Honeywell FENZY AERIS Notice D'utilisation page 68

BESCHRIJVING VAN DE FENZY AERIS, MONO/DUO (Afbeeldingen 1a en 1b)
De FENZY AERIS is een aanpasbaar toestel dat aan een groot aantal behoeften inzake ademhalingsbescherming kan beantwoorden.
De modulariteit van de FENZY AERIS is afhankelijk van:
•
Het type persluchtfles (materiaale, capaciteit, druk)
•
Van de schroefdraad en van de kraanvorm van de gebruikte fles
•
Van het model van het ademluchtmasker
Werkingsprincipe
Een autonoom ademluchttoestel met open circuit werkt met een reserve van perslucht onder hoge druk. Het toestel maakt het de
gebruiker mogelijk om indien nodig van inadembare lucht voorzien te worden, komende uit de fles(sen) die op de rug gedragen
wordt/worden.
De druk van de perslucht uit de fles(sen) wordt eerst verminderd naar een gemiddelde druk door de reduceerklep. Vervolgens komt de
lucht in het inademventiel om na drukvermindering in het ademluchtmasker terecht te komen aan een inadembare druk.
Het inademventiel zorgt voor een lichte overdruk in het masker, ongeacht het ademhalingsritme, waardoor de indringing van
omgevingslucht wordt vermeden.
Rugstuk en riemen
Het rugstuk verzekert het comfort en de stabiliteit bij het dragen van de fles. De anatomische pasvorm is open in het midden om
transpiratie te verminderen. Er zijn draaggrepen voorzien en drie bevestigingspunten voor een levenslijn.
De klembeugel met variabele lengte staat een gebruik toe met alle flestypes.
De draagriemen met snelle aanspanning ondersteunen de manometer. Een optionele borstriem verbindt de twee draagriemen.
Het rugstuk en de riemen ervan zijn bederfwerend en zelfdovend.
Reduceerklep (Afbeelding 2)
•
De reduceerklep verzekert de stabiliteit van de gemiddelde druk, ongeacht de restdruk in de fles(sen) of het ademhalingsritme.
•
De klep wordt bevestigd op het rugstuk en kan aangepast worden aan alle kraantypes in functie van de schroefdraad van het
wieltje.
•
De reduceerklep werkt op 200 of 300 bar.
•
Een veiligheidsklep opent wanneer de gemiddelde druk de toegestane drempel overschrijdt in het geval van een afwijkende
werking.
•
De reduceerklep is verbonden met:
- een leiding voor gemiddelde druk naar het inademventiel.
- een dubbele hogedrukleiding naar de manometer en gemiddelde druk naar het fluitje.
•
De reduceerklep wordt geregeld om een gemiddelde druk van om en bij de 7 bar te genereren.
•
Optioneel kan de tweede uitgang van de reduceerklep voorzien worden van een verbindingsstuk met gemiddelde druk waarvan
de configuratie afhankelijk is van het type gelaatstuk en van de snelle verbinding.
Manometer en fluitje (Afbeelding 3)
Een manometer met wijzerplaat stelt de gebruiker in staat om de interne druk van de fles(sen) af te lezen.
Een krachtig fluitje dat gevoed wordt door een gemiddelde druk waarschuwt de gebruiker indien de hoge druk naar 55 bar valt, wat
overeenkomt met een resterende autonomie van ongeveer 10 minuten bij een normaal ademhalingsritme.
Het fluitje treedt automatisch in werking, ongeacht de druk, en het fluitende geluid houdt aan tot wanneer de fles(sen) toegedraaid
wordt/worden of leeg is/zijn.
Optioneel kan de FENZY ARIAL uitgerust worden met een elektronische controlevoorziening FENZY ANGEL 2.
Inademventiel
Het toestel FENZY AERIS kan uitgerust worden met één van volgende ventielen:
•
SA 5000, (Afbeelding 4)
•
SA 5000 Zénith, (Afbeelding 4)
•
SX-PRO, (Afbeelding 5)
De ventielen zijn voorzien van een Air Klic en worden eenvoudig op het masker aangesloten via een palinrichting.
De verwijdering van de ventielen kan enkel via een bedoelde handbeweging gebeuren door met gelijke kracht op de knopen van de Air
Klic te duwen.
In het geval van inademventielen van het type SA 5000 of SA 5000 ZENITH stopt/start een ingebouwde koppelsensor automatisch de
overdruk in het masker bij het pallen/verwijderen van het inademventiel.
Het toestel FENZY AERIS kan alternatief met een inademventiel van het type SX-PRO uitgerust worden. In dat geval gebeurt de
uitschakeling van de overdruk in het masker automatisch bij de eerste inademing van de gebruiker.
De gebruiker kan, indien hij dat wenst, echter ook manueel de overdruk uitschakelen door in het midden van de by-passknop te drukken.
De laterale knop voor eerste inademing laat toe om na verwijdering van het inademventiel de luchttoevoer in ventiel SX-PRO te
onderbreken.
Bij gebruik in koude omstandigheden kan de aanwezigheid van eventuele vochtigheid in het inademventiel zorgen
voor de vorming van witte kristallen binnenin en bijgevolg de werking wijzigen.
Elke vorm van vochtigheid in het inademventiel en in de leiding voor gemiddelde druk is dus verplicht te vermijden.
Het is in het bijzonder noodzakelijk om het ventiel volledig droog te maken na reiniging.
De by-pass kan bij het dragen van het toestel een extra luchttoevoer in het ademluchtmasker brengen. Deze dient ook om het circuit van
het toestel na gebruik te zuiveren.
Het ventiel wordt geregeld om een statische overdruk van om en bij de 3 mbar te leveren.
NL-2