Maggi JUNIOR 640 Manuel D'utilisation page 110

INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1
- ALGEMENE INFORMATIE ........... 110
1-1 OPMERKINGEN VOOR HET GE-
BRUIK ............................................ 110
1-2 BESCHRIJVING VAN DE MACHINE110
1-2.1 TOEPASBARE WERKTUIGEN ..... 110
1-3 BESCHERMINGEN VOOR DE
VEILIGHEID ................................... 111
1-4 PERSOONLIJKE VEILIGHEIDS-
VOORZIENINGEN ......................... 111
1-5 TECHNISCHE GEGEVENS ........... 112
1-6 TOEGESTAAN GEBRUIK .............. 112
1-7 VERPLAATSING EN TRANSPORT 113
1-8 INHOUD EN VERPAKKING ........... 113
1-9 AFMETINGEN ................................ 114
1-10 AANWIJZINGEN VOOR DE INSTAL-
LATIE ............................................. 115
1-11 PROCEDURE VOOR ISOLATIE .... 115
HOOFDSTUK 2
- INSTALLATIE ............................... 116
2-1 WAARSCHUWINGEN VOOR DE
MONTAGE ..................................... 116
2-2 MINIMALE RUIMTE RONDOM DE
MACHINE ....................................... 116
2-3 MONTAGE VAN DE WERKBANK . 116
2-4 MONTAGE VAN DE INSTRUMENTEN-
ARM EN BIJBEHORENDE BEDIENIN-
GEN ............................................... 117
2-5 MONTAGE VAN DE WERKTUIGKOP117
2-6 MONTAGE VAN HET WERKVLAK 118
2-7 MONTAGE VAN DE BESCHERMKAP119
2-8 MONTAGE OF VERVANGING VAN
HET ZAAGBLAD ........................... 119
2-9 MONTAGE VAN DE POSITIONE-
RINGSHENDEL VAN ARM "A" ..... 120
2-10 AANSLUITING VAN DE CIRKELZAAG
OP HET VOEDINGSNET ............. 120
HOOFDSTUK 3
- GEBRUIK EN AFSTELLINGEN ... 121
3-1 LOODRECHTE HOEK VAN HET
WERKVLAK TEN OPZICHTE VAN
HET WERKTUIG ........................... 121
3-2 LOODRECHT AFSTELLEN VAN DE
ARM MET DE AANSLAGLINEAAL 121
3-3 PARALLELAFSTELLING VAN HET
ZAAGBLAD TEN OPZICHTE VAN DE
RIJRINCHTING VAN DE WAGEN 123
3-4 RADIALE AFSTELLING VAN HET
WERKTUIG VOLGENS DE ZAAG-
HOEKEN ....................................... 123
3-5 AFSTELLING WERKTUIGHOEK TEN
OPZICHTE VAN HET WERKVLAK 123
3-6 VOORBEREIDING VAN DE WERKTA-
FEL ................................................ 124
HOOFDSTUK 4
- ONDERHOUD .............................. 125
4-1 AFSTELLING VAN DE ZELF-
REMMENDE MOTORREM ........... 125
4-2 PERIODIEKE SMEERBEURT EN
SCHOONMAAK VAN DE MACHINE125
4-3 ELIMINEREN VAN SPELINGEN .. 126
4-3.1 SPELING VAN WAGEN OP DE
GELEIDERS .................................. 126
4-3.2 SPELING TUSSEN ZUIL EN BASIS126
4-3.3 SPELING TUSSEN ARM EN VERTI-
CALE ZUIL .................................... 126
4-4 LUCHTGELUID ............................. 127
4-5 MACHINE BUITEN GEBRUIK STEL-
LEN ............................................... 127
HOOFDSTUK 5
- SCHAKELSCHEMA ..................... 128
5-1 MONOFASE MOTOR
- MOTORBEVEILIGINGSDOOS ... 128
5-2 AANSLUITING DRADEN AAN HET
KLEMMENBLOK ........................... 129
5-3 DRIEFASEMOTOR
- MOTORBEVEILIGINGSDOOS ... 130
5-4 AANSLUITING DRADEN AAN HET
KLEMMENBLOK ........................... 131
NL
109