Minifor Met Hijsblok; Speciale Minifor - Evers minifor TR 10 Notice D'instruction

BELANGRIJK: De opening van het toestel, met
uitzondering voor het vervangen van de
zekering, mag uitsluitend door een door
TRACTEL® bevoegd erkend reparateur worden
uitgevoerd.
11. MINIFOR MET HIJSBLOK (fig. 25.c)
11.1. Beschrijving
Een minifor™ hijsblok kan op alle minifor™
modellen worden gemonteerd. Deze montage
verdubbelt het vermogen van het toestel (maximale
gebruiksbelasting) (behalve model TR 50).
Daartegenover vermindert de snelheid met de helft.
De minifor™ mag niet met ander materiaal uitgerust
worden dan met de minifor™ hijsblok. Geen enkel
ander aanvullend systeem mag toegevoegd
worden.
Een minifor™ hijsblok bevat (Fig. 21) :
• Een ophanginrichting van de draagstreng.
• Een takelblok uitgerust met een veeraangedreven
NL
hoge eindaanslag.
• Een montagehandleiding.
Deze uitrusting mag uitsluitend gebruikt worden
voor het uitrusten met een hijsblok van een
minifor™.
11.2. Montage
De gebruiker moet noteren dat, bij deze montage,
de nodige kabellengte minstens het dubbel
bedraagt van de hijshoogte, plus ongeveer 2 meter
waarvan één meter slappe, zichtbare streng.
De veeraangedreven eindaanslag gemonteerd op
de takelblok is voorzien om de hoge eindaanslag,
bijgeleverd bij de kabel, te vervangen. Als men
echter het opwaarts traject wenst te beperken, is
het mogelijk een hoge standaard eindaanslag te
plaatsen tussen de katrol en de ingang van de
kabel van het toestel gekenmerkt door een pijl.
BELANGRIJK: Verdubbel bij deze montage de
maximale gebruiksbelasting die in rekening
genomen moet worden bij de
veiligheidsberekeningen.
NOTA: Zorg ervoor de takelblok te monteren
zodat de veeraangedreven eindaanslag zich op
de kabel bevindt, tussen de katrol en de ingang
van de kabel van het toestel. Zie
instructiehandleiding van het montagepakket.
Figuur 25 toont de verschillende configuraties
van de minifor™.
NOTA: Rekening houdende met de risico's op
verwarring van de strengen van de hijskabel, is
het raadzaam de minifor™ alleen te gebruiken
voor het verticaal, direct hijsen (Fig. 5) als hij met
een hijsblok uitgerust is.
Evers GmbH • Graf-Zeppelin-Straße 10-12 • 46149 Oberhausen • Telefon (02 08) 99 475-0 • Telefax (02 08) 99 475-31 • E-Mail evers@eversgmbh.de • www.eversgmbh.de
10
Heben • Sichern • Fördern • Verpacken
11.3. Bediening
Bij de bediening van dit systeem moet de operator
er in het bijzonder voor zorgen dat de last niet
gaat draaien, om de verwarring van de drie
strengen van de kabel (twee belaste strengen +
slappe streng) te vermijden. Stop onmiddellijk de
beweging van de last als de slappe streng met de
andere strengen verward raakt en ontknoop voordat
u de beweging opnieuw hervat.
Raadpleeg, voor meer details over het gebruik van
de minifor™ met hijsblok, de bij het minifor™
systeem bijgeleverde instructiehandleiding.

12. SPECIALE MINIFOR

12.1 Minifor TR10/TR30 met ingebouwde
oprolinrichting
De modellen TR10/TR30 kunnen uitgerust worden
met een veeraangedreven kabeloprolinrichting
(optie), geleverd met kabel leverbaar in twee
verschillende lengten naargelang de aanvraag: 20,
27 or 40 m (fig 25.d).
Deze uitrusting schaft de aanwezigheid van een
"slappe streng" van variabele lengte af.
Het geheel is geleverd met twee eindaanslagen, hoog
en laag, gemonteerd op de kabel. De haak van de
kabel is uitgerust met een ballast. Deze ballast is
onontbeerlijk en mag niet verwijderd worden.
De oprolinrichting moet in het fabriek
gemonteerd worden. De gebruiker kan zijn toestel
naar Tractel terugsturen om het uit te laten rusten
met deze oprolinrichting.
Het toestel moet geplaatst en gebruikt worden
zodat de oprolinrichting vrij kan draaien, zonder
tegen een extern obstakel te schuren.
BELANGRIJK: De minifor™ uitgerust met een
oprolinrichting mag niet steunend op een
platform worden gebruikt (risico op wrijvingen).
12.2 Minifor met HF afstandsbediening
(fig. 25.b)
Alle minifor™ modellen kunnen geleverd worden met
een afstandsbediening (optie), samengesteld uit
een draagbare commandozender (Fig. 22.a) en
een ontvangtoestel dat zich op het toestel bevindt
(Fig. 22.b). De zender werkt met batterijen. En
oplader (voeding van 100 tot 250 Vca uitgang 12
Vcc 150 mA) is bijgeleverd. Dankzij deze inrichting
is het mogelijk op afstand het stijgen, het dalen en
de stop van het toestel te bevelen, zonder
bedieningskabel. Het systeem werkt door
transmissie van gecodeerde HF radiogolven.
De codering van elk toestel kan door de gebruiker
gewijzigd worden, hoofdzakelijk voor het