Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
OPMERKING: Er wordt van uitgegaan dat alle zonnepaneel-modules in één bepaalde
installatie identiek zijn.
*Isc = kortsluitstroom (Ampere) Voc = nullastspanning
Model
Max. Ingangsstroom zonne-
paneel
BSS0211
10A
BSS1184
20A
*Dit zijn de maximale waarden voor de diameter van de geleider voor de klemmen van de
controller.
LET OP: Als de zonnepaneel-modules in serie worden geschakeld, mag de nullastspanning
van de zonnepaneel-installatie bij een omgevingstemperatuur van 25 °C niet hoger zijn dan
92V.
Diameter van de accu- en laadkabel
De diameter van de accu- en laadkabel moet overeenkomen met de nominale stroomsterk-
te. U vindt de referentiewaarde als volgt:
Model
Nominale
Nominale ont-
laadstro-
laadstroom:
om
BSS0211
10A
10A
BSS1184
20A
20A
LET OP: Voor de accu wordt de bijbehorende kabel gekozen aan de hand van de omstan-
digheden, waarbij de klemmen niet met een extra omvormer zijn verbonden.
WARNUNG: Explosiegevaar!
Installeer de controller nooit in een gesloten behuizing met loodaccu's! Installeer niet in een
gesloten ruimte waarin zich accugas kan ophopen.
WARNUNG: Gevaar van elektrische schokken!
Bij het bedraden van de zonnepaneel-installatie kan een hoge nullastspanning worden op-
gewekt. Schakel daarom de aan/uit-schakelaar vóór het bekabelen uit en wees voorzichtig
bij het bekabelen.
LET OP: De controller heeft tenminste 150 mm vrije ruimte boven en onder de controller
nodig om voldoende luchtstroming te garanderen. Bij het inbouwen in een behuizing wordt
met klem aangedrongen op ventilatie.
140
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Max. Diameter van de geleider
van het zonnepaneel*
4 mm
2
/ 12AWG
6 mm
/ 10AWG
2
Diameter van de
Diameter kabel
accukabel
afnemer
4 mm
2
/ 12AWG
4 mm
2
/ 12AWG
6 mm
/ 10AWG
6 mm
/ 10AWG
2
2
MONTAGE
NEDERLANDS
NEDERLANDS
INSTALLATIEPROCES
Afbeelding 2-1 Montage
Stap 1: plaats van opstelling met voldoende ruimte om warmte af te voeren, bepalen
Plaats van opstelling bepalen: in verband met voldoende luchtstroming voor de koeler van
de controller moet, in het belang van voldoende warmte-afvoer, de controller met tenmins-
te 150 mm vrije ruimte aan de boven- en onderkant worden geplaatst. Zie afbeelding 2-1:
Montage
LET OP: Als de controller in een gesloten behuizing moet worden geïnstalleerd, is het van
belang om te zorgen voor een betrouwbare warmte-afvoer uit de behuizing.
Afbeelding 2-2 Schakelschema
Stap 2: Sluit het system in deze volgorde (1) Accu (2) Belasting (3) Zonnepaneel-installatie
aan (zie afbeelding 2-2, „ Schakelschema") en bij ga bij het loskoppelen in omgekeerde
volgorde te werk (3)(2)(1).
141
Publicité
