Functie
Branderautomaat SH 213
Flikker-code
x x
Wacht op vrijgave thermostaat van voorverwarmer
x x x
Voorventilatie-/ voorontstekingtijd
x y y y y
Geen vlamsignaal na de beveiligingstijd.
x x y y y
Parasietlicht gedurende de voorventilatie-/voorontstekingstijd.
x x y y y — y y y y y
Manueel ontgrendelen na een storing (zie ook Vergrendeling).
Code
x
Kort lichtsignaal
y
Lang lichtsignaal
—
Pause
Vereiste ingangssignalen
Uitgangssignalen
Temperatuurregelaar
Voorverwarmer
1
Inschakelen van de automaat (en van de
voorverwarmer)
2
Inschakelen van de brandermotor en de
ontstekingstrafo. De servomotor verplaatst zich
in de stand volledige belasting
3
Terugschakelen van de servomotor in de stand
gedeeltelijke belasting
4
Inschakelen van het stookolieventiel
21
Als u op R drukt
gedurende ...
...
minder dan 9
seconden...
...
tussen 9 en 13
seconden...
...
meer dan 13
seconden...
Informatie / Oorzaak van de storing
Verklaring
Brandermotor
Stookolieventiel Regeling
5
Vlamcontrole
6
Uitschakelen van de ontstekingstrafo,
Branderwerking in gedeeltelijke belasting
7
Branderwerking, regeling tussen gedeeltelijke en
volledige belasting
0
Uitschakeling van de regeling
10 Storingstoestand
11/2003 - Art. Nr. 13 013 445A
De stookoliebranderautomaat SH 213 stuurt en
bewaakt de aangeblazen brander. Omdat het
...
dan leidt dat tot ...
programma door een microprocessor wordt
uitgevoerd, worden uiterst stabiele tijden
bereikt, die onafhankelijk zijn van
schommelingen van de netspanning en van de
omgevingstemperatuur. De branderautomaat is
Ontgrendelen of
niet gevoelig voor onderspanning. Als de
vergrendelen van de
netspanning onder de vereiste minimumwaarde
automaat
ligt, schakelt de automaat uit zonder
storingssignaal. Wanneer de spanning terug
normaal wordt, start de automaat vanzelf.
Informatiesysteem
Wissen van de
Het geïntegreerde visuele informatiesysteem
statistische gegevens
verschaft inlichtingen over de oorzaak van
van de automaat
eventueel uitschakelen in storingstoestand. De
meest recente storingsoorzaak wordt in het
apparaat opgeslagen en kan worden
achterhaald bij het opnieuw inschakelen van het
Geen uitwerking op de
apparaat, ook als de spanning is uitgevallen. Bij
automaat
storingstoestand brandt de LED in de
ontgrendelingsknop R voortdurend, tot de
storing wordt "bevestigd", d.w.z. tot de automaat
wordt ontgrendeld. Om de 10 seconden wordt
dit oplichten onderbroken en een flikkercode
wordt uitgezonden, die inlichtingen geeft over
de oorzaak van de storingstoestand.
Als toebehoren is een weergaveprogramma
verkrijgbaar waarmee uit de automaat verdere
uitvoerige inlichtingen kunnen worden
uitgelezen over de werkings- en
storingsstappen die werden doorlopen.
Vergrendeling en ontgrendeling
De automaat kan via de ontgrendelingsknop R
worden vergrendeld (in storingstoestand
gebracht) en ontgrendeld (teruggesteld), als
tenminste voedingsspanning aanwezig is op de
automaat.
Als de knop in normale werking of tijdens het
opstarten wordt ingedrukt, dan gaat het
apparaat over in de storingstoestand. Als de
knop wordt ingedrukt wanneer het apparaat
zich al in storingstoestand bevindt, dan wordt
de automaat ontgrendeld.
m
OntstekingstrafoVlamcontrole
tw Wachttijd voorverwarmer
tlk Openingstijd van de SM, voorventilatie en
voorontsteking
tr
Sluittijd van de SM
ts
Beveiligingstijd
tn Naontstekingstijd
tv2 Minimumtijd tussen brandstofventiel 1 en 2
Voor het in- of uitbouwen van de
automaat moet het apparaat
spanningsvrij worden geschakeld. Het
apparaat mag niet geopend noch
gerepareerd worden.
Servomotor SM
Storing
Ontgrendeling
NL