Ingebruikname
Oliedrukregeling
EK04B.43
EK04B.54
Tekenverklaring
1
Aanzuigaansluiting
2
Terugloopaansluiting
en greep op omleidschroef
(zeskant 4mm) die voor
inleidingsuitvoering gemonteerd
moet worden. In dit geval
terugloop 2 afsluiten.
3
Aansluiting sproeiertoevoerleiding
3.1
Sproeieruitgang trap 1
3.2
Sproeieruitgang trap 2
4
Manometeraansluiting
5
Vacuümmeteraansluiting of
toeloopdruk (voor vacuümmeter
of manometer)
6
Oliedrukregelaar
6.1
Onderdrukregeling
6.2
Bovendrukregeling
7
Ontluchtingsstop
8
Speciale drukaansluiting
m
Voldoet niet aan de
verstuivingdruk. Niet gebruiken.
28
Oliedrukregeling
De oliedruk en daarmee het
brandervermogen wordt bij EK0B.43
met schroef 6.1 voor de trap 1 en met
schroef 6.2 voor de trap 2 afgesteld.
Bij EK04B.54 gebeurt dit met de
oliedrukregelaar 6 voor de traps 1 en 2.
Ter controle moet op de
manometeraansluiting 4 een
manometer aangesloten worden,
schroefdraad R1/8".
Draaien naar:
rechts: Druktoename
–
links: Drukafname
–
Onderdrukcontrole
De vacuümmeter voor de
onderdrukcontrole moet aan aansluiting
7 worden aangesloten, R1/8".
Maximaal toegestane onderdruk 0,4
bar. Bij grotere onderdruk treedt
verdamping op van de stookolie en
cavitatie van de pomp. Een ratelend
geluid is dan te horen in de pomp.
M16x1,5
M16x1,5
M8x1
M8x1
G1/8
G1/8
11/2003 - Art. Nr. 13 013 445A