Black & Decker BDCIM18 Mode D'emploi page 43

De accu opladen (fig. A)
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen
en ook zodra deze niet meer voldoende vermogen levert
voor taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevo-
erd. Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is
normaal en duidt niet op een probleem.
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij omgeving-
stemperaturen onder 10° C of boven 40° C. Aanbevolen
laadtemperatuur: ongeveer 24 °C.
Opmerking: De lader functioneert niet als de tem-
peratuur van de accu lager is dan ongeveer 10° C of
hoger dan 40° C. Laat de accu in dat geval in de lader
zitten. De lader wordt automatisch ingeschakeld wan-
neer de accu de juiste temperatuur heeft.
Als u de accu (8) wilt opladen, schuift u de accu in
u
de lader (7). De accu past maar op één manier in de
lader. Forceer de accu niet tijdens het aansluiten. Zorg
ervoor dat de accu goed in de lader is geplaatst.
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
u
Het groene oplaadlampje gaat knipperen om aan te geven
dat de accu wordt opgeladen.
Als het groene lampje continu brandt, is de accu volledig
opgeladen. De lader en de accu kunnen voor onbepaalde
tijd verbonden blijven. Het groene oplaadlampje gaat
branden wanneer de lader de accu van tijd tot tijd bijlaadt.
Lege accu's dient u binnen een week op te laden. Als
u
u accu's leeg bewaart, wordt de levensduur van de
accu's aanzienlijk verminderd.
De accu in de lader laten zitten
U kunt de accu gedurende onbeperkte tijd in de lader
laten zitten terwijl het groene oplaadlampje brandt. De
lader zorgt ervoor dat de accu altijd volledig opgeladen is.
Aan/uit-schakelaar met variabele snelheden
(figuur D)
U schakelt het gereedschap in door op de schakelaar
u
met variabele snelheden (1) te drukken.
U schakelt het gereedschap uit door de schakelaar
u
voor variabele snelheden (1) los te laten.
Opmerking: Het gereedschap is uitgerust met een rem.
De spanknop stopt zodra de schakelaar met variabele
snelheden volledig wordt losgelaten.
(Vertaling van de originele instructies)
Met de schakelaar met variabele snelheden (1) kunt
u
u de beste snelheid voor een bepaalde toepassing
selecteren.
Hoe vaker u op de schakelaar met variabele snel-
u
heden (1) drukt, hoe sneller het gereedschap wordt.
Hoe vaker u op de schakelaar met variabele snel-
u
heden (1) drukt, hoe sneller het gereedschap wordt.
Gebruik lagere snelheden om een begin te maken met
u
gaten zonder een centerpons, om metalen of plastics
te boren of schroeven te draaien.
Opmerking: Het wordt afgeraden het gereedschap con-
tinu in de modus met variabele snelheid te laten werken.
Dit kan de schakelaar beschadigen en moet worden
vermeden.
De draairichting selecteren (fig. D)
Voor boren en het vastdraaien van schroeven, gebruikt
u de voorwaartse draairichting (rechtsom). Voor het
losdraaien van schroeven of het verwijderen van een vast-
gelopen boorbit, gebruikt u de tegengestelde draairichting
(linksom).
Als u vooruit draaien wilt selecteren, laat u de
u
schakelaar met variabele snelheden (1) los en drukt u
de vooruit/achteruit-schuifknop (2) aan de rechterkant
van het gereedschap.
Als u achteruit draaien wilt selecteren, laat u de
u
schakelaar met variabele snelheden (1) los en drukt u
de vooruit/achteruit-schuifknop (2) aan de linkerkant
van het gereedschap.
U kunt het gereedschap vergrendelen door de schuif-
u
knop voor vooruit/achteruit (2) in de middelste stand te
zetten.
Zorg ervoor dat u de schakelaar met variabele snelheden
(1) loslaat voordat u de stand van de knop voor vooruit/
achteruit (2) wijzigt.
Opmerking: De eerste keer dat het gereedschap wordt
gebruikt nadat de draairichting is gewijzigd, hoort u een
klik wanneer u het gereedschap opstart. Dit is normaal en
duidt niet op een probleem met het gereedschap.
Opmerking: Het geluid dat het gereedschap maakt wan-
neer het in contact komt met het te boren oppervlak is nor-
maal en duidt niet op een probleem met het gereedschap.
NEDERLANDS
43