Wilo Atmos GIGA-N Mode D'emploi page 253

Fig. 13: Controleren van de radiale uitrichting
met een comparator
Fig. 14: Controleren van de radiale uitrichting
met een liniaal
Fig. 15: Controleren van de axiale uitrichting
met een schuifmaat
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Atmos GIGA-N
Installatie en elektrische aansluiting
Koppelings- ΔS en ΔKr
toeg.
grootte
1500 tpm
0,20
68
0,20
80
0,20
95
0,20
110
0,25
125
0,25
140
0,30
160
0,30
180
0,30
200
Toegestane asaanpassing ΔS
Tab. 6: Maximaal toegestane asaanpassing ΔS
Controle van de radiale uitrichting
▪ Op een van de koppelingen of op de as een meetklok bevestigen. De kolf van de meet-
klok moet op het bovenste punt van de andere halve koppeling liggen.
▪ Meetklok op nul zetten.
▪ Koppeling draaien en na elke kwartslag het meetresultaat noteren.
▪ De radiale uitrichting van de koppeling kan ook worden uitgevoerd met een liniaal.
LET OP
De radiale afwijking van de beide koppelingshelften mag de maximale waarden uit
de tabel „Maximaal toegestane asaanpassing ΔS
Deze voorwaarde geldt voor elke bedrijfstoestand, ook bij bedrijfstemperatuur en
aanwezige toevoerdruk.
Controle van de axiale uitrichting
LET OP
De axiale afwijking van de beide koppelingshelften mag de maximale waarden uit de
tabel „Toegestane spleetmaat S en S2" niet overschrijden. Deze voorwaarde geldt
voor elke bedrijfstoestand, ook bij bedrijfstemperatuur en aanwezige toevoerdruk.
Met een schuifmaat langs de omtrek de afstand tussen beide koppelingshelften con-
troleren.
[mm]; toerentalafhankelijk
toeg.
1800 tpm 3000 tpm
0,20 0,15
0,20 0,15
0,20 0,15
0,20 0,15
0,20 0,15
0,25 0,20
0,25 0,20
0,25 0,20
0,30 0,20
en ΔKr in mm (in bedrijf, afgerond)
toeg. toeg.
en ΔKr
toeg. toeg.
en ΔKr
toeg.
nl
3600 tpm
0,15
0,15
0,15
0,15
0,15
0,15
0,20
0,20
0,20
„ niet overschrijden.
toeg.
253