Controle Van De Menginrichting; Stookolievoeding; Elektrische Voeding; Controles Vóór De Ingebruikname - Elco Klockner EK04B.43 L-ZI Notice D'emploi

Montage

Controle van de menginrichting

Stookolievoeding, elektrische voeding
Controles vóór de ingebruikname

Stookolievoeding

Om de werkingsveiligheid van de
installatie te waarborgen moet de
stookolievoeding zorgvuldig volgens
DIN 4755 worden uitgevoerd en
moeten de plaatselijke voorschriften
worden opgevolgd. De brander is
uitgerust met een zelf aanzuigende
tandradpomp, die in tweepispssysteem
over een ontluchtingsfilter moet worden
aangesloten.
Opgelet:
· Max. ingangsdruk van de pomp < 2bar.
· Max. aanzuigvacuüm van de pomp
< 0,4bar.
Controles vóór de ingebruikname
Voor de eerste ingebruikname moeten
volgende punten worden gecontroleerd.
· Correcte montage van de brander
volgens deze handleiding.
· Correcte voorinstelling van de
brander volgens aanwijzingen van
tabel onderstaande.
· Instelling van de menginrichting, de juiste
sproeiers moeten worden gebruikt.
· De warmtegenerator moet klaar voor
gebruik zijn, de werkingsvoorschriften
van de warmtegenerator moeten in
acht worden genomen.
· Alle elektrische verbindingen moeten
correct uitgevoerd zijn.
Controle van de menginrichting
De menginrichting demonteren, hiertoe:
·
De toevoerleiding tussen de oliepomp en
de sproeierlijn losmaken.
·
Fotocel 1 uitnemen.
·
De ontstekingskabel 2 afkoppelen.
·
3 bevestigingsschroeven S losmaken.
·
De menginrichting uitnemen.
De menginrichting controleren:
·
De grootte van de sproeiers controleren,
eventueel vervangen volgens
bovenstaande tabel.
·
De instelling van de
ontstekingselektrodenblok en van de
vlamhaker controleren en eventueel
instellen.
·
De afstand sproeiers/vlamhaker
controleren en eventueel bijstellen.
·
De menginrichting terug monteren.
Voor het ontwerp en het dimensioneren
van de installaties met zuiginrichting
voor EL-stookolie moet de ELCO
Klöckner brochure met art.-nr: 122887
absoluut in acht worden genomen.
· De bijgeleverde olieslangen aan de
oliepomp aansluiten en over de
opening aan de zijkant van het carter
voeren.
· Oliefilter met ontluchtingsfunctie
(aanbevolen mazenopening: 70 µm)
zo plaatsen dat een kinkvrije
aansluiting zonder spanning in de
olieslang gewaarborgd is.
· Let op de juiste aansluiting voor de
aanzuig en terugloop.
De elektrische installatie en de
aansluiting mogen alleen door een
erkend elektricien worden
uitgevoerd. De voorschriften en de
bepalingen van VDE en EVU moeten
in acht worden genomen (AREI voor
Belgïe).

Elektrische voeding

· Controleren of de netspanning met
de opgegeven werkingsspanning van
230 V, 50 Hz overeenstemt.
Zekering voor de brander: 10A
· De warmtegenerator en het
verwarmingssysteem moeten met
voldoende water gevuld zijn en de
circulatiepompen moeten in werking zijn.
· De temperatuurregelaar, de
drukregelaar, de beveiliging tegen
watergebrek en alle overige eventueel
aanwezige beveiligings- of
begrenzingsinrichtingen moeten correct
aangesloten en in werking zijn.
· De afvoerleiding voor de verbrande
gassen moet vrij zijn, de
secundaire-lucht-inrichting, indien
aanwezig, moet in werking zijn.
· Voldoende toevoer van verse lucht
moet gevrijwaard zijn.
11/2003 - Art. Nr. 13 013 445A
EK04B.43
EK04B.54 (spr. 1. trap)
m
Voor de ingebruikname olie met
een handpomp aanzuigen en de
dichtheid van de olieleidingen
controleren.
Elektrische stekkerverbinding
De brander en de warmtegenerator
(ketel) worden via een zevenpolige en
vierpolige stekkerverbinding met elkaar
verbonden.
De aansluitkabel wordt door een
aansluitflens gevoerd en vastgemaakt.
· Er moeten warmteverbruikers
aanwezig zijn.
· De brandstofopslagtank moet gevuld
zijn.
· De leidingen van de brandstoftoevoer
moeten vakkundig gemonteerd zijn,
op hun dichtheid getest en ontlucht.
· Een meetpunt volgens de normen
moeten aanwezig zijn voor de meting
van de verbrandingsgassen, het
traject van de uitlaatgasleiding tot het
meetpunt moet afgedicht zijn, zodat
de meetresultaten niet door lekken
worden vervalst.
NL
25