Velleman CAMCOLBUL36 Mode D'emploi page 13

AREA NO 0–7 U kunt tot 8 zones instellen. Selecteer de gewenste zone en gebruik de onderstaande
instellingen.

STATUS: selecteer ON om de geselecteerde privacyzone te activeren; selecteer OFF
om de functie te deactiveren.

HORIZON SIZE: stel de breedte [a] in pixels) van de
privacyzone in.

VERTICAL SIZE: stel de hoogte [b] (in pixels) van de
privacyzone in.

HORIZON MOVE: stel de afstand (in pixels) vanaf de
linkerkant van het scherm [c] voor de privacyzone in.

VERTICAL MOVE: stel de afstand (in pixels) vanaf de
bovenkant van het scherm [d] voor de privacyzone in.
7.11 Bewegingsdetectie
Gebruik deze functie voor bewegingsdetectie tijdens de live-monitoring. U kunt tot 4 detectiegevoelige
zones instellen. Detecteert de camera een beweging, dan knippert de buitenrand van die zone.
Menu: DIRECTION
SENSITIVITY Stel de gevoeligheid van de bewegingsdetectie in. Een hogere waarde betekent een
hogere gevoeligheid. Voor het instellen van de gevoeligheid kunt u kiezen uit de
volgende opties: WEAK (zwak); LOW (laag); MIDDLE (gemiddeld), en HIGH (hoog).
AREA NO 0–3 U kunt tot 4 zones instellen. Selecteer de gewenste zone en gebruik de onderstaande
instellingen.

STATUS: selecteer ON om de geselecteerde detectiezone te activeren; selecteer OFF
om de geselecteerde detectiezone te deactiveren.

COLOR: stel de kleur van de detectiezone in. Detecteert de camera een beweging,
dan knippert de buitenrand van de zone in deze kleur.

HORIZON SIZE: stel de breedte [a] (in pixels) van de
detectiezone in.

VERTICAL SIZE: stel de hoogte [b] (in pixels) van de
detectiezone in.

HORIZON MOVE: stel de afstand (in pixels) vanaf de
linkerkant van het scherm [c] voor de detectiezone in.

VERTICAL MOVE: stel de afstand (in pixels) vanaf de
bovenkant van het scherm [d] voor de detectiezone
in.
7.12 Taal
Gebruik deze functie om de taal van het OSD-menu in te stellen.
8. Probleemoplossing
Geen beeld
Controleer de voedingsspanning en polariteit. Controleer of alle kabels correct aangesloten zijn.
Controleer of het correcte ingangskanaal geselecteerd is op de monitor.
Ruis/rimpel in het beeld
Ruis/rimpel kan vele oorzaken hebben. Controleer of de voedingsbron stabiel is. Houd video- en
voedingskabels van de camera uit de buurt van stroom- en datakabels. Gebruik uitsluitend kabels van
hoogwaardige kwaliteit. Worden de camera en monitor gevoed door bronnen met een verschillende
aarding, dan kan dit grondlussen veroorzaken. Is dit het geval, installeer dan een aardlusisolator, of sluit
de camera en de monitor aan op dezelfde voedingsbron.
De achtergrondkleur van het beeld verandert constant
Het elektromagnetisch veld van fluorescentielampen kan kleurafwijkingen veroorzaken. Verminder het
aantal fluorescentielampen of verhoog de afstand tussen de camera en de lampen.
V. 01 – 10/03/2014
CAMCOLBUL36
13 ©Velleman nv