Riello RESIDENCE KIS B Mode D'emploi page 51

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

ƒ voer de elektrische bedradingsaansluitingen uit met de gewenste
connector zoals getoond op de detailtekening
ƒ steek de connector correct in zijn tegenstuk zodra de elektrische
bedradingsaansluitingen zijn uitgevoerd.
b
Er wordt aangeraden om stroomdraden te gebruiken met een door-
snede niet groter dan 0,5 mm
b
Verwijder in geval van een TA- of TBT-aansluiting de bijbehorende
geleiderbrugjes op het klemmenbord.
b
Als de laagspanningsaansluitdoos niet is aangesloten, ontsteekt de
ketel niet.
CN4
CN8
Aansluiting van de OTBus afstandsbediening
Wanneer een OTBus afstandsbediening is aangesloten op het systeem,
wordt op het keteldisplay het volgende scherm weergegeven:
In het bijzonder op het keteldisplay:
ƒ het is niet meer mogelijk om de status OFF/WINTER/ZOMER van
de ketel in te stellen (het wordt ingesteld met de OTBus afstands-
bediening)
ƒ het is niet meer mogelijk om de setpoint van het sanitair warm water
in te stellen (het wordt ingesteld met de OTBus afstandsbediening)
ƒ het is niet mogelijk on de functie VERBRANDINGSBESTURING in
te stellen als de ketel aangesloten is op een afstands-OTBus
En ook:
ƒ de setpoint van het sanitair warm water wordt weergegeven in het
INFO-menu
ƒ de combinatie van de toetsen A+B blijft actief voor de instelling van
de functie SANITAIR WARM WATER COMFORT.
ƒ de setpoint van de verwarming ingesteld op het keteldisplay wordt
enkel gebruikt als er een warmtevraag komt van de TA en de OTBus
afstandsbediening heeft geen vraag wanneer de parameter P3.11 =
1 of P3.11 = 0 en de jumper op pin 1 en 2 is gesloten.
Wanneer de OTBus afstandsbediening aangesloten is, is het niet moge-
lijk om de waarden van de parameter P4.12 en P4.23 te veranderen in 1.
N.B.: een OT+ afstandsbediening kan niet aangesloten worden
als het systeem al BE16-interfaceborden heeft. Om dezelfde re-
den kunnen BE16-borden niet aangesloten worden als er al een
OT+ inrichting is.
In dit geval geeft het systeem de volgende foutmelding weer:
<<OT+ CONFIGURATION ERROR>>.
Hoogspanningsaansluitingen
De aansluiting op de hoofdelektriciteitsvoorziening moet uitgevoerd
worden met een meerpolige scheidingsschakelaar met een opening
van tenminste 3,5 mm (EN 60335/1 - categorie 3).
Het toestel werkt aan een wisselstroom van 230 Volt/50 Hz en is con-
form de norm EN 60335-1.
De aansluiting op een veilige aarding is verplicht, in overeenstemming
met de bestaande richtlijnen.
b
De installateur is verantwoordelijk voor de controle van de cor-
recte aardaansluiting van het toestel; de fabrikant wijst elke aan-
sprakelijkheid af voor schade veroorzaakt door een onjuiste of
afwezige aardaansluiting.
.
2
b
Het valt ook aan te raden om rekening te houden met de fa-
se-neutraalaansluiting (L-N).
b
De aardgeleider moet enkele cm langer zijn dan de andere ge-
leiders.
b
Gebruik een klem en bevestig het op de gebruikte dichtingsring
om de ketel af te dichten.
De ketel kan werken met een fase-neutraal of een fase-fase (niet zwe-
vende) stroomtoevoer.
Het is verboden om gas- en/of waterbuizen te gebruiken om elektri-
sche toestellen te aarden.
Gebruik de meegeleverde stroomkabel om de ketel aan te sluiten op
de hoofdelektriciteitsvoorziening. Als de stroomkabel moet worden ver-
vangen, gebruik een kabel HAR H05V2V2-F, 3 x 0,75mm², buitendia-
meter Ø max 7 mm.
12.10 Gasverbinding
De verbinding van de gastoevoer moet uitgevoerd worden in overeen-
stemming met de bestaande normen.
Controleer of het gastype hetzelfde type als waarvoor het toestel inge-
steld is alvorens de verbinding uit te voeren.
12.11 Circulatiepomp met variabele snelheid
De functie modulerende circulatiepomp is alleen actief met de functie
verwarming. Tijdens de schakeling van de driewegklep op het sanitair
warm water werkt de circulatiepomp altijd aan de maximumsnelheid.
De functie modulerende circulatiepomp is enkel van toepassing op de
circulatiepomp van de ketel en niet op circulatiepompen van externe toe-
stellen die eventueel aangesloten zijn (bijv. circulatiepomp voor herstart).
Er zijn 4 beheerwijzen om uit te kiezen afhankelijk van de situatie en van
het systeemtype. In het menu P4, parameter P4.05, kunt u kiezen uit:
1 - CIRCULATIEPOMP MET VARIABELE SNELHEID MET PROPOR-
TIONELE MODUS (41 <= P4.05 <= 100)
2 - CIRCULATIEPOMP MET VARIABELE SNELHEID MET CONSTANTE
∆T MODUS (2 <= P4.05 <= 40)
3 - CIRCULATIEPOMP MET VASTE MAXIMUMSNELHEIDSMODUS
(P4.05 = 1)
4 - UITZONDERLIJK GEBRUIK VAN EEN STANDAARD CIRCULA-
TIEPOMP WAARVAN DE SNELHEID NIET KAN WORDEN AFGE-
STELD (P4.05 = 0)
1 - CIRCULATIEPOMP MET VARIABELE SNELHEID MET PROPOR-
TIONELE MODUS (41 <= P4.05 <= 100)
In deze modus bepaalt de ketelprintplaat welk debietdiagram wordt toege-
past voor de ogenblikkelijke afgifte van de ketel.
2 - CIRCULATIEPOMP MET VARIABELE SNELHEID MET CONSTANTE
∆T MODUS (2 <= P4.05 <= 40)
In deze modus stelt de installateur de waarde ∆T in die aangehouden
wordt tussen afgifte en terugloop (bijv.: met een waarde = 10 verandert de
snelheid van de circulatiepomp zodanig dat een systeemdebiet ontstaat
dat de ∆T voor en achter de warmtewisselaar gelijk houdt aan 10°C).
3 - CIRCULATIEPOMP MET VARIABELE SNELHEID MET VASTE MA-
XIMUMSNELHEIDSMODUS (P4.05 = 1)
In deze modus werkt de circulatiepomp, wanneer hij wordt ingeschakeld,
altijd aan de maximale snelheid.
Wordt gebruikt in hogedrukvalsystemen waar de opvoerhoogte (opvoer-
druk) van de ketelafvoer helemaal moet worden gebruikt om voldoende
circulatie te voorzien (systeemdebiet aan maximumsnelheid kleiner dan
600 liter/uur). Wordt gebruikt wanneer er zich mengflessen met een hoog
debiet in de neergaande kringloop bevinden.
Voor bedrijf:
ƒ Open de parameter P4.05
ƒ Stel de waarde = 1 in
4 - UITZONDERLIJK GEBRUIK VAN EEN STANDAARD CIRCULA-
TIEPOMP WAARVAN DE SNELHEID NIET KAN WORDEN AFGE-
STELD (P4.05 = 0)
Deze modus wordt gebruikt in uitzonderlijke gevallen wanneer u een tradi-
tionele UPS-circulatiepomp in de ketel wenst te gebruiken.
CONFIGURATIES AANBEVOLEN DOOR DE FABRIKANT
BUITENTEMPERATUUR-
SENSOR
(JA WARMTEREGELING)
ΔT constant
LAGE TEMPERATUUR
(5 ≤ P4.05 ≤ 7)
(vloer)
RESIDENCE
BUITENTEMPERATUUR-
SENSOR
(GEEN WARMTEREGELING)
PROPORTIONEEL
(≤ P4.05 = 85)
51

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières