A) Als u op [STOP] drukt zal de loopband stoppen.
B) Als u op [PAUSE] drukt, zal de training tijdelijk worden onderbroken.
C) Als u op de veiligheidsschakelaar drukt zal de loopband stoppen.
D) Als u de loopband uitschakelt, zal de loopband stoppen.
ONDERHOUD
Het bijstellen van de loopband
Benodigd gereedschap: een set inbussleutels
Loopmat centreren:
1. Laat de loopband aanlopen op een lage snelheid.
2. Controleer of de loopmat naar links of rechts verschuift, of dat het zichzelf weer centreert.
3. Als de loopmat naar links verschuift:
stop de loopband, en draai de linker stelbout een ¼ slag rechtsom. Schakel de loopband weer in en laat
het gedurende 1 minuut op een lage snelheid lopen. Als de loopmat nog steeds naar links verschuift,
herhaal deze stap totdat de loopmat zichzelf centreert.
4. Als de loopmat naar rechts verschuift:
stop de loopband, en draai de rechter stelbout een ¼ slag rechtsom. Schakel de loopband weer in en laat
het gedurende 1 minuut op een lage snelheid lopen. Als de loopmat nog steeds naar rechts verschuift,
herhaal deze stap totdat de loopmat zichzelf centreert.
Loopbandspanning bijstellen:
1. Als u tijdens het hardlopen voelt dat de loopmat slipt, betekent dit dat de loopband te los zit en dat de
spanning moet worden bijgesteld.
2. Draai de rechter en linker stelbout tegelijkertijd een ¼ slag rechtsom.
3. Laat de loopband lopen en controleer of de loopmat niet meer slipt. Mocht dit niet het geval zijn, herhaal
dan stappen 2 en 3 totdat de loopmat niet meer slipt.
Let op: NIET MEER DAN EEN HELE SLAG DRAAIEN.
Let op: NIET TE STRAK AANSPANNEN.
Let op: DOOR DE LINKER EN RECHTER STELBOUT ¼ SLAG LINKSOM TE DRAAIEN STAAT ER
MINDER SPANNING OP DE LOOPBAND.