Télécharger Imprimer la page

Pentair Jung Pumpen COMPLI 310E Instructions De Service page 16

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 10
NEDERLANDS
Aansluiting DN 50 verticaal op de noodafvoer
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het aansluiten van een
handmembraanpomp.
De uitlooptuit op de markering openzagen met een gatenzaag
en ontbramen.
De plug 58/50 aanbrengen.
Een inlaatbuis met buitendiameter van 50 mm door de plugaf-
dichting in de tank steken. De afstand tot de bodem van de tank
moet 50 mm bedragen.
De handmembraanpomp gemakkelijk toegankelijk op de muur
aanbrengen, aansluiten op de ingebrachte buis en vervolgens
de drukleiding van de handmembraanpomp aansluiten. Ook
hier moet de drukleiding met een lus boven het lokale opstuw-
niveau worden geleid.
Extra inlaat DN 50 horizontaal
De voorgeslepen groef voor de extra inlaat met een gatenzaag
openzagen en ontbramen.
De plug 58/50 aanbrengen.
Inlaatbuis met buitendiameter van 50 mm door de plugafdich-
ting in de tank steken.
LET OP! De aansluitleidingen op de lage inlaten aan de zijkant
van de compli 310 moeten zo dicht mogelijk bij de installatie
van een zogenaamde opstuwbocht worden voorzien. Deze
bocht moet een minimale hoogte van 180 mm hebben tussen
de buisbodem en het opstelvlak. Door een luchtlaag in de aans-
luitleiding kunnen afboerproblemen en terugstuwing optre-
den. Om deze terugstuwing te vermijden, moet de inlaatleiding
op het hoogste punt worden ontlucht. De ontluchtingsleiding
kan worden aangesloten op de tankventilatie.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
LET OP! Alleen een gekwalificeerde elektromonteur mag
werkzaamheden aan de pomp, stekkers of regelaar uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Voorafgaande aan alle werkzaamheden de installatie loskoppelen
van het elektriciteitsnet en ervoor zorgen dat de installatie door
andere personen niet opnieuw onder spanning kan worden gezet.
LET OP! Leg nooit de stekker in het water! Eventueel binnen-
dringend water kan leiden tot storingen en schade.
De van toepassing zijnde normen (bijv. EN), de land-specifieke
wetgeving (bijvoorbeeld VDE) en de voorschriften van de plaat-
selijke netwerkexploitant moeten in acht worden genomen.
Bedrijfsspanning in acht nemen (zie typeplaatje)!
De installaties hebben een niveauschakeling die de pomp in- of
uitschakelt, afhankelijk van het waterpeil. De pieptoon van de
ingebouwde alarm geeft dat er een functiestoring is, ook al is
dit slechts tijdelijk.
16
Is de pomp te warm geworden, dan wordt deze uitgeschakeld
door de wikkelingssthermostaten. Voordat de storingsoorzaak
wordt opgeheven, moet de stekker uit het stopcontact worden
getrokken, omdat anders de pomp automatisch weer aanslaat
na afkoeling. Er vindt geen directe storingsmelding plaats.
De installatie mag alleen maar worden aangesloten op een
stopcontact dat volgens de voorschriften is geïnstalleerd en
zich in een droge ruimte boven het terugstuwniveau bevindt en
met 16 A (traag) is beveiligd.
Schakelniveaus
De in-en uitschakelpunten zijn in de fabriek ingesteld op de
standaarinlaathoogte van de betreffende installatie.
Alarminstallatie
Storingsmeldingen worden zowel visueel als akoestisch weer-
gegeven. Het van het stroomnet afhankelijke standaardalarm
meldt motorstoringen van de pomp. Tegelijkertijd klinkt er een
geïntegreerd akoestisch alarmsignaal. Dit akoestisch signaal
kan door het verhelpen van de storing of gewoon in het alge-
meen worden uitgeschakeld.
Is op de montagelocatie geen akoestische controle van de sto-
ringsmelding mogelijk, dan kan het alarmsignaal via het poten-
tiaalvrije contact (klemmen 40 en 41) naar de printplaat (bij de
compli 310 in de stekker) worden omgeleid. Het werkcontact
van de verzamelstoring is max. met 5A / 250V AC belastbaar.
Het contact opent zich na opheffing van de storing.
Externe alarmzoemer (toebehoren)
Bij de compli 310 kan een van het elektriciteitsnetwerk onaf-
hankelijk alarm als toebehoren worden gemonteerd, een mon-
tagevoetje is aanwezig op de tank.
GEBRUIK
Proefdraaien en functiecontrole
1. Het reinigingsluik op de tank openen.
2. Schuif in de inlaat- en drukleiding openen.
3. Installatie onder spanning zetten, draaiveldweergave in de
gaten houden.
4. Tank tot het inschakelniveau vullen.
5. De pomp schakelt zichzelf nu in en de tank wordt geleegd.
Het pompproces via de reinigingsopening volgen.
6. De vlotter van de niveauschakeling met de hand langzaam
boven het inschakelpunt tillen totdat het alarm afgaat.
7. Reinigingsopening weer met luik en afdichting afsluiten.
8. Aan de hand van verschillende schakelcycli de afdichtingen
van de tank, de uitrusting en de leidingen controleren.
Automatische stand
De automatische stand is de normale stand van de installatie.
Hiertoe moet de tuimelschakelaar in de stand "Automatik" (au-
tomatisch) worden gezet. Via de geïntegreerde niveauschake-
ling wordt de pomp aan de hand van het vloeistofniveau in de
tank in- en uitgeschakeld. De werking van de pomp (bij de com-
pli 310 bedrijfsgereedheid) wordt aangegeven door een groen
ledje.
LET OP! Bij uitzonderlijk grote hoeveelheden aanvoer (bijv. le-
ging van een zwembad) moet de schuif in de inlaat zover wor-

Publicité

loading