Publicité
▶
Buig de koudemiddelleidingen slechts één keer in
hun definitieve positie. Gebruik een buigveer of een
buiggereedschap om knikken te vermijden.
▶
Plaats de koudemiddelleidingen in de wanddoorvoer
met licht verval naar buiten.
▶
Installeer de koudemiddelleidingen centrisch door
de wanddoorvoer, zonder dat de leidingen de wand
raken.
Geldigheid: Wandmontage
▶
Installeer de koudemiddelleidingen door de wanddoor-
voer naar het product.
▶
Buig de koudemiddelleidingen slechts één keer in
hun definitieve positie. Gebruik een buigveer of een
buiggereedschap om knikken te vermijden.
▶
Zorg ervoor dat de koudemiddelleidingen de wand en
de bekledingsdelen van het product niet raken.
▶
Plaats de koudemiddelleidingen in de wanddoorvoer
met licht verval naar buiten.
▶
Installeer de koudemiddelleidingen centrisch door
de wanddoorvoer, zonder dat de leidingen de wand
raken.
5.4
Koudemiddelleidingen in gebouwen
installeren
1.
Installeer de koudemiddelleidingen in het gebouw niet
in de afwerkvloer of het metselwerk.
2.
Leid de koudemiddelleidingen niet door ongeventi-
leerde ruimtes waarvan het oppervlak kleiner is dan
A
overeenkomstig IEC 60335-2-40:2018 G1.3 bijlage
min
GG.
3.
Beperk de installatie van koudemiddelleidingen tot
een minimum. Vermijd onnodige leidingtrajecten en
bochten.
4.
Buig de koudemiddelleidingen slechts één keer in hun
definitieve positie. Gebruik een buigveer of een buigge-
reedschap om knikken te vermijden.
5.
Buig de koudemiddelleidingen haaks ten opzicht van
de wand en vermijd mechanische spanning bij de in-
stallatie. Houd rekening met een mogelijke lengtever-
andering vanwege thermische invloeden.
6.
Zorg ervoor dat de koudemiddelleidingen de muur niet
raken.
7.
Gebruik voor de bevestiging wandklemmen met rub-
beren bekleding om trillingen te vermijden. Plaats de
112
wandbeugels om de thermische isolatie van de koude-
middelleiding.
8.
Waarborg, dat de geïnstalleerde koudemiddelleidingen
tegen beschadiging zijn beschermd.
9.
Wanneer de koudemiddelleiding niet zonder koppe-
lingspunten in het gebouw worden uitgevoerd, dan
moet voor de ruimte waar het koppelingspunt zich be-
vindt, worden voldaan een de eisen betreffende de mi-
nimale ruimte-afmetingen. Zie installatiehandleiding
voor binnenunits in hoofdstuk 4.4 en bijlage A.
5.5
Eisen aan de flensverbinding
De flensverbinding waarborgt de dichtheid van de koudemid-
delleiding voor het koudemiddel R32.
Wanneer een flensverbinding later weer wordt losgemaakt,
moet vervolgens de oude flens worden afgesneden en moet
een nieuwe flens worden gemaakt. Daardoor wordt de kou-
demiddelleiding iets korter. Hiermee moet bij het inkorten
van de koudemiddelleidingen rekening worden gehouden.
5.6
Koudemiddelleidingen inkorten en flenzen
1.
Houd de buiseinden bij de bewerking naar onderen.
2.
Vermijd het indringen van metaalspanen, vuil of vocht.
1
3.
Kort de koperbuis met een buissnijder (1) in een rechte
hoek af.
4.
Ontgraat het buiseinde (2) aan binnen- en buitenzijde.
Verwijder alle spanen zorgvuldig.
5.
Schroef de flensmoer aan het bijbehorende afsluitklep
eraf.
90°
2
3
6.
Schuif de flensmoer (3) op het buiseinde.
7.
Gebruik een flensgereedschap voor een 90°-flens con-
form SAE-norm.
Installatie- en onderhoudshandleiding 8000015888_03
2
1
1
Publicité
