De Benning It 105 In- En Uitschakelen; Controleren Van De Batterijstatus; Sonde Met Test-Knop; Spanning, Frequentie En Draaiveld (Fasevolgorde) - Benning IT 105 Notice D'emploi

Masquer les pouces Voir aussi pour IT 105:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 35
Elke keer, voordat het apparaat in gebruik wordt genomen, moet het worden gecontroleerd
op beschadigingen. Ook de veiligheidsmeetsnoeren dienen te worden nagekeken.
8.1.1

De BENNING IT 105 in- en uitschakelen

-
Draai de draaischakelaar 1 van de schakelaarstand „OFF" F naar de gewenste meetfunctie om de
BENNING IT 105 in te schakelen.
De BENNING IT 105 wordt na ongeveer 5 minuten automatisch uitgeschakeld (APO, Auto-Power-Off).
-
Het schakelt weer in wanneer de draaischakelaar 1 wordt ingeschakeld vanuit de schakelaarstand
„OFF".
8.1.2

Controleren van de batterijstatus

De BENNING IT 105 voert een automatische batterijtest uit tijdens het opstarten en tijdens het gebruik.
Lege batterijen worden aangegeven door een batterijsymbool
terijsymbool
I knippert, moeten de batterijen onmiddellijk worden vervangen (zie deel 9.3 „Batterij
vervangen").
8.1.3

Sonde met TEST-knop

De testsonde met geïntegreerde TEST-knop kan worden gebruikt in plaats van de rode 4 mm-testkabel.
Het meetproces kan dus worden gestart via de TEST-knop 4 op de BENNING IT 105 of via de testsonde.

8.2 Spanning, frequentie en draaiveld (fasevolgorde)

-
Met de draaischakelaar 1 de gewenste functie (V) A selecteren.
-
Verbind de meetsnoeren volgens afbeelding 3, 4, 5 of 7 met de BENNING IT 105 en maak contact met
het testobject.
-
De spanningsmeting start automatisch, de TEST-knop 4 of de functietoetsen F1 t/m F4 3 hoeven niet
ingedrukt te worden.
-
De hoofddisplay K toont het spanningspotentiaal tussen de rode L/L1 5 en de zwarte N/L3 7 meet-
invoer.
-
In het geval van wisselspanning (AC), toont de subdisplay J ook de frequentie (Hz).
-
Bovendien wordt de fasevolgorde (rotatieveld) weergegeven in het driefasige netwerk. Een rotatie met
de klok mee (fase 1 vóór fase 2) wordt gegeven wanneer het symbool „L1 L2 L3" H wordt weergege-
ven en de meetinvoeren als volgt op de fasegeleiders (fasen) worden aangesloten:
Rood 5 met L1, groen 6 met L2 en zwart 7 met L3.
Een rotatie tegen de klok in (fase 2 vóór fase 1) wordt aangegeven door het symbool „L1 L3 L2" H.
8.3 Lage weerstand (R
De meting van de weerstand van de beschermingsgeleider mag alleen worden uitgevoerd
op losgekoppelde systeemcomponenten.
De meting van de weerstand van de beschermingsgeleider kan worden vervalst door paral-
lel geschakelde impedanties van extra bedrijfscircuits en door compenserende stromen.
Als een spanning van> 30 V AC/DC op het testobject wordt toegepast, waarschuwen een
knipperend waarschuwingssymbool
externe spanning. De externe spanning wordt weergegeven op het digitale display 2 en de
meting wordt geblokkeerd. Schakel het circuit spanningsloos en herhaal de meting
-
Kies met de draaischakelaar 1 de gewenste functie (R
-
Op de digitale display 2 worden de symbolen van de functietoetsen F1 A tot F4 D kort weergegeven.
Met behulp van de functietoetsen F1 tot F4 3 kunnen de volgende instellingen worden gemaakt, die
opgeslagen blijven tot de volgende wijziging:
F1
Zoemer (F1):
Wanneer de zoemer wordt geactiveerd, klinkt er een signaal bij meetwaarden < 20 Ω.
11/ 2018
) met 200 mA teststroom
LOW
F2
BENNING IT 105
en een signaaltoon over de aanwezigheid van een
) E.
LOW
F3
I op de display 2 . Zodra het bat-
AUTO
F4
76

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières