Interne Explosiebeveiliging; Verdere Veiligheidsmaatregelen; Overzicht - Siemens SIPROCESS GA700 Notice De Service

2.5.2

Interne explosiebeveiliging

De interne explosiebeveiliging heeft betrekking op het meetgastraject (Containment System,
"CS") in de analysator en de ontstekingsbeveiliging van het procesgas. Hierbij doen zich
verschillende gevallen voor:
Tabel 2-1 Interne explosiebeveiliging: differentiatie
Situatie
Niet brandbare meet‐
gassen en gasmengsels
onder de onderste explo‐
siegrens (OEG)
Incidenteel ontvlambare
meetgassen
Vaak of permanent ont‐
vlambare gasmengsels
Meetgassen boven de
bovenste explosiegrens
(BEG)
2.5.3

Verdere veiligheidsmaatregelen

2.5.3.1

Overzicht

De meet- en referentiegasafvoerleidingen moeten buiten het explosiegevaarlijke gebied
uitlopen in een ongevaarlijke plek. De meetgasafvoerleiding kan ook teruggevoerd worden
naar de uitlaatplek.
In geval van afvoer van brandbare en niet brandbare meetgassen in explosiegevaarlijke
gebied, dient u de meetingang en -uitgang ieder van een vlamblokkering te voorzien.
De maximaal toegestane meetgasdruk in de analysator is afhankelijk van de ingevoerde
gassoort en wordt beschreven in "Technische gegevens" onder "Voorwaarden
meetgasingang".
Apparaten in explosiebeveiligde uitvoering
Beknopte bedrijfshandleiding, 05/2015, A5E35134270-02
Maatregelen
Wanneer gewaarborgd is dat het meetgas in het CS steeds onder de onderste explosiegrens blijft,
kan het gebruik van vlamdempers achterwege blijven.
Enkel indien u de in-/uitgangen voor meet- en referentiegas elk van een vlamdemper hebt voor‐
zien, mag u incidenteel ontvlambare meetgassen invoeren. De vlamblokkering dient te voldoen
aan de veiligheidsvereisten voor brandbare stoffen.
Onder de volgende omstandigheden kunt u een vlamdemper op de ingang van het referentiegas
achterwege laten:
● U gebruikt een inert gas als referentiegas. Als referentiegassen zijn uitsluitend inerte gassen
toegestaan.
● U hebt ervoor gezorgd dat vóór het inschakelen van het apparaat referentiegas wordt
ingevoerd.
● De voortdurende bewaking van de referentiegasdruk is gewaarborgd.
Voer nooit vaak of permanent ontvlambare gasmengsels in!
Beoordeling van individuele situatie vereist!
2.5 Algemene bepalingen betreffende explosiebeveiliging
Veiligheidsaanwijzingen
23