Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
5. Installatie
5.1 Voorafgaande controles vóór de instal-
latie
Vóór elke installatie moet de installateur deze
handleiding in bezit hebben en er op juiste wijze
voor zorgen dat de constructie waarop het anker
wordt aangebracht geschikt is voor het beoogde
gebruik van het Tractel
Controleer met name voorafgaand aan elke in-
stallatie of:
1. het verankeringssysteem zich boven de ver-
plaatsingszone van de gebruiker bevindt.
2. de installateur over de noodzakelijke gereed-
schappen beschikt om de Tractel
ringsvoorziening te installeren, met name:
- een pijpsleutel 19 mm - een momentsleutel
met dop van 19 mm
- een set moersleutels 10 tot 24 mm.
het gereedschap dat nodig is voor beves-
tiging op beton of staalconstructies wordt
gespecificeerd in de installatie-instructies van
de fabrikant voor de bevestiging (pluggen,
bouten, etc.).
3. de markering op het verankeringssysteem
aanwezig en leesbaar is.
4. op geen van de onderdelen van het Tractel
verankeringssysteem belangrijke vervormin-
gen en/of corrosie zichtbaar zijn.
5. de zone een toegangspunt heeft waarmee
de operator zich veilig aan het ankerpunt kan
vastkoppelen.
5.2. Installatie
De volgende installatieprocedure verwijst naar
afbeelding 2.
De Tractel
tracrod basis voor ankerpunten voor
®
valbeveiliging kunnen op verschillende soorten
constructies worden aangebracht:
kan worden geïnstalleerd op een construc-
tie van beton (item 16) met twee chemische
verankeringssysteem.
®
veranke-
®
of mechanische pluggen of op een metalen
constructie (item 8) met twee bouten (items
9, 10, 11) die niet worden meegeleverd met
het verankeringssysteem.
« GEVAAR »: De bevestigingsmiddelen
van het ankerpunt moeten verticaal wor-
den geïnstalleerd op ±1°.
« WEES VOORZICHTIG .» Als de be-
vestigingspennen van het ankerpunt (item
9) boven het installatieoppervlak (afb. 1,
item 9) uitsteken, zal het installatieopper-
vlak ook uitsteken. 2) mag niet langer zijn
dan 33 mm.
« GEVAAR »: De trekkracht van elk be-
vestigingsmiddel
1 150 daN zijn bij 12 mm diameter
« GEVAAR »: Alle schroeven, moeren en
M12-bevestigingsbouten moeten worden
vastgedraaid met een aanhaalkoppel van
3+/- 0,5 daN.m.
Installatieprocedure:
a) Plaats het spil van de bevestigingsmiddelen
(item 9, 10) in het midden van het veranke-
ringssysteem(item 4)
b) Bevestig het verankeringssysteem met twee
bouten (item 9, 10, 11) voor bevestiging aan
®
een metalen structuur (item 8); draadeinden
M12 (item 9, 10, 11) voor pluggen in het geval
van bevestiging op een betonoppervlak (item
16).
BELANGRIJK: Het is essentieel om een
M12 RVS sluitring te plaatsen (item 11) tus-
sen de behuizing van het verankeringssys-
teem (item 3) en de schroefkop of bevesti-
gingsmoer (item 9, 10).
d) Draai de M12-bevestigingsmiddelen vast
(item 9, 10) met één of twee 19 mm moer-
sleutels.
f) Zet de bevestigingsmiddelen (item 9, 10, 11)
vast op het hierboven aangegeven aanhaal-
koppel.
moet
minimaal
37
NL
Publicité
Table des Matières
