Philips T Série Manuel D'utilisation page 33

Waarschuwingen (vervolg)
• Als de sensor te los zit, kan deze er af vallen of de optische elementen
slecht in lijn houden, dit kan onnauwkeurige waarden opleveren.
• Waar mogelijk dient de toepassingsplek een ledemaat te zijn zonder
arteriële katheter, bloeddrukmanchet of intraveuneuze lijn.
• Vermijd plekken met veel beweging. Tracht de patiënt stil te houden of
neem een andere plek met minder beweging.
• Niet-functioneel hemoglobine of intravasculaire kleurstoffen kunnen
onnauwkeurige metingen opleveren.
• Zorg dat de meetplek niet te zwaar gepigmenteerd is of sterk gekleurd
(nagellak, kunstnagels, kleurstoffen of gepigmenteerde crème, kunnen
bijvoorbeeld onnauwkeurige metingen opleveren). In zulke gevallen
dient u een andere meetplek voor de sensor of een alternatieve sensor te
kiezen.
• Bedek de sensor met afschermend materiaal onder condities van sterk of
buitengewoon veel licht (infrarode lampen, OK-lampen, fototherapie).
Niet in acht nemen kan onnauwkeurige metingen opleveren.
• Voorkom dat de connector met een vloeistof in aanraking komt.
• Inspecteer de sensorplaats elke 2 à 3 uur op integriteit van de huid,
correcte optische uitlijning en circulatie voorbij de sensor. Huidirritatie
of verkleuring kan optreden als de sensor te lang op één plek zit.
Verplaats de sensor elke vier uur, of vaker als de circulatie of integriteit
van de huid in het geding is. Als de lichtbron niet recht tegenover de
detector zit, breng de sensor dan opnieuw aan, of kies een alternatieve
sensor voor gebruik op een andere plek.
• Gebruik een sensor niet tijdens MRI onderzoek. Dit kan brandwonden of
onnauwkeurige metingen opleveren.
31