Algemene Opmerkingen - KLIPPO EXCELLENT S Instructions D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 16
NL
Gebruiksaanwijzing voor
KLIPPO maaimachines
Modellen: Excellent S, Excellent S GCV, Comet S, Comet S GCV, Comet SE, Pro 19 S, Pro 21 S, Pro 21 S GCV.
Motoren: Briggs & Stratton; Quantum XRQ ReadyStart, DOV ReadyStart, Intek Edge, Honda; GCV 135, GCV 160.
Gefeliciteerd met de aankoop van een KLIPPO maaimachine. Teneinde de best resultaten te verkrijgen met de
maaimachine adviseren wij U om de gebruiksaanwijzing zorgvudig te lezen.
Veiligheidsinstructies voor motormaaimachines
met horizontaal draainde messen
Deze instructies moeten zorgvuldig gelezen worden vóór
ingebruikname van demaaimachine.
. Kom noolt met handen of de voet in de buurt van
draainde messen, steek nooit Uw hand in de grasuit-
worp opening van de machine zonder U er eerst op te
verwijzen dat het mes stilstaat en dat de bougiedop
van de bougie is verwijderd.
2. Zet de motor op stop en verwijder de bougiedop van
de bougie vóórdat U aan het maaimes komt. Rond-
draaien van het maaimes kan anders een motorstart
veroorzaken.
3. Laat de machine nooit onbeheerd achter zonder eerst
de motor af te zetten.
4. Knoei nooit aan de motortoerenregelaar. Bescherm en
veiligheidsapparatuur mogen nooit verwijderd worden
of uit zÿn functie genomen worden.
5. Vul géén brandstof bij met draaiende of warme motor.
Niet roken als U rich in de nabÿheid bevindt van de
maaimachine of als U benzine bÿvult! WAARSCHU-
WING! Benzine is brandgevaarlÿk! Laat de benzinedop
op de maaimachine vastgedaaid zitten, en vul geen
benzine bÿ, als de maaimachine gestart is.
6. Sta kinderen nooit toe, of andere personen die niet
weten hoe de maaimachine fungeert, de maaimachine
e bedienen. Laat geen mensen of dieren zich tÿdens
het maaien in de nabyheid van de maaimachine op-
houden. Ook al is de maaimachine goed beveiligd, kan
Montage van de stuurboom – Maaihoogte
BOVENHANDEL
Dit kan zonder gereedschap geschieden. De bovenhandel
wordt door middel van een sterke handelmoer op de on-
derhandel vastgezet.
STUURBOOM POSITIE
Voor maaiwerk kort langs struiken of muren kan de stuu-
boom indien gewenst d.m.v. de handelmoer naar links of
rechts worden versteld. Tevens is het bovenste deel van de
stuurboom in verschillende hoogtestanden verstelbaar. De
stuurboomhoogte worden versteld in de hoogtestand door
de plastic knop onderaan de stuurboom een halve slag te
draaien (fig. ).
Klippo maaiers zijn uitgerust met een centraal maaihoogte-
regelsysteem waarbij d.m.v. één handel de maaihoogte in
Voor het starten van de motor
VOORDAT EEN MOTOR VOOR DE EERSTE KEER GESTART WORDT
meet de motor met olie worden gewuld (Fig. 3). Lees het
bijgevoegde motorinstructieboek. Draai de peilstok eruit
en vul ca. 0,55 liter motorolie type SAE 30 of Klippo olie
nr. 50287350 of volgens de gebruikershandleiding van
de motor. Vul olie bij tot het full merkteken op de peilstok,
(niet overvullen) waarbij de machine vlak dient te staan. Pas
32
het vookomen dat iemand wordt geraakt door een steen
of een ander vast voorwerp dat door de maai- machine
wordt weggeslagen.
7. Hoe minder mensen zich in de nabijheid van de maai-
machine ophouden hoe beter. Daardoor is het risico dat
iemand wordt geraakt door een steen of ander vast voowerp
dat door de maaimachine wordt weggeslagen kleiner.
8. Om te voorkomen dat dit kan gebeuren is het raadzaam
eventuele stenen of andere voorwerpen van het gazon te
verwijderen. Zet altijd eerst de motor uit voordat met de
machine over gravel/grindpaden wordt gereden.
9. Laat niemand met de machine werken als niet eerst
gebruiks/veiligheidsinstructies zijn gegeven. Gebruik
de maaimachine alleen voor het maaien van uw gras.
Niet voor andere doeleinden! Draag een lange broek en
geschikte schoenen tÿdens het maaien. Denk eraan dat
een grasmatglad kan zÿn!
0. Comet SE: Laat de machine niet onbeheerd met de
startsleutel erin.
. Koppel altijd de bougiekabel los van de bougie voor
u iets onder de maaikast aanraakt, bijvoorbeeld het
mulchersysteem verwijdert of monteert.
2. Gebruik de machine nooit als de bescherming of de
beveiligingsinrichtingen beschadigd zijn. Inspecteer de
machine telkens voor gebruik. Controleer regelmatig of
alle schroeven en moeren aangehaald zijn, vooral het
mes en de motor.
verschillende standen van 3 - 6 cm. Kan worden ingest-
eld.
Beweeg de handel vóóruit voor een grotere maaihoogte Pas
de maaihoogte altijd goed aan de maaiomstandigheden
aan. Maai het gras nooit onnodig kort. Te kort maaien geeft
een minder mooi grasspreidingsbeeld en/of bemoeilijkt het
grasvangen terwijl de kans op scalperen groter wordt.
Mulchersysteem Deze is bij levering gemonteerd op de
machines Excellent en Comet, terwijl hij los wordt meegele-
verd bij de Pro-modellen. Wordt gemonteerd/gedemonteerd
door twee schroeven achterop de kast (zie afbeelding 6)
los/vast te schroeven. Zorg ervoor dat voor het eventueel
monteren/demonteren de bougiekabel losgemaakt is van de
bougie!
op met vullen. Af fabriek is de olie weer afgetapt waarbij
altijd een kleine hoeveelheid achterblijft. Een niewe motor
kangedurende de eerste draaiminuten enigzins roken en ook
stinken. Dit laatste wordt veroorzaakt doordat de uitlaat
heet wordt waardoor verkleuring van de uitlaat optreed en
ook lak kan gaan afblderen.
OLIECONTROLE
Controleer het oliespeil steeds vóór het starten of anders
minstensiedere vijf draaiuren. Draai de peilstok eruit en maak
hem schoon, bij een vlak staande motor (machine) moet de
olie altijd tot aan het full merkteken staan. (Fig. 3)
INLOPEN EN OLIEVERVERSEN
Een nieuwe motor is reeds correct afgesteid. Het is ver-stan-
dig een nieuwe motor gedurende de eerste vijf draaiuren
niet vol te belasten. Denk eraan na de eerste vijf draaiuren
Starten van de motor
Intek Edge-motoren
. Starten van een koude motor. Zet de gashandel in de
volgasstand (haas). Druk 3 keer zorgvuldig op de pri-
mer- starter (Fig. 4). Deze is geplaatst op de voorzijde.
Om een warme motor te starten is het gebruik van de
primer- starter meestalniet nodig.
2. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de veilig-
heidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
3. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor
te doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk
zijn deze procedure enkele keren te herhalen. Indien
de motor desondanks niet aanslat kan een hernieuwde
poging gedaan worden met de gashandel in de station
airstand (schildpad).
Quantum XRQ ReadyStart, DOV ReadyStart-motoren
. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de vei-
ligheidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
2. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor
te doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk
zijn deze procedure enkele keren te herhalen. Indien
de motor desondanks niet aanslat kan een hernieuwde
poging gedaan worden met de gashandel in de station-
airstand (schildpad).
MODELLEN MET HONDA-MOTOREN
. Bij het starten van een koude motor zet u de gasschuif in
de chokestand. Schuif deze zo ver mogelijk naar voren.
Open tevens de benzinekraan (achter het luchtfilter aan
de linkerkant van de motor). Wanneer de motor verzopen
is, probeer dan te starten met de gasschuif in stationair.
(schildpad). Start de motor nog steeds niet, neem dan
de bougie uit en reinig deze van benzine en eventueel
vuil. Bij het starten van een warme motor hoeft de choke
normaal gesproken niet te worden gebruikt.

Algemene opmerkingen

Met een maaimachine mag nooit over vaste objecten worden
gereden. Controleer altijd eerst of het gazon schoon is van
vreemde voorwerpen zoals b.v. stenen, takken of botten.
Pas ook goed op voor soms deels door het gras moeilijk
waar te nemen obstakels zoals b.v. stalen pijpen (voor
de bekende waslijn) of omhoog liggende tegels. Markeer
deze plekken. Bedien de machine op verant-woorde wijze,
kom nooit met handen of voeten in de buurt van draainde
messen. Laat nooit een machine met draainde motor (en
messer!) onbeheerd staan. Zorg dat kinderen zich niet in
de onmiddelijke nabijheid van een draaiende machine
ophouden. Denk er ook aan dat zelfs indien de motor net is
uitgezet de uitlaat nog altijd heet is. Neem de cantactsleutel
eruit (bij elektrisch gestarte modellen) als de machine niet
gebruikt wordt.
de olie te verversen (vervangen) en dit daarna iedere
vijfentwintig draaiuren te herhalen.
BENZINE
Gebruik loodvrije 95 oktaan benzine. Zet de motor af vóór-
dat U benzine vult. Vul de tank niet geheel tot aan de rand
maar tot ca. 6 mm. daaronder. Laat de machine tijdens de
winter niet staan met benzine erin. Dit kan in het voorjaar
zorgen voor startproblemen.
2. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de veilig-
heidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
3. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor
te doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk
zijn deze procedure enkele keren te herhalen. Indien
de motor desondanks niet aanslat kan een hernieuwde
poging gedaan worden met de gashandel in de statio-
nairstand (schildpad).
COMET SE
Bij een nieuwe machine kan het zijn dat eerst de batterij
moet worden opgeladen omdat deze nog niet voldoende
stroom levert in dat geval. Zie onder batterij laden. Machi-
nes met elektrische start zijn daarnaast meestal ook voor-
zien van de standard handstarter.
ELEKTRISCHE START (voor het starten de batterykabels
aansluiten)
Volg bovenstaande startprocedure volgens punt  en 2 en
draai dan de contactsleutel rechtsom om te starten tot de
motor aanslaat, laat daarop de sleutel los (Fig. 6). Normale
werkstand is gelijk aan volgas, (soms afgebeeld door een
haas). Start nooit langer dan 5 sekonden achtereen. Indien
de motor na 3 pogingen nog niet aanslaat kan de procedure
worden herhaald met de gashandel in de positie "slow"
(schildpadafbeering).
STOP
Deze machine wordt gestopt door het loslaten van devei-
ligheidsbeugel (fig. 5b). Als u alleen de aan-drijving wilt
uitschakelen terwijl de motor door moet blijven draaien
dan kunt u alleen de veiligheidsbeugel iets laten zakken
totdat de machine stil staat. Als u de aandrijving weer wilt
inschakelen, druk dan de trans-missiehandel naar voren
(Fig. 5c).
MAAITIPS
Experts zijn het ermee eens dat het beste maairesultaat
wordt bereikt indien niet meer dan éénderde deel ineens
van de graslengte wordt gemaaid. Dit stumuleert de groei
en geeft een sterker en groener gazon. Maai vaak. Twee
maaibeurtenper week is een goed germiddelde. Probeer
zoveel mogenlijk te maaien als het gras droog is. Daardoor
wordt een betere grasspreiding verkregen en machines met
een grasvanger hebben dan geen problemen met et hetop-
vangen van het gras. Indien het gras door omstandigheden
een keer erg lang is geworden is het raadzaam omeerst een
keer in de hoogste stand en daarna een keer in de gewenste
stand te maaien.
33

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Exellent s gcvPro 19 sComet sComet s gcvComet sePro 21 s ... Afficher tout

Table des Matières