Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

5.10.3 Gasstraat

Gehomologeerd volgens de norm EN 676, en wordt afzonderlijk
geleverd. Voor de afstellingen moeten de relatieve aanwijzingen
geraadpleegd worden.
Onderbreek
hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Controleer of geen gaslekken aanwezig zijn.
Let op voor de beweging van de gasstraat: gevaar
op beknelling van ledematen.
Controleer of de gasstraat correct geïnstalleerd is
en of er geen brandstoflekken zijn.
De bediener dient de uitrusting, nodig voor het
uitvoeren van de installatie, te gebruiken.

5.10.4 Gasdruk

Tab. I duidt het drukverlies van de verbrandingskop en van de
gassmoorklep aan in functie van het werkingsvermogen van de
brander.
De waarden vermeld in Tab. I verwijzen naar:
Aardgas G 20 PCI 9,45 kWu/Sm
Aardgas G 25 PCI 8,13 kWu/Sm
Kolom 1
Drukverlies branderkop.
Gasdruk gemeten op meetpunt M2)(Afb. 16 op pag. 20), met:
verbrandingskamer op 0 mbar
brander die aan het maximumvermogen werkt
Om het ruw geschatte vermogen van de werking van de brander
te kennen:
trek van de gasdruk bij het meetpunt M2)(Afb. 16 op pag. 20)
de druk in de verbrandingskamer af.
Zoek in Tab. I van de brander de drukwaarde die het dichtst
bij het resultaat van de aftrekking ligt.
Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af.
Voorbeeld met aardgas G 20 voor BS2D:
Werking aan het maximum vermogen
Gasdruk op het meetpunt M2)(Afb. 16)
Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 7,8 mbar, kolom 1, komt in Tab. I overeen met een
vermogen van 91 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
De gegevens van het thermisch vermogen en
de gasdruk betreffen de werking met open
gassmoorklep (90°).
LET OP
de
stroomtoevoer
3
3
(8,2 Mcal/Sm
)
3
3
(7,0 Mcal/Sm
)
=
=
10 - 2,2
=
Installatie
kW
19
23
26
met
de
30
34
37
41
45
48
52
49
54
58
63
68
72
77
82
86
91
79
92
105
118
131
143
156
169
182
195
140
152
164
177
189
201
213
226
238
250
Om de noodzakelijke gasdruk op het meetpunt M2)(Afb. 16 op
pag. 20) te kennen, na vaststelling van het maximum
modulatievermogen waarmee de brander moet werken:
zoek in Tab. I van de brander de waarde voor het vermogen
die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt.
Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk bij het meetpunt
10 mbar
M2)(Afb. 16 op pag. 20).
2,2 mbar
Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de
7,8 mbar
verbrandingskamer op.
Voorbeeld met aardgas G 20 voor BS2D:
Werking aan het gewenste maximum vermogen: 91 kW
Gasdruk bij een vermogen van 91 kW
Druk in de verbrandingskamer
druk nodig op het meetpunt M2)(Afb. 16 op pag. 20).
21
NL
p (mbar)
G 20
G 25
0,6
0,84
0,9
1,26
1,1
1,54
1,5
2,1
2,1
2,94
2,6
3,64
3,3
4,62
4,3
6,02
2,2
7,28
6,5
9,1
2,8
3,92
3,2
4,48
3,6
5,01
4,1
5,74
4,7
6,58
5,1
7,14
5,8
8,12
6,5
9,1
7,0
9,8
7,8
10,92
2,0
2,8
2,6
3,64
3,3
4,62
4,2
5,88
5,1
7,14
6,1
8,54
7,3
10,22
8,7
12,18
10,2
14,28
11,9
16,66
4,1
5,74
4,6
6,44
5,2
7,28
5,9
8,26
6,6
9,24
7,3
10,22
8,1
11,34
9,0
12,6
9,8
13,72
10,8
15,12
=
=
7,8 + 2,2
=
G 31
2,4
2,9
3,6
4,9
6,4
7,6
9,2
10,8
11,8
13
3,8
4,8
5,5
6,3
7
7,5
8,2
9
9,8
11
3,8
4,6
5,6
6,6
7,7
8,7
9,9
11,1
12,3
13,5
3,5
3,9
4,3
4,6
4,9
5,3
5,8
6,6
7,6
9
Tab. I
7,8 mbar
2,2 mbar
10 mbar
20135738

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Table des Matières