Montage; Bediening - Gardena 5500/5 inox Mode D'emploi

3. Montage

Standvoet monteren (alleen
voor gebruik in regenputten):
2
2
Slang aansluiten:
5 5
3 3
6
7
4
6
7
Art. 1499 Art. 1489
Art. 1492

4. Bediening

Water pompen:
9
6
8
a)
>15 cm
>50 cm
1489-20.960.06.indd 25 1489-20.960.06.indd 25
Alleen wanneer de pomp op de grond wordt geplaatst,
moet de standvoet gemonteerd worden, opdat de pomp geen
zand of vuil aanzuigt.
1
1. Standvoet
2. Standvoet
draaien.
De 40 mm (1 1/4")-binnenschroefdraad (art. 1499: 33 mm (1")-
binnenschroefdraad) aan de uitgang van de dieptebronpomp
kan naar wens met het meegeleverde pomp aansluitstuk
worden omgebouwd tot een 33 mm (1")-buitenschroefdraad.
Daarmee wordt de aansluiting aan het GARDENA waterslang-
steeksysteem alsmede het GARDENA aansluitstuk
art. 1723 / 1724 mogelijk.
1. Schroef het pomp-aansluitstuk
pomp en draai het met de hand vast, totdat de afdichtings-
4
ring nauwsluitend aangedrukt is. Bij art. 1499 is de
afdichtring in het aansluitstuk voor pompen
2. Drukslang
3. Bevestigingskoord
koord vastbinden.
Een optimale benutting van de doorpompcapaciteit van de pomp
wordt bereikt door aansluiting van 25 mm (1")-slangen samen
7
met het GARDENA aansluitstuk art. 1724 en een slangklem.
Als de slangverbinding vaak losgemaakt moet worden,
wordt aangeraden de GARDENA pompaansluitset art. 1752
te gebruiken in combinatie met een 19 mm (3/4")-slang.
Opdat de pomp kan pompen, moet de inloopzeef van de pomp
min. 15 cm in het water ondergedompeld zijn.
a) Zonder de standvoet moet de pomp min. 50 cm boven de
grond bevestigd worden.
b) Wanneer de standvoet aangebracht is (gebruik in regen-
putten), mag de pomp de grond worden opgesteld.
1. Pomp aan het bevestigingskoord
onderdompelen. Op de stroomkabel mag geen trek worden
uitgeoefend.
b)
2. Het bevestigingskoord
3. Bij diepe bronnen of schachten (vanaf ca. 5 m) de aansluitkabel
met klemmen
4. Netstekker van de aansluitkabel
Attentie! De pomp start onmiddellijk.
1
aan de onderkant op de pomp schuiven.
1 met de beide bouten 2
3
in de uitgang van de
5 met het passende aansluitstuk aansluiten.
6
aan beide ogen
6
6 moet vastgezet worden.
9
over het bevestigingskoord
8
in een stopcontact steken.
aan de pomp vast-
3
3
geïntegreerd.
7
voor het bevestigings-
in een bron of schacht
6
geleiden.
11.07.11 10:53 11.07.11 10:53
8
25