Controleer En Reinig De Condensaatafscheider - Daikin UATYA-BBAY1 Manuel D'installation, D'utilisation Et D'entretien

6.9.4.2 Controle van rookafvoer en luchtinlaatkanalen
Controleer de toestand van de leidingen zo mogelijk visueel of met speciaal gereedschap.
Verwijder het stof dat zich op de luchtinlaat terminal vormt.
6.9.4.3 Controle en reiniging van venturi
Verwijder vuil op de venturi-inlaat met een borstel en voorkom dat het in de venturibuis valt.
6.9.4.4 Controleer en reinig de wisselaar en de brander
De perfecte verbranding van de generatoren voorkomt vervuiling, die normaliter door een slechte verbranding wordt
veroorzaakt.
Het is daarom raadzaam de warmtewisselaar en de brander niet te reinigen, behalve in uitzonderlijke gevallen.
Een symptoom dat op een opeenhoping van vuil in de wisselaar zou kunnen wijzen, is een aanzienlijke variatie in het
gasdebiet die niet te wijten is aan een defect van de gasklep.
Als het nodig is de brander en/of de warmtewisselaar te reinigen, moeten alle afdichtingen die tussen de brander en
de warmtewisselaar zijn aangebracht, worden vervangen.
6.9.4.5

Controleer en reinig de condensaatafscheider

Reinig de sifon jaarlijks en controleer de toestand van de aansluitingen.
Zorg ervoor dat er geen sporen van metaalresten zijn.
In geval van metaalresten, het aantal revisies verhogen.
Verwijder de schroeven waarmee het deksel vastzit en reinig de binnenkant van de sifon (de sifon kan onder stromend
water worden gewassen), waarbij u ervoor zorgt dat alle leidingen vrij zijn.
Controleer de status van de pakking. Controleer de integriteit van de detectie-elektrode en verwijder eventuele
oxidatie op het metalen deel van de elektroden met schuurpapier.
Vul het hoofdreservoir "A" met schoon water en sluit het deksel.
Sluit de sifon weer aan op het condensaatafvoersysteem.
6.9.4.6 Inlaat gasdruk controle
Controleer of de druk bij de inlaat van de kraan overeenkomt met de voor het gebruikte type gas vereiste druk.
De controle moet worden uitgevoerd met het verwarmingssysteem in werking bij maximale warmte-inbreng.
6.9.4.7 Controle van de vlamcontroleapparatuur
Terwijl de generator draait, sluit u de gasklep en controleert u of de vergrendeling optreedt, die op het LCD-scherm
van de CPU-printplaat op de machine wordt aangegeven met F10. Open de gaskraan opnieuw, ontgrendel hem en
wacht tot de generator opnieuw opstart.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-2
A
B
Afb. 184 Sifon condensopvang
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
297