NL
Deze handleiding dient te worden vertaald door de doorverkoper in de taal van het land waar de uitrusting wordt gebruikt, tenzij de vertaling wordt geleverd door de
fabrikant.
Voor uw veiligheid dient u de gebruiksinstructies, controle-instructies en instructies voor onderhoud en opslag strikt in acht te nemen.
De maatschappij SOGEDESCA kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor elk direct of indirect ongeluk dat zich voordoet als gevolg van een gebruik anders dan
het gebruik bedoeld in deze handleiding, gebruik deze uitrusting niet buiten haar grenzen! De gebruiker is verantwoordelijk voor de risico's waaraan hij zich blootstelt.
Personen die niet in staat zijn om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen mogen dit product niet gebruiken. Alvorens deze uitrusting in gebruik te nemen, dient u alle
gebruiksinstructies in deze handleiding zorgvuldig te lezen.
GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN:
A-connector is een persoonlijk beschermingsmiddel dat moet worden toegewezen aan een enkele gebruiker (hij mag slechts door een persoon tegelijk gebruikt worden).
A-connector wordt gebruikt om 2 of meer componenten van een valbeveiligingsverbinding te koppelen. Over het algemeen hebben alle componenten fixatie-elementen
die de koppeling aan een ander component mogelijk maken.
A-connector kan ook worden gebruikt als verankeringuiteinde van een halster, een energieabsorberend halster, enz...
A-connector zonder automatische sluiting of met handmatige vergrendeling, mag alleen worden gebruikt als de gebruiker zichzelf niet regelmatig hoeft vast te koppelen/
los te koppelen.
A-connector mag nooit worden belast op de openingsklauw.
Snelkoppelingen (klasse Q) mogen alleen worden gebruikt als de koppelingen zeldzaam zijn. De veiligheid van snelkoppelingen is alleen gegarandeerd als ze volledig
gesloten zijn. Controleer dit altijd en sluit ze VOLLEDIG.
De lengte van het connector moet meegerekend worden als hij wordt gebruikt in een valbeveiligingsmiddel.
Voorkom situaties die de weerstand van de koppelstukken kunnen verzwakken, bijvoorbeeld verbinding met brede halsters.
A-connector is ontwikkeld voor het beperken van het risico en het gevaar van een val van hoogte. Vergeet echter niet dat geen enkel element van een valbeveiligingssysteem
een volledige bescherming kan bieden en dat er altijd zorgvuldig te werk moet worden gegaan bij risicovolle activiteiten.
Het verankeringpunt van het valbeveiligingssysteem moet zich boven de gebruiker bevinden (R>12kN - EN795:2012).
De leesbaarheid van het merkteken van het product moet regelmatig worden gecontroleerd.
De uitrusting moet verbonden zijn met een verankeringspunt (R>12kN - EN795:2012). Controleer dat het werk zodanig wordt uitgevoerd dat de slingerbeweging, het risico
op een val en de hoogte van een val worden beperkt. Verzeker u er vanwege veiligheidsredenen en voor elk gebruik van dat er in geval van een val geen enkel obstakel het
normale afrollen van de band in de weg zit (vrije ruimte onder de voeten van de gebruiker).
De doorloophoogte onder de voeten van de gebruiker moet minimaal zijn: zie gebruiksaanwijzing van de valbeveiliging.
We raden u aan om voor en tijdens elk gebruik de benodigde maatregelen te nemen voor een eventuele redding in alle veiligheid.
Wees u bewust van gevaren die de prestaties van uw apparatuur, en dus de veiligheid van de gebruiker, kunnen verminderen, als ze blootgesteld wordt aan extreme
temperaturen (< -30°C of > 50°C), bij langdurige blootstelling aan elementen (UV-stralen, vocht), aan chemische stoffen, aan elektrische spanning, aan de torsies van het
valbeveiligingssysteem tijdens het gebruik, aan scherpe randen, aan wrijvingen of snijden enz.
Deze uitrusting dient alleen te worden gebruikt door opgeleide, bekwame personen in goede gezondheid of onder supervisie van een opgeleide en bekwame persoon. Let
op! Bepaalde medische condities kunnen de veiligheid van de gebruiker beïnvloeden. Neem in geval van twijfel contact op met uw arts.
Controleer voor elk gebruik de staat van het connector: controleer of hij juist werkt (vergrendeling / opening) en er geen vervormingen, roestvorming of schade is.
De markeringen moeten leesbaar blijven. In geval van twijfel over de staat van het apparaat of na een val, mag het niet meer worden gebruikt (wij raden aan het te
identificeren als "BUITEN DIENST") en moet het naar de fabrikant of naar een competent persoon die door de fabrikant is gemachtigd, worden gestuurd.
Het is verboden om welk onderdeel van de connector dan ook toe te voegen, te verwijderen of te vervangen.
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL:
A-connector moet worden gebruikt als onderdeel van een valbeveiligingssysteem als omschreven in de beschrijving. (EN363) om te garanderen dat de energie die wordt
ontwikkeld tijdens de valstop lager is dan 6 kN. Een veiligheidsharnas (EN361) is de enige veiligheidsgordel waarvan het gebruik is toegestaan. Een harnas moet aan een
valbeveiligingssysteem gekoppeld worden met behulp van veiligheidshaken (EN362). De ophangpunten die niet gemarkeerd zijn met A of A/2 mogen niet gebruikt worden
voor het aansluiten van een valbeveiligingssysteem. Het kan gevaarlijk zijn om een eigen valbeveiligingssysteem te maken waarin elke veiligheidsfunctie invloed kan
hebben op een andere veiligheidsfunctie. Raadpleeg dus voor elk gebruik de raadgevingen voor gebruik van elk onderdeel van het systeem.
CONTROLES:
De indicatieve levensduur van het product is 10 jaar, maar deze kan toenemen of afnemen afhankelijk van het gebruik en/of de resultaten van de jaarlijkse controles.
Het materiaal moet systematisch worden gecontroleerd in geval van twijfel, na een val en minimaal elke twaalf maanden door de fabrikant
of een competent persoon* die strikt de processen van de fabrikant volgt voor de periodieke inspecties. Dit alles om de veiligheid van de gebruiker te garanderen. De
beschrijving moet (schriftelijk) aangevuld worden na iedere controle van het product; de controledatum en de datum van de volgende controle moeten aangeduid worden
op de beschrijving en het is ook raadzaam de datum van de volgende controle aan te duiden op het product. Wanneer een product uit dienst wordt genomen (na een val
of ten gevolge van een inspectie), moet het worden geïdentificeerd als "BUITEN DIENST" en mag het niet meer worden gebruikt zolang er geen competente persoon
schriftelijk heeft bevestigd dat dit opnieuw mogelijk is.
* De bevoegde persoon voor het periodieke onderzoek is een persoon met kennis van de geldende eisen inzake de aanbevelingen en instructies van de fabrikant met
betrekking tot de component, het subsysteem of systeem die/dat gecontroleerd moet worden.
ONDERHOUD EN OPSLAG:
(Instructies om strikt in acht te nemen)
Houd het koppelstuk tijdens het transport verwijderd van scherpe onderdelen en bewaar hem in zijn verpakking. Maak hem schoon met een katoenen doek of een zachte
borstel. Gebruik geen schurende middelen. De metalen delen kunnen worden afgeveegd met een doek gedrenkt in vaselineolie. Bleekwater en reinigingsmiddelen zijn
strikt verboden. Het koppelstuk moet worden opgeborgen in een gematigde, droge en geventileerde ruimte, in zijn verpakking, beschermd tegen zonlicht, warmte en
chemische producten.
9