KRESS 800 FDF Mode D'emploi page 76

76 Nederlands
Slipbeveiliging
De beide slipbeveiligingen 9 verhinderen dat de
machine tijdens het frezen van lamellengroeven
zijwaarts wegglijdt.
Voor het frezen van lengtegroeven, waarbij de
machine zijwaarts geleid wordt, moeten de slipbe-
veiligingen 9 naar binnen worden gezet door deze
te draaien.
Frees-veiligheidsafscherming
De frees-veiligheidsafscherming 8 moet altijd ge-
NL
monteerd zijn ter bescherming tegen aanraking
(uitzondering: verticale middenwandverbinding).
Druk de veiligheidsafscherming 8 van onderen op
de aanslag 6 en laat deze vastklikken.
Bediening
In- of uitschakelen
Duw de aan/uit-schakelaar 16 naar voren om de
machine in te schakelen.
Druk op de naar buiten gekantelde voorkant van
de aan/uit-schakelaar 16 om de machine uit te
schakelen.
Freesdiepte instellen
De freesdiepte wordt met het stelwiel 17 inge-
steld. Het stelwiel moet in de desbetreffende
stand vastklikken. Voor de meest gangbare lamel-
lendeuvelverbindingen zijn de overeenkomstige
waarden vooraf ingesteld:
Lamellendeuvels
Nr. 0
Nr. 10
Nr. 20
Simplex
Duplex
maximaal
Voor speciale toepassingen kan de freesdiepte
traploos ingesteld worden van 0 - 19,0 mm:
Zet het stelwiel op de positie „max".
Schuif de machine zo ver naar voren, tot het frees-
gereedschap de gewenste freesdiepte bereikt.
Stel de freesdiepteaanslag 18 in door de contra-
moer 20 los te draaien en de instelschroef 19 op
FDF-NL / 0802
Instel- Freesdiepte
waarde
0 8,0 mm
10 10,0 mm
20 12,3 mm
S 13,0 mm
D 14,7 mm
max. 19,0 mm
deze maat in te draaien (1 omwenteling = 0,7
mm). Draai de contramoer weer vast.
Aanslag 6 instellen
Groefhoogte-instelling
Met de in hoogte verstelbare geleider 10 kunt
u de afstand tussen de bovenkant van het
werkstuk en de te frezen groef vastleggen.
Draai de vastzetschroef 10 los en stel de groef-
hoogte in op de schaalverdeling 14. Draai de vast-
zetschroef 10 weer vast.
OPMERKING:
Stel de in hoogte verstelbare geleider in op de
helft van de werkstukdikte, zodat de groef in het
midden van het werkstuk wordt gepositioneerd.
Voorbeeld: Stel bij een 12 mm dik werkstuk op de
hoogteschaalverdeling 6 mm in.
De juiste groefhoogte moet afhankelijk van mate-
riaaldikte en materiaalsoort proefondervindelijk
worden bepaald.
Standenaanslag
Met behulp van de standenaanslag 11 kunnen
drie verschillende groefhoogten worden ingesteld.
De standenaanslag is in de fabriek op 16, 19 en
25 mm ingesteld.
Draai de contramoer 12 los en draai de aanslag-
schroef 13 zover, tot de gewenste hoogte bereikt
is. Draai de contramoer vast. Draai de stan-
denaanslag altijd zover tot deze in de gewenste
stand vastklikt.
Groefhoekinstelling
Met de verstekgeleider 6 kunt u eenvoudig
frezen aan verstek.
Draai de vastzetschroef 21 los en stel de groef-
hoek in op de schaalverdeling 22. Draai de vast-
zetschroef 21 weer vast.
Gereedschap vervangen
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u het gereedschap instelt,
accessoires verwisselt of het gereed-
schap weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
onbedoeld starten van het gereed-
schap.
Bediening