nl
14 Reiniging en onderhoud ........ 112
14.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging........................ 112
14.2 Apparaat schoonmaken ....... 112
14.3 Onderdelen eruit halen......... 113
14.4 Apparaatonderdelen de-
monteren .............................. 113
15 Storingen verhelpen .............. 115
15.1 Stroomuitval.......................... 118
15.2 Apparaatzelftest uitvoeren.... 118
16 Opslaan en afvoeren.............. 118
16.1 Apparaat buiten gebruik
stellen ................................... 118
16.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat ................................... 119
17 Servicedienst.......................... 119
17.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD) ......... 120
18 Technische gegevens............ 120
94