Niko 350-41730 Manuel Technique page 4

350-41730 / 350-41731 / 350-41734 / 350-41735
2.3.3. De melder kalibreren
Om te garanderen dat de melder in alle zones een optimaal lichtniveau kan aanhouden, voert de melder automatisch een kalibratie voor kunstlicht uit, wanneer
de parameters in de daglichtzones zijn ingesteld.
De melder begint met een voorlopige kalibratie en zal de kalibratie helemaal uitvoeren wanneer het lichtniveau <100 lux is en er niemand in de kamer is.
Je activeert een nieuwe kalibratie door 'Calibrate' op 'On' te zetten " of via de IR-afstandsbediening. Merk op dat de melder pas begint te kalibreren wanneer
het lichtniveau <100 lux is en er niemand in de kamer is.
Eenvoudige kalibratie:
Bij deze kalibratie stel je per zone 4 parameters in:
• Desk Setpoint Light Level (lux): het gewenste constante lichtniveau ter hoogte van een bureaublad in de zone.
• Desk Hysteresis %: de verandering van het licht in % vóór de waarde-update.
• Desk/Sensor Daylight Proportion: een geschatte of, nog beter, berekende proportionele waarde tussen het lichtniveau op een bureaublad in de zone en het
lichtniveau ter hoogte van de melder aan het plafond. (Waarde = [Bureaulux / Melderlux]).
• Desk Max Artificial Light (lux): het lichtniveau gemeten op het bureaublad in de zone met 100 % extra kunstlicht.
Geavanceerde kalibratie:
Bij deze kalibratie stel je per zone 6 parameters in:
• Desk Setpoint Light Level (lux): het gewenste constante lichtniveau ter hoogte van een bureaublad in de zone
• Desk Hysteresis %: de verandering van het licht in % vóór de waarde-update
• Sensor No Artificial Light (lux): het lichtniveau gemeten ter hoogte van de melder aan het plafond in de zone zonder kunstlicht.
• Desk No Artificial Light (lux): het lichtniveau gemeten op het bureaublad in de zone zonder kunstlicht.
• Sensor Max Artificial Light (lux): het lichtniveau gemeten ter hoogte van de melder aan het plafond in de zone met 100 % extra kunstlicht.
• Desk Max Artificial Light (lux): het lichtniveau gemeten op het bureaublad in de zone met 100 % extra kunstlicht.
2.3.4. Lokale instellingen wijzigen
Je kan de lokale instellingen van het gewenste lichtniveau en uitschakelvertraging aanpassen met de (afzonderlijk te bestellen) IR-afstandsbediening 350-41930.
3. TOEPASSINGEN
3.1. Algemeen
In de Basis-configuratiemethode kan je kiezen uit de volgende voorgeprogrammeerde toepassingen die hieronder uitgebreid toegelicht worden:
• gangen/trappenhuizen
• tentoonstellingsruimtes
• kantoren/vergaderzalen
• opleidingsruimtes
• productiehallen
3.2. Gangen/trappenhuizen
Daglichtsturing van maximaal drie zones met automatisch aan/uit via aanwezigheidsmelder.
De verlichting schakelt automatisch aan wanneer de aanwezigheidsmelder beweging detecteert in het detectiegebied. De verlichting wordt automatisch aangepast
volgens het daglichtniveau in de ruimte. Als de hoeveelheid binnenkomend daglicht toeneemt, wordt het licht in de ruimte gedimd tot het ingestelde lichtniveau.
Als er in elke zone voldoende daglicht binnenvalt, schakelt de verlichting uit.
Als er geen beweging meer wordt gedetecteerd in het detectiegebied, wordt de verlichting na een vooraf ingestelde periode automatisch gedimd tot een ingesteld
niveau. Na een tweede periode wordt de verlichting helemaal uitgeschakeld.
Optie: Je hebt ook de mogelijkheid om de verlichting manueel aan- of uit te schakelen en te dimmen met een drukknop. Daarnaast kan je er ook voor kiezen
om een extra zone manueel aan- of uit te schakelen of te dimmen. De extra zone wordt zelf niet daglichtgestuurd, maar schakelt op hetzelfde moment uit als
de daglichtgestuurde zones.
3.3. Tentoonstellingsruimtes
Daglichtsturing van maximaal drie zones met aan of uit met een schakelaar of een aan/uit-signaal afkomstig van bijvoorbeeld een tijdschakelaar.
De verlichting schakelt aan wanneer er op de schakelaar gedrukt wordt. De verlichting wordt automatisch aangepast volgens het daglichtniveau in de ruimte.
Als de hoeveelheid binnenkomend daglicht toeneemt, wordt het licht in de ruimte gedimd tot het ingestelde lichtniveau. Als er in een bepaalde zone voldoende
daglicht binnenvalt, schakelt de verlichting in deze zone uit. De verlichting schakelt uit wanneer de schakelaar wordt uitgeschakeld.
Optie: mogelijkheid voor manueel aan/uit en dimmen via drukknop. Manueel aan/uit of dimmen van een extra zone. De extra zone is zelf niet daglichtgestuurd,
maar schakelt op hetzelfde moment uit als de daglichtgestuurde zones.
4 NL