Inbedrijfststelling; Probleemoplossing - Dräger Flame 1500 Notice D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 33
3.5

Inbedrijfststelling

1. Detectoren die in bedrijf gesteld/onderhouden moeten worden, dienen
offline te worden geschakeld en te worden geblokkeerd. Detectoren die
moeten worden geopend, dienen elektrisch te worden geïsoleerd.
2. De montageonderdelen dienen goed vastgemaakt en onbeschadigd te zijn.
3. De detectorbehuizing dient intact en onbeschadigd te zijn.
4. Alle bijbehorende kabels en wartels dienen correct aangesloten, goed
vastgemaakt en onbeschadigd te zijn.
5. De (buitenkant van de) frontplaat van de behuizing reinigen met een mild
reinigingsmiddel en een zachte doek totdat alle vervuiling verwijderd is. De
lens grondig afspoelen met schoon water en met een pluisvrije doek
afdrogen.
De frontplaat dient te worden gereinigd voordat het apparaat onder
stroom wordt gezet. De vlamdetector voert een automatische Optische Test
Kalibratie uit bij de opstart.
6. De vlamdetector inschakelen.
7. Systeemblokkeringen dienen te worden aangebracht op de alarmuitgang
van de detector.
8. De vlamdetector met een vlamsimulator testen. Dräger beveelt de
Flame Simulator 5000 (zie "Geavanceerde optische verificatie", pagina 82)
aan. De status-LED wordt rood wanneer de gesimuleerde vlam wordt
gedetecteerd. Indien de vlamdetector niet reageert op de vlamsimulator,
contact opnemen met Dräger.
9. De vlamdetector uitschakelen en ervoor zorgen dat een storing in de
brandcentrale wordt geïnitieerd. Controleren of de mA-uitgang 0 mA
aangeeft.
10. De vlamdetector inschakelen en controleren of de status-LED groen is.
Ervoor zorgen dat de mA-uitgang 4 mA is en de systeemblokkeringen
verwijderen.
Gebruiksaanwijzing
|
Flame 1500
4

Probleemoplossing

De binnenkant van de detector bevat geen onderdelen die door de gebruiker
dienen te worden onderhouden. Bij vermoeden van een storing in de
detectorassemblage, de detector terugsturen naar Dräger voor onderzoek en
reparatie.
Bij het onderzoeken van stroomstoringen dient te worden gecontroleerd of alle
spanningen bij volle belasting in het werkingsbereik (18 - 32 Vdc) van de
vlamdetector liggen.
Contact opnemen met Dräger indien de storing blijft bestaan nadat geprobeerd
is de storing te verhelpen of indien de storing niet beschreven is.
Storing
Oorzaak
LED brandt niet
Stroom uitgeschakeld
Geen stroomtoevoer;
wijst op een stroomdistri-
butie-oorzaak
LED- of detectorstoring
Gele LED brandt perma-
Optische oorzaak
nent
Laagspanningsoorzaak
Onbekende oorzaak
Groene LED knippert
Stroompolariteit omge-
keerd
|
nl
Probleemoplossing
Oplossing
Stroom inschakelen.
Spanningstoevoer van
de detector controleren
en repareren (zekerin-
gen, kabels, aansluitdo-
zen enz.)
Apparaat terugsturen
naar Dräger.
Lens op de frontplaat
van de behuizing reini-
gen.
Spanningstoevoer van
de detector controleren
en repareren (zekerin-
gen, kabels, aansluitdo-
zen enz.)
Apparaat terugsturen
naar Dräger.
Controleren of de voe-
dingskabels van de
detector correct zijn aan-
gesloten.
89

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières