OneTouch Select Plus Manuel D'utilisation page 171

Het systeem instellen
2
3. Stel de algemene bereikgrenzen in
De meter gebruikt de ondergrens en de bovengrens die
op de meter zijn ingesteld om u te laten weten of een
testresultaat binnen, onder of boven de bereikgrenzen
ligt. De algemene bereikgrenzen die u bij de eerste
meterinstellingen hebt ingesteld, worden gebruikt voor
alle ongemarkeerde glucoseresultaten, tenzij de functie
Maaltijdmarkering Aan is gezet.
LET OP:
Raadpleeg uw arts/diabetesverpleegkundige over de onder-
en bovengrenzen die voor u het beste zijn. Houd bij keuze of
wijziging van uw grenswaarden rekening met factoren zoals uw
leefgewoontes en diabetesbehandeling. Breng nooit belangrijke
wijzigingen in uw diabetesbehandelplan aan zonder uw arts/
diabetesverpleegkundige om advies te vragen.
De algemene bereikgrenzen zijn al op de meter ingesteld, met
een lage grens van 70 mg/dL en hoge grens van 180 mg/dL.
26