ALARMFUNCTIE
ALARMINGANGEN
De highspeed-motordome beschikt over zes alarmingangen die elk aan de overeenkomstige preset-positie
1 ~ 6, of de AUTO PAN groep 1 ~ 6 zijn toegewezen.
OPMERKING: De keuze (toewijzing AUTO PAN groep / preset-positie) moet op het OSD van het
bedieningselement worden verricht.
Wordt er een alarmingang geactiveerd, dan stuurt de highspeed-motordome de overeenkomstige preset-
positie of AUTO PAN functie aan en er klinkt een alarmsignaal.
Bovendien brandt de LED van de toets
⎡
Het display toont:
⎢
ALARM
⎣
Op de monitor wordt "ALARM" weergegeven. Dit verdwijnt, zodra de positie van de highspeed-motordome
wordt veranderd.
OPMERKING: Als er meerdere alarmingangen worden geactiveerd, dan stuurt de highspeed-motordome de
preset-positie of AUTO PAN groep aan waarvan de alarmingang als laatst werd geactiveerd.
ALARMUITGANGEN
De alarmuitgang (NO/NC) wordt overeenkomstig de alarmingang geactiveerd.
ALARMTOESTAND BEËINDIGEN
De alarmtoestand (en dus ook de alarmuitgangen) kan op twee manieren worden beëindigd.
a) door opnieuw indrukken van de toets
waardoor ook het alarmsignaal uitgeschakeld wordt
b) na afloop van de ingestelde alarmtijd
OPMERKING: De instelling van de alarmtijd moet op het OSD van het bedieningselement worden verricht.
EVENT RESET
⎤
DEVICE
:
XXX
⎥
INPUT
⎦
EVENT RESET
(LED van de toets gaat uit),
17