neofeu NL2012R Mode D'emploi page 13

NOMENCLATUUR
A – Veiligheidslijn
B – Koppeling op vast uiteinde (EN362)
C – Koppeling op verstelbaar uiteinde (EN362)
D – Verstelsysteem
WAARSCHUWINGEN
- Telkens u dit product gebruikt, moet u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig lezen en ze zorgvuldig
bewaren.
- Tijdens de eventuele doorverkoop van dit product
buiten het land van bestemming moet de
doorverkoper deze handleiding in de taal van het land
van gebruik van dit product meeleveren.
- De tussenkomsten in de hoogte zijn gevaarlijk, enkel
een persoon in perfecte gezondheid en goede fysieke
toestand mag tussenkomen en de eventuele
noodgevallen het hoofd bieden.
- Deze uitrusting vormt een vitaal veiligheidsorgaan,
een incorrect gebruik kan een levensgevaar uitmaken
voor de gebruiker indien deze valt.
- Er wordt aan herinnerd dat in een antivalsysteem
enkel een veiligheidsharnas EN361 mag worden
gebruikt om het lichaam tegen te houden.
- Het wordt aanbevolen dit product individueel aan één
enkele gebruiker toe te wijzen.
- Het gebruik van dit toestel mag enkel gebeuren door
een opgeleid en competent persoon of onder toezicht
van een dergelijke persoon.
- Vergewis er u voor en tijdens het gebruik van dat een
reddingsplan werd voorzien en gekend is om op een
efficiënte en veilige manier tussenbeide te kunnen
komen.
- Niet meer dan één persoon aan de vanglijn
vasthaken.
BESCHRIJVING
De werkpositioneringslijn is een in lengte verstelbare
veiligheidslijn die gebruikt worden om de zijdelingse
ringen van een werkpositioneringsgordel te verbinden
met een andere structuur zoals een paal, een mast, een
boom... zodat de gebruiker de handen vrij heeft om het
werk uit te voeren.
De veiligheidslijn [A] bestaat uit een gevlochten koord
die overtrokken is met polyamide en een diameter heeft
van 10,5 mm (NLDR...), een streng kabelgaren met
polyamide en een diameter van 12 mm (NL2012.. /
NRL92), een polyesterriem met een breedte van 30 mm
(NLS2R..), een stalen kabel bekleed met een gevlochten
polyamideomhulsel (NEL..)
De gespen zijn genaaid bij de veiligheidslijnen in
overtrokken gevlochten koord en bij de veiligheidslijnen
bestaande uit een riem. Bij de veiligheidslijnen
bestaande uit een streng kabelgaren zijn ze aangesplitst
en bij de veiligheidslijnen in gewapend staal zijn ze
bevestigd met een mof.
De veiligheidslijn wordt geleverd zonder koppelingen,
met koppelingen met manuele vergrendeling of met
koppelingen met automatische vergrendeling [B en C]
naargelang van de referentie. De koppelingen kunnen in
staal of in een aluminiumlegering zijn, conform de
modellen.
De veiligheidslijn NRL92 kan geleverd worden met een
omhulling (optie: NRL92G) om ze bij intensief gebruik
te beschermen tegen slijtage.
De nuttige lengte van de veiligheidslijn kan ingesteld
worden met behulp van de gesp, of met behulp van
klemspanners (NRL92-NEL..).
NL
De totale lengte van het geheel veiligheidslijn +
koppelingen bedraagt 2 meter, behalve de
veiligheidslijnen in gewapend staal die in lengtes van 3,
4 en 5 meter verkrijgbaar zijn.
De weerstand onder statische belasting van de
veiligheidslijn bedraagt meer dan 15 kN.
De veiligheidslijn NEL.. bestaande uit een kabel in
gewapend staal is speciaal ontworpen voor gebruik met
krachtige snij- of slagwerktuigen (bv.: kettingzaag om
te snoeien).
NAZICHTEN:
- In geval van twijfel over de betrouwbaarheid van de
uitrusting, ze niet gebruiken vooraleer de schriftelijke
toelating van een bevoegd persoon wordt bekomen
om te beslissen ze opnieuw te gebruiken.
- Tijdens de samenstelling van het antivalsysteem met
andere veiligheidsonderdelen, de compatibiliteit van
elk van de onderdelen nagaan en toezien op de
toepassing van alle aanbevelingen van de
gebruiksaanwijzingen van het antivalsysteem. In het
bijzonder erop toezien dat de veiligheidsfunctie van
een van de onderdelen niet wordt aangetast door de
veiligheidsfunctie van een ander onderdeel en dat ze
niet onderling interfereren.
- Voor elke toepassing van een antivalsysteem is het
verplicht de vrije ruimte (valruimte) vereist onder de
gebruiker te controleren zodat er, in geval van val,
geen botsing is met de grond, noch met een vast
obstakel of een obstakel in beweging dat zich op het
traject bevindt.
- Via een visuele controle voor, tijdens en na het
gebruik de goede staat van de uitrusting en de
afwezigheid van gebreken nagaan : staat van de
vallijnen, van de naden, van de regellussen, de
ringen. De afwezigheid van slijtage, sneden,
uitrafeling, begin van breuk, vervorming,
oxidatiesporen of ontkleuring nagaan en de
leesbaarheid van de markeringen verzekeren
(identificatie en/of geldigheidsdatum). De goede
staat van properheid van de connectoren en hun
goede werking nagaan.
GEBRUIK
- Een werkpositioneringslijn mag niet gebruikt worden
als antivalbeveiliging. In dat geval moet ze aangevuld
worden met hetzij persoonlijke hetzij collectieve
beschermingsmiddelen tegen het vallen van hoogtes.
- Plaats deze veiligheidslijn nooit rond een structuur
met een kleine diameter of een geringe weerstand
(R> 10kN) en beveilig ze tegen scherpe randen.
- Het verankeringspunt van de veiligheidslijn moet zich
ter hoogte van het middel van de gebruiker bevinden
of daarboven; de veiligheidslijn moet gespannen
gehouden worden en de vrije verplaatsing beperkt tot
maximaal 0,60 meter.
- Tijdens de toepassing regelmatig de regel- en de
bevestigingselementen van het harnas en zijn
ceintuur nakijken indien deze hiermee werd uitgerust.
Deze onderdelen moeten beschermd worden tegen
elke agressie voortkomend uit de natuur :
mechanische agressies (schokken,scherpe randen,)
chemische agressies (projectie van zuren, solventen),
elektrische agressies (kortsluitingen, elektrische
bogen) of thermische agressies (warme
oppervlakken, branders).
- Het antivalsysteem moet verplicht worden verbonden
met het rugblok van het harnas, of aan het uiteinde
van de verlengriem indien deze hiermee werd
uitgerust, of gelijktijdig aan de twee borstringen.
DEX NLMT 06 – M / 01 – page 13/16