Controller-Interfacepaneel; Eerste Inbedrijfstelling - Daikin UATYA-BBAY1 Manuel D'installation, D'utilisation Et D'entretien

6.9.2

Controller-interfacepaneel

De heteluchtgenerator wordt bestuurd door een microprocessorregelaar in het brandercompartiment, die alle
bedrijfsparameters van het toestel beheert, configureert en diagnosticeert.
Binnenin het brandercompartiment bevindt zich een interfacepaneel voor alle noodzakelijke handelingen met
betrekking tot bediening, parametrering en alarmdetectie.
Met behulp van de toetsen "pijltje naar boven", "pijltje naar beneden", "ESC" en "ENTER" en het display is het
mogelijk tussen de verschillende menu's te navigeren.
Parameterwijziging is beveiligd met een wachtwoord.
Meer informatie over het gebruik van de gebruikersinterface en de verschillende functies vindt u in de documentatie
van de heteluchtgenerator.
6.9.3

Eerste inbedrijfstelling

De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
De generator wordt afgesteld en getest geleverd voor het gas dat op het typeplaatje is aangegeven.
Als je gas ruikt:
- bedien geen elektrische schakelaars, telefoons of andere voorwerpen of apparaten die vonken kunnen produceren;
- sluit de gaskleppen;
- schakel gekwalificeerd personeel in.
Controleer het volgende voordat u de generator inschakelt:
- zich ervan te vergewissen dat het gas in het netwerk overeenkomt met het gas waarvoor de generator is geregeld;
- controleer, door middel van de drukkraan "IN" op de gasklep, of de druk bij de inlaat van de kraan overeenkomt
met de voor het gebruikte type gas vereiste druk;
- controleer of de elektrische aansluitingen overeenkomen met die op het aansluitschema van het toestel;
- controleer of er geen obstructies in het verbrandingsluchtinlaatrooster zitten (bladeren, enz.);
- controleer of een effectieve aardverbinding tot stand is gebracht in overeenstemming met de geldende
veiligheidsvoorschriften.
Het komt regelmatig voor dat de waakvlam bij de eerste keer opstarten van het toestel niet ontsteekt
door lucht in de gasleiding, waardoor het toestel afslaat.
Ontgrendel en herhaal de handeling tot de ontsteking plaatsvindt.
Het is verboden de gasaansluitingen, de drukkranen, het waakvlamkanaal of enig ander
gasaansluitpunt in de branderruimte los te maken om de lucht of het inerte gas dat in de
hoofdtoevoerleiding aanwezig kan zijn, te zuiveren.
Het doorblazen van lucht of inert gas uit gastoevoerleidingen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de
geldende wetgeving.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
294
Afb. 180 Ontluchtingsklep
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-2