Algemene Montagevoorwaarden - SKYLOTEC SPA-TYP-5-L Instructions D'utilisation

•
Neem bij het
"Planningsdocumentatie voor verankeringspunten op daken" ( BGI 5164) in acht
•
De minimale afstand van het verankeringspunt tot aan de valzijde moet minimaal 2,5 m bedragen.
•
Bij de installatie van het enkelvoudig verankeringspunt moet op de draagkracht van de ondergrond gelet
worden.
•
Compatibiliteit met gelijksoortige systemen is niet gegarandeerd en kan bij overtreding gevaar voor
lichaam en leven opleveren.
•
Enkelvoudige verankeringspunten dienen voor de valbeveiliging van personen en niet van voorwerpen of
als transportbevestigingspunt.
•
Tijdens de installatie moeten bovendien de goedkeuring en de verwerkingsinstructies van de
bevestigingsmiddelen in acht genomen worden. Bij gebruik van andere bevestigingsmiddelen voor de
installatie vervalt de systeemgoedkeuring.
meegeleverde bevestigingsmiddelen worden bevestigd en er moeten altijd de meegeleverde
bevestigingselementen van een set worden gebruikt, d.w.z. als 4 schroefankers (SPM-002) zijn
meegeleverd, moeten deze ook overeenkomstig de montagehandeling worden aangebracht!
•
De minimale vastheidsklasse voor beton moet C20/C25 bedragen, voor spanbeton C45/55 en het
cellenbeton moet minimaal vastheidsklasse 6 conform DIN 4223 bevatten.
•
Werken boven het verankeringspunt dient te worden vermeden (zie de gebruiksaanwijzing van het
bevestigingsmiddel).
•
De enkelvoudige verankeringspunten mogen alleen door geschoolde en geïnstrueerde personen worden
gebruikt.
•
De gebruiker moet over het correcte gebruik van het systeem door de werkgever of door een deskundige
worden geïnstrueerd.
•
De enkelvoudige verankeringspunten moeten jaarlijks door een deskundig persoon gecontroleerd en
onderhouden worden.
•
Vóór iedere toepassing moeten de enkelvoudige verankeringspunten en de persoonlijke uitrusting tegen
vallen op mankementen worden gecontroleerd. Bij twijfel over de functionaliteit van de producten mogen
deze niet worden gebruikt en moet er controle door een deskundige plaatsvinden.
•
Beschadigde verankeringspunten en/of bevestigingsmiddelen en andere onderdelen van de PVU tegen
vallen mogen niet meer worden gebruikt Eventueel dient een controle van het systeem of de PVU tegen
vallen door de producent of door een deskundige te worden uitgevoerd.
•
Na een val mogen de enkelvoudige verankeringspunten niet opnieuw worden gebruikt.
•
Niet correct uitgevoerde verlijmingen of schroefverbindingen kunnen los raken en de veilige functie van de
enkelvoudige verankeringspunten in gevaar brengen!
•
Ondeskundig uitgevoerde reparaties, verkeerd onderhoud en/of manipulaties van enkelvoudige
verankeringspunten en hun onderdelen leiden tot een gevaar voor lijf en ledematen. In dit geval vervalt
elke garantie en is alle aansprakelijkheid van SKYLOTEC GmbH uitgesloten.
•
Het product mag uitsluitend met verbindingselementen (let op conformiteit met EN 362) en een
persoonlijke veiligheidsuitrusting tegen vallen worden gebruikt.
•
Bij gebruik van verdere persoonlijke veiligheidsuitrustingen dienen de betreffende gebruiksaanwijzingen en
de geldende voorschriften in acht te worden genomen.
4.

ALGEMENE MONTAGEVOORWAARDEN

Alle afzonderlijke onderdelen moeten vóór montage van vuil worden ontdaan.
Het systeem mag niet in aanraking komen met agressieve stoffen en chemicaliën alsmede specie, cement of
vergelijkbare stoffen.
Specieresten en/of andere verontreinigingen dienen onmiddellijk te worden verwijderd,, zodat het functioneren van
het product niet wordt beperkt.
De montage van de producten dient strikt overeenkomstig de montagehandleiding van de fabrikant plaats te
vinden.
Afwijken hiervan is niet toegestaan. Voor de montage en vervanging mogen alleen originele SKYLOTEC-
onderdelen worden gebruikt. De combinatie met onderdelen of elementen van andere fabrikanten of leveranciers
kan een gevaar opleveren voor lijf en ledematen!
De onderdelen moeten voorzichtig worden behandeld en mogen niet ondeskundig worden gebruikt. Op iedere in-
en uitstapplaats moet een set aanduidingsborden worden aangebracht.
Bij staande bouwwerken worden bij montage bovendien de volgende veiligheidsmiddelen voorgeschreven:
Opvanggordel conform EN 361 en afzonderlijke veiligheidskabel met valdempers conform EN 354/355.
Aangezien structureel verankerde bevestigingspunten / systemen niet langer onderworpen zijn aan de
PSA-richtlijn, mogen deze niet meer CE-gemarkeerd zijn. In Duitsland is voor dergelijke producten een
goedkeuring van de instantie voor bouwtoezicht voorgeschreven. In Europa gelden voor deze producten
verschillende nationale eisen, onder bepaalde omstandigheden is een specifieke goedkeuring vereist.
MAT-MA-0018-NL SECUPIN
plannen en installeren
23/01/2015
van de verankeringsinrichtingen
Het systeem mag alleen met de door Skylotec
de BG-informatie
Pagina 3 van 16