Berger BSS Serie Mode D'emploi page 72

LET OP: Zet de aan-/uit-schakelaar, of de zekering, tijdens het bekabelen van de controller
niet op „aan" en zorg ervoor de „+" en „-" pool op de juiste manier worden aangesloten.
LET OP: Aan de accukant moet een zekering worden geïnstalleerd, met een waarde van
1,25- tot 2 keer de nominale stroomsterkte van de controller. De afstand tot de accu mag
niet meer dan 150 mm bedragen.
LET OP: Als de controller wordt gebruikt in een gebied waar het regelmatig onweert of op
een plaats zonder toezicht, moet een externe overspanningsbeveiliging worden geïnstalle-
erd.
LET OP: Als er een omvormer met worden aangesloten op het systeem, sluit u deze dan
rechtstreeks op de accu aan en niet aan de lastzijde van de controller.
Stap 3: Aarding
De zonnepaneel-laadcontroller is een controller met een gemeenschappelijkke min, waarbij
alle min-polen, namelijk die van de zonnepaneel-installatie, van de accu en van de afnemer
tegelijkertijd kunnen worden aangesloten of slechts één hiervan kan worden aangesloten.
Bij het praktisch gebruik ervan is het echter mogelijk dat alle min-polen van de zonnepaneel-
installatie, van de accu en van de afnemer niet geaard zijn. Daarentegen moet de aardings-
klem aan de behuizing wel geaard zijn, zodat een doeltreffende afscherming tegen elektro-
magnetische storingen van buitenaf wordt geboden. Hierdoor worden elektrische storingen
en elektrische schokken bij mensen voorkomen, wanneer de behuizing onder spanning
komt te staan.
LET OP: Voor een systeem met een gemeenschappelijke min-pool spanning, bijv. bij een
camper, wordt het gebruik van een controller met een gemeenschappelijke min-pool gead-
viseerd. Als echter in een systeem met een gemeenschappelijke min-pool enkele apparaten
met een gemeenschappelijke plus-pool worden gebruikt en de positieve elektrode geaard is,
kan de controller beschadigd raken.
Stap 4: Accessoires aansluiten
Sluit de kabel van de externe temperatuursensor aan
Sluit de kabel van de externe temperatuursensor op de interface(2) aan en plaats het andere
einde dicht bij de accu.
LET OP: Als de externe temperatuursensor niet op de controller is aangesloten, bedraagt de
standaard instelling voor de laad- of ontlaadtemperatuur van de accu 25 °C zonder tempe-
ratuurcompensatie.
Sluit de accessoires voor de RS485-communicatie aan
Zie hoofdstuk 3.3 „Instellen".
142
NEDERLANDS NEDERLANDS
NEDERLANDS NEDERLANDS
LET OP: Het interne circuit van de RS485-communicatie-interface is niet geïsoleerd. Daarom
wordt geadviseerd om vóór de communicatie een communicatie-isolator voor de verbinding
met de interface te gebruiken.
Stap 5: Zet de controller aan
Door het sluiten van de accuzekering wordt de controller ingeschakeld. Controleer dan de
status van de accu-indicatielamp (de controller werkt normaal als de indicatielamp groen
brandt). Sluit de zekering en de aan-/uit-schakelaar van de afnemer en de zonnepaneel-
installatie. Het systeem werkt dan in de voorgeprogrammeerde modus.
LET OP: Als de controller niet normaal functioeert of als de accu-indicatielamp aan de cont-
roller een onregelmatigheid weergeeft, lees dan a.u.b. 4.2 „Probleemoplossing".
Bediening
TOETS
Modus
Load ON/OFF (Belasting In de handmatige laadmodus kan de belasting met de toets
AAN/UIT)
Clear Fault (Storingsmelding
wissen)
Browsing Mode (Blader-
modus)
Druk op de „ENTER"-toets en houd deze 5 sec. lang inge-
drukt om naar de Instellingsmodus te gaan
Setting Mode (Instellings- Druk op de „SELECT"-toets om de parameters in te stellen,
modus) Druk op de „ENTER"-toets om de instellingsparameters te
bevestigen of druk 10 sec. lang geen toets in, om het scherm
"Instellingen" automatisch te verlaten.
Opmerking
„ENTER" worden aan- en uitgezet.
Druk op de "ENTER"-toets
Druk op de "SELECT"-toets
143