Comutech 100701 Mode D'emploi page 36

b. Zorg voor veel proper water en zeep in de nabijheid, indien er zuur belandt op de huid, de
kleren of de ogen.
c. Draag een beschermingsbril en een volledige kledingbescherming. Vermijd het uw ogen aan
te raken wanneer u in de buurt van de accu werkt.
d. Als het zuur van de accu in contact komt met huid of kleren, was u dan onmiddellijk met
water of zeep. Als het zuur in het oog belandt, spoel het oog dan onmiddellijk met koud
stromend water gedurende minstens 10 minuten en raadpleeg onmiddellijk een arts.
e. Nooit roken of een vonk of vlam uitlokken in de nabijheid van de accu of de motor.
f. Wees uiterst voorzichtig en verklein het risico om een metaal voorwerp op de accu te laten
vallen. Dat kan een vonk of kortsluiting uitlokken of een ander elektrisch apparaat activeren,
wat een ontploffing kan veroorzaken.
g. Verwijder persoonlijke voorwerpen in metaal, zoals ringen, armbanden, halskettingen en
horloges als u werkt in de nabijheid van een lood-zuuraccu. Een lood-zuuraccu kan een
voldoende hoge stroom opwekken om een ring of vergelijkbaar voorwerp aan metaal vast te
lassen, wat zware verbrandingen kan veroorzaken.
h. Gebruik deze lader alleen om LOODaccu's mee op te laden. Hij is niet geschikt om een
elektrisch systeem op laagspanning te voeden, tenzij in toepassingen voor een auto. De
acculader niet gebruiken om de droge batterijen op te laden die tegenwoordig in
huishoudtoestellen worden gebruikt. Deze batterijen kunnen ontploffen, beschadigingen
veroorzaken en personen verwonden.
i. Een bevroren accu NOOIT opladen.
11. DE ACCULADER KLAARMAKEN
a. Als het nodig blijkt de op te laden accu uit het voertuig te verwijderen, verwijder dan altijd
eerst de aardklem van de accu. Zorg ervoor dat alle accessoires in het voertuig zijn
uitgeschakeld, om een boogontlading te vermijden.
b. Zorg ervoor dat de zone rond de accu goed verlucht is tijdens het laden van de accu. De
gassen kunnen worden verdreven met behulp van een niet metalen voorwerp, een stuk karton of
een ventilator.
c. Reinig de accupolen. Let erop dat de corrosie niet met de ogen in contact komt.
d. Voeg in elke cel gedistilleerd water toe tot het accuzuur het niveau bereikt dat door de
fabrikant is aangeduid. Hierdoor wordt het overtollige gas uit de cellen verdreven. Vul niet te
ver bij. Voor een accu zonder vuldoppen volgt u aandachtig de oplaadinstructies van de
fabrikant.
e. Bestudeer alle specifieke voorzorgen van de fabrikant met betrekking tot de batterijen, zoals
het al dan niet verwijderen van de vuldoppen tijdens het laden en de aanbevolen laadsnelheid.
f. Bepaal de accuspanning door de bestuurdershandleiding van het voertuig te raadplegen en
controleer of de uitgangsspanningsregeling van de lader op de juiste waarde staat. Als de lader
beschikt over een regelbare laadsnelheid, laad de accu dan eerst op aan de laagste snelheid.
12. PLAATSING VAN DE LADER
a. Plaats de lader zover mogelijk van de accu als de kabels dat toelaten.
b. Plaats de lader nooit rechtstreeks boven de opgeladen batterij, want de accugassen kunnen de
lader corroderen en beschadigen.
36