Alleen Voor De Frisse Lucht Inlaatstand; Instellen Van De Bedieningsstand; Uitlaattemperatuurregeling - Panasonic S-224ME2E5 Mode D'emploi

Alleen voor de FRISSE LUCHT INLAATSTAND

Dit product brengt frisse lucht van buiten het gebouw in en regelt de luchttoevoer af op de huidige binnentemperatuur.
1. Automatische koel- en verwarmingsstand
Vanwege het temperatuurverschil tussen de buitenlucht en de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening kan er auto-
matisch worden bepaald of er gekoeld of verwarmd moet worden.
Bij groepsbediening is instelling mogelijk wanneer alle binnenunits in hetzelfde koelmiddelcircuit bestaan uit een enkele
groep. (Blz. 46)
1 Koelstand
2 Ventilatorstand
3 Verwarmingsstand
Voorbeeld: Als de temperatuur op de afstandsbediening is ingesteld op 20°C
(–5)
3 Verwarmingsstand
2. Koelstand
We bevelen u aan om de temperatuur op de afstandsbediening hoger in te stellen dan 24°C.
Als de temperatuur van de inlaatlucht hoger wordt dan de op de afstandsbediening ingestelde temperatuur, werkt het toe-
stel in de koelstand. Als de temperatuur van de inlaatlucht daarentegen lager wordt dan de ingestelde temperatuur, werkt
het toestel in de ventilatorstand.
3. Verwarmingsstand
We bevelen u aan om de temperatuur op de afstandsbediening in te stellen op 16°C.
Als de temperatuur van de inlaatlucht lager wordt dan de op de afstandsbediening ingestelde temperatuur, werkt het toe-
stel in de verwarmingsstand. Als de temperatuur van de inlaatlucht daarentegen hoger wordt dan de ingestelde tempera-
tuur, werkt het toestel in de ventilatorstand.
4. Ventilatorstand
In gematigde klimaten kan de toevoer van frisse buitenlucht passieve koeling bieden.
OPMERKING
De instelling van de uitlaattemperatuur wordt niet aangegeven op de afstandsbediening. Als u de temperatuurinstellingen wilt ver-
anderen, moet u contact opnemen met de dealer waar u de apparatuur heeft aangeschaft.
Dit product regelt de uitlaattemperatuur zelf.
De instelling van de uitlaattemperatuur af fabriek is zoals hieronder staat aangegeven.
Koelstand: De uitlaattemperatuur is ingesteld op 18°C. (De compressor blijft opstarten en stoppen als de uitlaattemperatuur
 
Verwarmingsstand: De uitlaattemperatuur is ingesteld op 45°C. (De compressor blijft opstarten en stoppen als de uitlaattem-
 

Instellen van de bedieningsstand

: Als de buitentemperatuur 5°C hoger is dan de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
: Als de buitentemperatuur en de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening zich binnen
±5°C van elkaar bevinden.
: Als de buitentemperatuur 5°C lager is dan de ingestelde temperatuur op de afstandsbediening.
Temperatuurbereik buiten (°C)
0 10
15
Uitlaattemperatuur inge-
steld op 45°C
In het algemeen verdient het aanbeveling om de automatische koel- en verwarmingsstand in te schakelen.

Uitlaattemperatuurregeling

lager wordt dan 18°C.)
peratuur lager wordt dan 45°C.)
(–5) (+5)
30
20
25
2 Ventila- 1 Koelstand
torstand Uitlaattemperatuur
Uitlaattempe- ingesteld op 18°C
ratuur inge-
steld binnen
een bereik van
15 - 25°C
40 (43)
N
EDERLANDS
47