Télécharger Imprimer la page

Eno HYDRA Notice D'emploi Et D'entretien page 8

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 1
NEDERLANDS
INBOUWKOOKPLAAT 1, 2 OF 3 PITTEN
Land van bestemming
BE - CH - ES - FR - GB – GR - IE - IS - IT - LU - PT
AT - DE - DK - FI - GR – NL - NO - SE - NZ
AT - CH - DE - LU
I - INSTALLATIE EN ONDERHOUD
Dit appareaat heeft geen uitlaat: het moet geïnstalleerd worden volgens de van toepassing zijnde regels voor installatie, vooral met
betrekking tot ventilatie.
- de minimaal benodigde hoeveelheid verse lucht voor een goede verbranding is 2 m3/u per kW.
- de horizontale afstand tussen het apparaat en de aangrenzende wanden moet minstens 20 mn zijn.
Installatie en onderhoud van dit apparaat moet gedaan worden door een ter zake kundige persoon in overeenstemming met de van
toepassing zijnde regels, vooral:
- de gebruiker moet zich houden aan de technische en veiligheidsvoorschriften betreffende gebruik van brandbare gassen en vloeibare
koolwaterstoffen in woningen en op plaatsen buiten, waarbij bepaald wordt dat geen enkel apparaat in een vertrek geïnstalleerd mag
worden, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
* voldoende ventilatie-openingen voor aanvoer van frisse lucht en afvoer van verbrandingslucht
* de ruimte moet minstens 8 m3 inhoud hebben
* er moet een raam met een opening van ten minste 0,40 m² zijn
* plaatsing ten minste 0,30 m van de grond
-regels met betrekking tot hygiëne
Opgelet: De toestellen met open vlammen verbruiken brandstof en ontnemen zuurstof aan de cabine, ze stoten verbrandingsproducten uit in
de boot. Bijgevolg is verluchting nodig, wanneer de toestellen in werking zijn. Hiervoor de voorziene verluchtingopeningen openen,
wanneer de installaties ingeschakeld zijn. Uw kooktoestel niet gebruiken, om de woongedeelten te verwarmen. De verluchtingopeningen
nooit afsluiten ( ISO/DIS 10239.3 )
II – INSTALLATIE VAN HET TOESTEL (FIG. 1) & (FIG. 2)
De inbouwkookplaat kan op twee verschillende manieren op een meubel geplaatst worden, dat bestand is tegen een permanente temperatuur van 90°C
De minimale hoogte van de inbouwruimte moet 40 mm bedragen. Indien het werkblad dunner is dan 40 mm, dient men een ruimte vrij te laten tussen
de bodem van de kookplaat en het onderliggende horizontale vlak, zodat de afstand van 40 mm gegarandeerd wordt. Indien onder de kookplaat nog
een ander toestel ingebouwd moet worden, dient eveneens de afstand van 40 mm gerespecteerd te worden; de bovenzijde van het toestel moet bestand
zijn tegen een permanente temperatuur van 90°C. Men dient tussen de randen van de uitsnijding en de verticale wanden een afstand van minimaal 90
mm vrij te houden. Alle afmetingen (in mm) die op het schema vermeld staan, moeten gerespecteerd worden.
De inbouwkookplaat wordt met behulp van de bijgeleverde bevestigingsvoetjes op het meubel bevestigd, volgens de aanwijzingen op de schets:
De plaatsing van de bevestigingsvoetjes is afhankelijk van de dikte van het werkblad van het meubel, zoals aangeduid op de schets.
Vervolgens de geschikte houtschroeven gebruiken, om de metalen voetjes onder het werkblad vast te zetten.
Controleren of de omliggende dichtingring voldoende samengedrukt is voor een optimale werking. Zoniet platte borgschijfjes tussen de onderkant van
het werkblad en de metalen bevestigingsvoetjes schuiven, zodat de ring platgedrukt wordt. Er wel voor zorgen dat de bevestigingsplaat niet vervormd
wordt door de druk van de bevestigingsvoetjes; dit kan immers leiden tot een slechte, zelfs gevaarlijke werking.
III – AANSLUITING: GESCHIKT VOOR GEBRUIK AAN BOORD
Land van bestemming
BE - CH - ES - FR - GB - GR - IE - IS -IT - LU - PT
AT - DE - DK - FI - GR - NL - NO - SE - NZ
AT - CH - DE - LU
Installatie:
Alle aansluitingen op de gastoevoer moeten gemaakt worden middels goed sluitende mechanische
koppelingen of met genormaliseerde koppelingen.
Let Op: Optioneel kan een aansluitset geleverd worden. "ENOQUIP" bevat: een regelaar speciaal voor
boten, 600 mm flexibele slang, een afsluiter met sticker, 800 mm flexibele slang, verstuiver
voor 8 mm koperen buis.
Voorbereiding: regelaar en flexibele slang
- speciale "boot" regelaar. Niet gebruiken in een afgesloten ruimte.
- Verzeker u er altijd van dat de rubberen pakking in de inlaat van de regelaar goed geplaatst is en in goede conditie is.
- Schroef de vleugelmoer van de regelaar goed vast aan de gasfles of aan de speciale kraan die gemonteerd is op 3 kg gasflessen of aan de
speciale "clip-on" aansluiting van de 6 kg gasflessen.
- Een complete controle van de gehele installatie moet punctueel uitgevoerd worden.
- Bij eventuele gebreken de regelaar, rubberen slang en kraan vervangen.
- Bij installatie draaiing en buiging van de rubberen slang vermijden.
Klasse 3
Druk (mbar)
28 - 30/37
30
50
Boot Gerelaar druk
ENOQUIP
28 - 30/37 mbar
(FR) réf.: EG3007
30 mbar
(DE) réf.: EG3016
50 mbar
(DE) réf.: EG3015
- Dichtheidscontrole (testproces volgens de bepalingen in Norm ISO/DIS 10239 3 paragraaf 10)
Voordat de installatie in gebruik genomen wordt met gas moet u zich ervan verzekeren dat de installatie goed uitgevoerd is (van de
regelaar tot de branders in de uit-stand). Test de gehele installatie met de afsluiters open, voordat u de regelaar aan de rubberen slang
bevestigd met perslucht met een druk die 3 keer zo hoog is als de werkdruk. Testdruk mag nooit meer zijn dan 150 mbar. De aansluitingen
kunnen als dicht worden beschouwd als na 5 minuten (zo kan de druk uitgebalanceerd worden) de druk constant ca. 5 mbar blijft gedurende
15 minuten. Een geschikte vloeistof, zoals zeepsop, kan gebruikt worden om eventuele lekken op te sporen.
KatEgorie
Pas op: gebruik geen reinigingsmiddelen die ammoniak kunnen bevatten: dit zou de koperen verbindingen kunnen beschadigen.
I3+
Alhoewel de schade in het begin niet duidelijk kan zijn kunnen lekken en scheurtjes een paar maanden later optreden.
I3B/P
Gevaarlijk: gebruik nooit open vuur om de dichtheid te controleren.
I3B/P
Nadat u de druk van de hele installatie getest hebt moeten alle individuele delen, inclusief de branders FFD, getest worden terwijl ze in
gebruik zijn. Een optische controle van de vlamhoogte van de branders moet uitgevoerd worden terwijl alle branders aan zijn om na te gaan
of de werkdruk geschikt is voor elk onderdeel.
IV - VERWISSELEN VAN DE BATTERIJ (elektronische ontsteking)
- Schroef de deksel van de batterijhouder los ten de klok in aan de achterkant van het
apparaat, vervang de 1,5 V batterij (R6)
- Zet alles weer in omgekeerde volgorde in elkaar.
- Als u het apparaat voor langere tijd niet gebruikt de batterij verwijderen.
V - AANSTEKEN VAN DE BRANDERS
Elke brander wordt gestuurd door een kraan met een bedieningsknop. Het teken op de knop geeft de stand van de kraan aan. Een teken op
het frontpaneel geeft de stand van de brander aan.
Veiligheidskranen
Om een brander aan te steken, het gas laten stromen door de betreffende knop in te drukken en te draaien tegen de klok in tot het teken op
de knop en de grote vlam op het frontpaneel samen vallen (dit geeft de maximale gastoevoer aan). Gebruik een lucifer of andere aansteker
om de brander te ontsteken. (of druk op de elektronische ontstekingsknop bij de 0823 serie). Houdt te knop ongeveer 10 seconden ingedrukt
totdat het vlambeveiligingssysteem in werking is getreden, en laat dan los.
Indien de brander niet brand deze handelingen herhalen. De gewenste stand kan verkregen worden door de bedieningsknop gelijkmatig te
draaien totdat het teken op de knop samenvalt met de kleine vlam op het frontpaneel.
Om de brander te doven de knop met de klok mee draaien naar de «OFF» stand, zodat de knop in de «OFF» stand zal vallen (stip).
De Symbolen
1 - Knop Snel kookpit
2 - Knop Tragel kookpit
3 - Knop Hulp kookpit
VI - AANPASSING GASDRUK
Nominale
Brander
Uitgangs-
waarde
(En Watt)
Groot
2500
Klein
1750
Achter
1000
VII - GEBRUIK
VENTILATIE
Bij gebruik van een gaskooktoestel komt warmte en vocht vrij in het vertrek waarin het gebruikt wordt. Let er daarom altijd op dat het
vertrek goed geventileerd is: houd de aanwezige ventilatieopeningen open of installeer een mechanische ventilator (afzuigkap).
Indien het kooktoestel intensief en voor langere tijd gebruikt wordt kan extra ventilatie noodzakelijk zijn (door een raam te openen) of door
efficiëntere afzuiging (afzuigkap op de hoogste stand).
KEUZE VAN PANNEN
Het is belangrijk dat de diameter van de gebruikte pan in overeenstemming is met de warmte die de gebruikte brander produceert om
onnodig energieverbruik te voorkomen:
- Gebruik pannen met een diameter van 120 tot 200 mm voor de kleine brander
- Voor de grote brander zijn pannen met een diameter van 180 tot 260 mm geschickter.
- Voor de hulpbrander kan u recipiënten met een diameter van 120 mm gebruiken.
VIII - ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen.Bij overkoken een houten spatel gebruiken.Indien er zure vloeistoffen gemorst zijn,
bijvoorbeeld, citroensap, azijn, etc...direktschoonmaken.
Rooster, branderkoppen, en branderpotten kunnen verwijderd worden en met geschikte reinigingsmiddelen schoongemaakt worden. De
branderpotten zijn van aluminium. Goed afdrogen voor het apparaat weer in elkaar gezet wordt en u ervan verzekeren dat de onderdelen
weer goed op hun plaats zitten. Wanneer het apparaat in gebruik is moet de tong van de vlam blauw zijn. Als de vlam geel is kontroleren
of te onderdelen goed gemonteerd zijn. Dit is belangrijk. Onregelmatigheden kunnen optreden als de onderdelen niet goed op hun plaats
zitten.
SPECIFIKATIES
Butaan 28 -30 mbar (G30)
Propaan 30 - 37 mbar (G31)
Nominale
Kleine
Vlam
Uitgangs-
vlam
input g/u
Grootte
waarde
(Watt)
(En Watt)
850
80
182
2000
850
67
127
1750
850
51
73
1000
Butaan 50 mbar (G30)
Propaan 50 mbar (G31)
Kleine
Vlam
vlam
input g/u
Grootte
(Watt)
850
62
145
850
60
127
850
46
73

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

3360233601336303360433599