer of de gas-
meter niet meer registreert .
• Sluit de inlaatafsluiter .
• Open langzaam de kleine afsluiter V2 . (Let op: De drukveran-
dering mag wederom 0 . 3 bar
• per seconde niet overschrijden) .
• Er kan zich nog een hoeveelheid gas in de meter en in de
leiding bevinden, daartoe is een goede ventilatie vereist .

5.4 Gasmeters geplaatst achter een regelaar

Installatie moet gebeuren conform de technische handleiding
van de betreffende regelaar . Tijdens het op druk zetten en het
verlagen van de gasdruk in de installatie zijn drukveranderingen
groter dan 0,3 bar per seconde niet toegestaan . Spontaan op-
tredende drukstoten in de gasinstallatie kunnen de gasmeter
dusdanig beschadigen, zodat onder andere de rotorassen kun-
nen kromtrekken .

6 Onderhoud

6.1 Onderhoud van de meter

Na installatie behoeft de meter geen speciale aandacht met
uitzondering van de periodieke controles (minimaal 1 x per jaar)
of bij olieverversing .
Na opstarten :
Aardgas : Controleer regelmatig het olieniveau aan de voor en
achter zijde van de meter .
Overige gassen : Na een bedrijfstijd van 100 uur na inbedrijfstel-
ling dient het smeerolie niveau te worden gecontroleerd .
Als het smeerolieniveau te laag is,of als de smeerolie is vervuild
of een chemische reactie optreedt tussen de smeerolie en het
gas, moet de smeerolie geheel worden ververst en de controle
worden aangepast aan de heersende omstandigheden .
31

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières