Na Het Inschakelen - LORCH Basic Manuel D'utilisation

Na het inschakelen

A13 LED 'Onderhoud'
licht op bij behoefte aan onderhoud, zoals de nood-
zaak tot kalibreren
A14 Toets "Gastest / SAVE"
Na kort indrukken van deze toets vindt gedurende 30 s
een gastest plaats.
Bij geactiveerd menu wordt de ingestelde parameter-
waarde opgeslagen.
A15 LED 'Gastest'
licht op bij geactiveerde gastest.
A16 LEDs 'aanduiding waarden'
geven aan of 7-segmentindicator A12 de waarden in
meters per minuut, procent, hertz, voltage of tijd in
seconden toont.
A19 LED 'Lasspanning'
licht op als u via draaiknop A44 de lasspanning/ vlam-
booglengte in V ingeeft.
A22 LED 'Intervallassen'
licht op als de bedrijfsmodus 'Intervallassen' is geselec-
teerd
A23 LED "4-takt - individueel"
In de bedrijfsmodus "4-takt IND" zijn parameters voor
startenergie en een tweede energie beschikbaar.
A24 LED 'Elektrode'
licht op als de lasmodus 'Elektrode' is geselecteerd.
Houd toets A33 2 s lang ingedrukt.
A27 LED 'puntlassen'
licht op als de bedrijfsmodus 'puntlassen' is geselec-
teerd
A29 LED "4-takt"
licht op als de bedrijfsmodus "4-takt" is geselecteerd
A30 LED "MIG/MAG manueel"
licht op als de lasmethode 'MIG/MAG' is geselecteerd
A31 LED "2-takt"
licht op als de bedrijfsmodus "2-takt" is geselecteerd.
A32 Toets 'Lasmethode '
is bedoeld om te kunnen omschakelen tussen de
lasmethoden MIG/MAG evenals de optioneel uitbreid-
bare lasmethodes.
A33 Toets 'Bedrijfsmodus'
is bedoeld om te kunnen omschakelen tussen de be-
drijfsmodi "2-takt", "4-takt", 'puntlassen' , 'intervallassen' ,
"4-takt IND", evenals de lasmethode 'Elektrode' .
A36 LED 'Lasstroomsterkte'
licht op als u via draaiknop A41 de sterkte van de las-
stroom gaat instellen.
A37 LED "Draadaanvoersnelheid"
licht op als u via draaiknop A41 de snelheid, waarmee
lasdraad wordt aangevoerd, gaat instellen.
A40 LEDs 'aanduiding waarden'
geven aan of de 7-segmentindicator A4 de waarden in
meters per minuut of in ampère toont
A41 Draaiknop A41
is bedoeld voor het instellen van de hoofdparameters
"Draadaanvoersnelheid en lasstroom".
Dient bij geactiveerd menu om een nevenparameter
(via een parametercode) te selecteren.
01.20
A42 LED 'VRD' (alleen bij apparaten met VRD) brandt
continu bij actieve functie VRD (vermindering van de
nullastspanning).
Knippert als de uitgaande spanning de conform de
norm toelaatbare waarde overschrijdt (bijvoorbeeld
tijdens het lasbedrijf ).
A43 NFC-leesveld (Near Field Communication, "nabij veld"-
communicatie)
is bedoeld voor het uitlezen van en wegschrijven naar
NFC-kaarten en de daarmee gekoppelde functies.
A44 Draaiknop
is bedoeld voor het instellen van de hoofdparameters
'Lasspanning' en 'Type beklede elektrode' . Dient bij een
geactiveerd menu om de waarde van de nevenpara-
meter te kunnen instellen.
A45 LED NFC active
licht op als het bedienpaneel gereed is voor gegevens-
uitwisseling met een mobiele telefoon.
A46 LED SpeedArc Basic
brandt wanneer de modus SpeedArcBasic is geselec-
teerd.
SpeedArc maakt een hogere lassnelheid en een die-
pere inbranding mogelijk.
A47 LED TIG
brandt wanneer de modus TIG is geselecteerd.
2 Na het inschakelen
Na het inschakelen start het lasapparaat altijd met de laatst
gebruikte lasmethode.
Starten in elektrode-lasmethode of TIG-lasme-
thode
Werd het lasapparatuur afgesloten vanuit de
i i
9 Na het inschakelen knippert LED A24 'Elektrode' of LED
A47 'TIG' .
 Sluit de stand-by modus af door toets 32 'Lasmethode' of
toets A33 'Bedrijfsmodus' kortstondig in te drukken.
909.3039.9-02
elektrode-lasmethode of de TIG-lasmethode?
Dan start het lasapparaat om redenen van vei-
ligheid vanuit de stand-by modus volgens de
desbetreffende lasmethode.
Let erop dat elektrode, elektrodenhouder of
TIG-lastoorts niet in aanraking komen met
werkstuk of massakabel.
- 35 -