VERWIJDEREN
Kies in de lijst zoals hierboven beschreven de transponder die moet
worden gewist en druk op de groene toets. Bevestig de controle-
vraag met JA.
TOEVOEGEN
Druk op de rode toets om een nieuwe transponder aan te maken.
De instelmogelijkheden zijn identiek aan BEWERKEN.
LNB
Hier stelt u de gewenste LNB-spanning in.
SPANNING
LNBTYPE
Voer hier de oscillatorfrequentie bij uw LNB-type in. Standaardin-
stelling is UNIVERSEEL.
22KHZ TOON Hier kunt u eventueel geluid instellen, standaardinstelling is AUTO.
TONEBURST
Stel als uw satellietinstallatie een tone-burst nodig, heeft hier
BURST A of B in.
DISEQC
Stel als u een satellietantenne met meerderde LNB's of een DiSE-
1.0/1.1
qC-schakelaar hebt aangesloten, hier de gewenste LNB in.
MOTOR
Kies als uw satellietantenne over motoraandrijving beschikt, met
de gewenste DiSEqC-versie. Druk de toets O K in om de anten-
nepositie te bepalen.
UNICABLE
Onderstaande UNICABLE-instellingen kunnen hier worden
aangepast.
SLOT
FREQUENZ Hier kunt u de center-frequentie instellen.
PIN
LNB
CONTRO
LEREN
Instelling
Hier kunt u de gewenste zender instellen.
Hier kunt u de satellietpositie instellen.
Kies het gewenste LNB.
Druk op de toets OK om de instellingen toe te passen.
Ingebruikname
37