Makita PDC01 Manuel D'instructions page 57

Druk op de aan-uitknop om de resterende acculading
te zien. Het indicatorlampje dat hoort bij elke accupoort
gaat gedurende ongeveer 5 seconden branden.
Indicatorlampjes
Brandt Uit
OPMERKING: De indicatorlampjes voor de reste-
rende acculading dienen slechts ter referentie. De
daadwerkelijke acculading kan verschillen afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden.
OPMERKING: Als het gereedschap of de machine
indicatorlampjes voor de resterende acculading heeft,
kijkt u niet naar de indicatorlampjes van het gereed-
schap of de machine, maar naar de indicatorlampjes
van deze eenheid.
Indicatorlampje voor lage
acculading van adapter voor 36 V -
40 V maximaal
Optioneel accessoire
Deze adapter heeft een indicatorlampje dat aangeeft
dat de acculading laag is of de accu leeg is.
Wanneer het indicatorlampje knippert, is de resterende
acculading laag.
Wanneer het indicatorlampje brandt, is het accubeveili-
gingssysteem ingeschakeld.
OPMERKING: Afhankelijk van de status van de accu,
kan het gereedschap/de machine tijdens continu
gebruik automatisch stoppen zonder dat het indica-
torlampje knippert.
OPMERKING: De timing waarmee het indicator-
lampje knippert verschilt afhankelijk van de omge-
vingstemperatuur en de accustatus.
OPMERKING: Het indicatorlampje gaat niet bran-
den, ook niet wanneer de huidig gebruikte accu leeg
is. Het indicatorlampje brandt ook terwijl de PDC01
omschakelt naar de accu die wordt gebruikt.
► Fig.6: 1. Indicatorlampje voor lage acculading
De adapterzak gebruiken
LET OP:
Gebruik deze eenheid niet met de
kabel vastgezet met de klittenbandbevestiging
van de adapterzak.
U kunt de adapters in de adapterzak stoppen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
► Fig.7: 1. Adapter 2. Adapterzak
► Fig.8: 1. Adapter 2. Adapterzak
Resterende
acculading
Knippert
50% tot 100%
0% tot 50%
Laad de accu
op.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat de eenheid is uitge-
schakeld en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan de eenheid uit te voeren.
De eenheid in elkaar zetten
1. Bevestig de accubak aan de grondplaat, zoals
aangegeven in de afbeelding. Verzeker u ervan de
hendels aan beide zijden van de grondplaat te vergren-
delen nadat de accubak is bevestigd.
► Fig.9: 1. Hendel 2. Accubak 3. Grondplaat
LET OP:
Verzeker u ervan dat de accubak
goed is bevestigd op de grondplaat en is vergren-
deld met de hendels. Anders kan de accubak vallen
wanneer u de eenheid draagt of de eenheid gebruikt,
en letsel veroorzaken.
2. Stel de hoogte van de heupgordel af. Trek de
hoogte-afstelhendel omhoog en pas de hoogte van de
heupgordel aan door de grondplaat te verschuiven, en
zet daarna de hendel weer terug.
► Fig.10: 1. Hoogte-afstelhendel 2. Grondplaat
3. Heupgordel
KENNISGEVING:
los zit, draait u de moer van de hoogte-afstelhen-
del vast. Als u de moer vastdraait, draait u deze niet
buitensporig vast. Anders kan de hoogte-afstelhendel
niet worden bediend.
► Fig.11: 1. Moer
3.
Bevestig de adapterzak aan de heupgordel met
de klittenbandbevestiging, zoals aangegeven in de
afbeelding.
► Fig.12: 1. Adapterzak
OPMERKING: De adapterzak kan worden bevestigd
aan de linker- of rechterkant van de heupgordel.
4. Stel de breedte van het schouderdraagstel af met
behulp van het breedte-afstelriempje.
► Fig.13: 1. Breedte-afstelriempje
5. Draag de eenheid, sluit daarna de gesp van de
heupgordel en stel daarna de lengte van de heupgordel
af.
► Fig.14: 1. Gesp
OPMERKING: U kunt het uiteinde van de gordel
dubbelvouwen en bevestigen met de klittenbandbe-
vestiging, zoals aangegeven in de afbeelding.
► Fig.15: 1. Gordel
6. Stel de lengte van het schouderdraagstel af.
► Fig.16: 1. Schouderdraagstel
OPMERKING: U kunt het uiteinde van de gordel
dubbelvouwen en bevestigen met de klittenbandbe-
vestiging, zoals aangegeven in de afbeelding.
► Fig.17: 1. Gordel
57 NEDERLANDS
Als de hoogte-afstelhendel