Askoll Energy Saving 15-60/130 Instructions D'installation Et Fonctionnement page 56

pomp van tijd tot tijd. De pomp mag niet onder spanning worden gezet indien er
water aanwezig is op plekken die niet nat zouden moeten zijn.
4. gevaar voor brandwonden bij het minste contact.
Vóór iedere interventie moet u ter voorkoming van ongevallen altijd
wachten tot de pomp is afgekoeld. Raak de vloeistof of de pomp niet
aan wanneer de temperatuur ervan hoger is dan 60°C.
5. gebruiksomstandigheden
Dit is een circulatiepomp voor gebruik in verwarmingsinstallaties en voor de
circulatie van schoon water zonder schurende deeltjes.
Gebruik deze pomp niet:
• Met andere vloeistoffen dan water (bijvoorbeeld ontvlambare vloeistoffen, enz..)
(EN60335-2-51);
• Voor de circulatie van drinkwater of vloeistoffen bestemd voor menselijke
consumptie;
• Voor de circulatie van sanitair water;
• In omgevingen waar zich speciale omstandigheden kunnen voordoen, zoals
de aanwezigheid van een corrosieve of explosieve atmosfeer (stof, damp of gas)
(EN60335-2-51);
• Voor andere niet specifiek voorziene toepassingen.
Het drooglopen moet absoluut worden vermeden. Start de pomp
pas nadat u het systeem volledig heeft gevuld.
6. installatie
De circulatiepomp moet in een stabiele/vaste positie worden geïnstalleerd op een
droge, goed geventileerde, vorstvrije plek waar hij tegen waterspatten beschermd
is en waar voldoende ruimte is voor een correcte ventilatie van de circulatiepomp.
Zorg ervoor dat de pomp vóór de inwerkingstelling stevig en correct is geïnstalleerd
en dat er rondom voldoende ruimte is voor alle onderhouds-, inspectie- en
demontagewerkzaamheden.
Om oververhitting van de pomp te voorkomen, mag u er geen voorwerpen op
leggen.
Om oververhitting te voorkomen, niets op of om de pomp plaatsen.
7. elektrische aansluiting
BelangriJk - De aansluiting op het elektriciteitsnet moet worden
uitgevoerd in overeenstemming met de vereisten van de normen (EN
60335-1) met een stekker en stopcontact of door plaatsing in de
voedingslijn van een multipolaire scheidingsschakelaar met een
minimale contactafstand van 3 mm en in staat om een volledige
scheiding bij overspanning categorie III omstandigheden te garanderen.
De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd
elektricien in overeenstemming met de nationale systeemvoorschriften, de
gegevens op het typeplaatje en het schema op de terminaldoos.
Houdt u zich aan de veiligheidsnormen
54