Besturing Van De Schuifkleppen; Starten Van De Unit; Reiniging - Daikin UATYA-BBAY1 Mode D'emploi

Roof top unité de type monobloc
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 73

20.8.1 Besturing van de schuifkleppen

De controller voorziet in twee besturingswijzen van de schuifkleppen: "standaard" en "adaptief".
Wanneer de schuifkleppen een vaste positie moeten behouden, bijvoorbeeld voor de juiste aanvoer van verse lucht,
is het mogelijk dat bepaalde systeemcondities verhinderen dat het klepssignaal het gewenste luchtpercentage kan
garanderen.
20.8.1.1
"Standaard" besturing
De "standaard" besturing zorgt ervoor dat de schuifkleppen hun positie behouden, ongeacht het effectieve percentage
verse lucht.
20.8.1.2
"Adaptieve" besturing
De "adaptieve" besturing corrigeert de opening van de schuifkleppen volgens het percentage vereiste verse lucht.
Deze sturing kan enkel actief zijn wanneer er een luchtmengel-sonde aanwezig is.
De controller berekent de theoretische waarde van het luchtmengsel aan de hand van de temperatuurwaarden van
de retourlucht, de buitenlucht en het relatieve openingspercentage van de schuifkleppen.
De controller vergelijkt de berekende waarde van het luchtmengsel met de gemeten waarde en corrigeert m.b.v. een
PID-regelaar het dempersignaal totdat het verschil is weggewerkt.
20.8.2 Besturing van de schuifkleppen
De controller kan de aanpassing van de schuifkleppen lineair of proportioneel regelen.
Door "lineaire" besturing kan het schuifklep worden geopend met een hellingshoek gelijk aan het vereiste
openingspercentage.
Door "proportionele" besturing kunnen de schuifkleppen zich instellen met een luchtdoorgangsopening gelijk aan het
vereiste openingspercentage van de maximum beschikbare opening.
Alle units uitgerust met kleppen zijn standaard ingesteld op "proportionele" besturing.

20.8.3 Starten van de unit

Bij de start van de unit is het mogelijk dat er bepaalde functies zijn ingesteld die speciale afstellingen van de
schuifkleppen vereisen.
Als de functies "reiniging" of "recirculatie" niet werden ingesteld bij de start van de unit, zal de controller hun opening
instellen op het percentage ingesteld voor luchtverversing, ongeacht het aantal aanwezige kleppen.

20.8.4 Reiniging

Reiniging is de vervanging van de omgevingslucht. Dit betekent dat alle retourlucht wordt uitgestoten en alle
buitenlucht in de kamer wordt gestuurd.
Als de reiniging is gepland bij opstarting van de unit, moet de parameter "DA52" ingesteld zijn op "1".
Tijdens de reiniging houdt de controller de uitstotings- en buitenluchtkleppen op de ingestelde maximale opening en
de recirculatieklep in de overeenkomstige sluitpositie, gedurende de tijdsduur ingesteld in parameter "DA54".
De waarde van parameter "DA53" ingesteld op "0" geeft aan dat de reiniging plaatsvindt zonder tussenkomst
van luchtthermoregulatie. Met de waarde van parameter "DA53" ingesteld op "1", zal de temperatuurregeling zijn
aangeschakeld tijdens de reiniging.
Als reiniging plaatsvindt met actieve thermoregulatie, dan is het mogelijk dat de kleppenstand wordt beïnvloed door
bepaalde werkcondities van de compressoren.
De toets voor handmatige onderbreking van de duur (t.o.v. de duur ingesteld in parameter "DA54") knippert op het
hoofdmasker wanneer de reinigingsbeurt bezig is.
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
136
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645203-1

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières