Askoll Energy Saving 15-60/130 Instructions D'installation Et Fonctionnement page 61

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 35
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet overeenkomstig de
voorschriften worden uitgevoerd met een stekker en stopcontact of
door
scheidingsschakelaar met een minimale contactafstand van 3 mm en in
staat om een volledige scheiding bij overspanning categorie III omstandigheden te
garanderen.
U vindt alle elektrische informatie over de circulatiepomp op het typeplaatje.
Bij het plaatsen van de verbindingskabel moet u ervoor opletten dat hij niet in
aanraking kan komen met de buisleidingen of met het motorblok. Bij gebruik van
de pomp met vloeistoffen met een temperatuur van meer dan 70 °C moet u de
verbindingskabel gebruiken die tegen die temperatuur bestand is.
Sluit de voedingsgeleiders op de klemmen aan volgens het schema in fig. F.
Blokkeer het klemmenblok (fig. G) in zijn behuizing (fig. H) en sluit de blauwe
geleider (nulgeleider) aan op N en de zwart/bruine geleider (fase) op L. Draai de
twee schroeven (fig. I) vast en trek de stelmoer (fig. L) op de kabelgeleider aan.
De pomp valt onder de klasse II en aarding is dus niet nodig.
Een externe bescherming van de pompmotor is niet vereist.
Vergelijk de waarden van frequentie en spanning van het elektriciteitsnet met die
van het typeplaatje.
Het brandende indicatielampje (LED) zal wijzen op de aanwezigheid van de
elektrische voeding.
inwerkingstelling van de pomp
Bij pompen met permanente magneten kan de snelheid niet
LET OP!
bestuurd worden door fasesturing van de voedingsspanning.
Circulatiepompen die door een elektronische frequentieomzetter
LET OP!
worden
inschakelstroom (inrush current) die hoger is dan bij de
traditionele (asynchrone) circulatiepompen. Gezien deze stroom adviseert Askoll om
de inschakelfase van de circulatiepomp te dimensioneren. Neem voor meer
informatie contact op met Askoll.
Inschakelfrequentie: inschakelingen/uitschakelingen via de netspanning ≤20/24 h.
3.3 inwerkingstelling
Het drooglopen van de pomp moet absoluut worden vermeden.
LET OP!
Start de pomp pas nadat u de installatie volledig heeft gevuld.
Bij het starten kan de pomp lawaai maken als gevolg van de aanwezigheid van
lucht. Dit lawaai zal na een paar minuten moeten verdwijnen. Over het algemeen
vindt na korte tijd de ontluchting van de pomp plaats.
automatische detectie van de aanwezigheid van lucht - ontluchting van de
istallatie.
De circulatoren Askoll energy Saving en energy Saving Solar zijn voorzien van
een speciaal softwaresysteem dat de aanwezigheid van overmatige lucht in de
installatie detecteert.
plaatsing
in
de
bestuurd,
voedingslijn
van
hebben
bij
de
een
multipolaire
inschakeling
een
59

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières