Comutech 100701 Mode D'emploi page 42

nieuwe voertuigen}, de ampèremeter een volle lading weergeven wanneer het laadproces nog
maar net is begonnen.
Opmerking: koude accu's (kouder dan 0 °C} beginnen te laden aan een lage snelheid, die daarna
versnelt naarmate de accu warmer wordt. Vanaf de accu licht herladen is, herneemt het
laadproces zijn normale ritme. Bevroren accu's niet laden.
ACCU'S MET KORTSLUITING worden in de ampèremeter gekenmerkt door een laadpiek
aan het begin van het laadproces. Als de naald na 5-10 minuten niet beweegt, bevindt zich in de
accu waarschijnlijk een kortsluiting. Ontkoppel de lader en laat de accu controleren door een
erkend technicus.
JUMPSTARTER (Snellading 5-10 min.)
Opmerking: De hoge intensiteitsuitgang helpt auto's met een lege accu op te starten. Bepaalde
nieuwe auto's met boordcomputers kunnen tijdens dit proces beschadigd raken. U dient
de bestuurdershandleiding aandachtig te lezen voor deze procedure te gebruiken.
1. Sluit de lader aan op de accu zoals aangegeven op pagina's 7 en 8 maar laat de accukabels
aangesloten.
2. Installeer de lader om de accu gedurende 5-10 minuten te herladen, afhankelijk van de
laadsnelheid, die is aangepast aan de accuwaarde.
3. Zet de functieschakelaar op 55 A.
4. Probeer na 5-10 min. het voertuig te starten. Als het binnen de 12 seconden niet start, stop
dan en laat de lader 4 minuten rusten. Na de pauze kan het nuttig zijn om de accu te herladen
zoals uitgelegd in stap 2, vooraleer dit proces te herhalen tot het voertuig start.
Opmerking: Als de starter van het voertuig blijft draaien, maar de motor niet start na enkele
pogingen, dan kunt u een ander probleem hebben, dat niet met de acculading te maken heeft.
Probeer de auto niet meer te starten of de accu te laden tot u het probleem lokaliseert en
verhelpt.
Langdurige pogingen een auto te starten kunnen de starter van het voertuig beschadigen.
ONDERHOUD
OPGELET: Het netsnoer uit het stopcontact halen voor elke inspectie, onderhoud of
reinigingsprocedure.
1. Inspecteer voor elk gebruik de algemene staat van de acculader. Controleer of er geen
schroeven zijn verdwenen, scheuren of beschadigde onderdelen zijn, of de elektriciteitskabels
niet beschadigd zijn of andere elementen de werking van de lader beïnvloeden. Herstel bij de
het minste probleem de lader vooraleer hem verder te gebruiken. Een beschadigde lader niet
gebruiken.
2. De schroeven regelmatig controleren.
3. Na elk gebruik de kabels en klemmen reinigen en een licht smeervet aanbrengen.
4. Bewaren op een droge en schone plaats.
42