Télécharger Imprimer la page

Apparatuur Aansluiten; Werking; Basisinstelling Van De In- En Uitgangskanalen; Voorbereiding - IMG STAGELINE MPX-470 Mode D'emploi

Publicité

4 Apparatuur aansluiten

Schakel het mengpaneel uit, alvorens toestellen aan
te sluiten resp. bestaande aansluitingen te wijzigen.
1) Sluit de stereogeluidsbronnen aan op de over-
eenkomstige cinch-ingangsjacks van de kanalen
1 – 4 (witte jack LEFT = linker kanaal; rode jack
RIGHT = rechter kanaal):
- CD-spelers op de jacks CD (37); evt. kan hier
ook andere apparatuur met een lijnniveau-uit-
gang worden aangesloten
- apparatuur met lijnniveau-uitgang (b. v. mini-
disk-recorder, tuner, cassetterecorder) op de
jacks LINE (35)
- platenspelers met magnetisch element op de
jacks PHONO (36). Verbind de massa-aan-
sluiting van de platenspelers met de betref-
fende klemschroef GND (40) erboven.
2) Sluit een DJ-microfoon aan op de XLR-jack DJ
MIC (1) of op de 6,3 mm-jack DJ MIC (38).
3) Wenst u een stereo-effectenapparaat in te scha-
kelen, sluit u de ingang hiervan aan op de jacks
SEND (34) en de uitgang op de jacks RETURN
(33).
4) Sluit de versterker(s) aan op de gebalanceerde
XLR-masteruitgang BALANCED (29) en/of de
ongebalanceerde cinch-masteruitgang MASTER
(30).
5) Indien u over een monitorinstallatie beschikt, sluit
u de versterker van de monitorinstallatie aan op
de stereo-uitgang BOOTH (31).
6) Indien u geluidsopnames wenst te maken, sluit u
het opnametoestel aan op de uitgang REC (32).
Het opnameniveau is onafhankelijk van de stand
van de masterregelaar (24).
7) De kanalen kunnen via een stereohoofdtelefoon
(impedantie ≥ 8 Ω) vóór de schuifregelaars worden
beluisterd (zie hoofdstuk 5.5 "De kanalen voorbe-
luisteren"). Sluit de hoofdtelefoon aan op de jack
PHONES (17) op de voorzijde van het apparaat.
8) Om bestuurbare platen- en CD-spelers afstands-
bediend te starten, verbindt u de besturingsin-
LOW) en de middentonen (regelaar MID). Corri-
geer eventueel het kanaalniveau na de instelling
van de klank met de bijbehorende regelaar GAIN.
4) Herhaal deze procedure telkens voor de kanalen
2 tot 4.

5.1.4 Het uitgangsniveau instellen

1) Stuur met de masterregelaar MASTER (24) de
masteruitgangen (29 en 30) optimaal uit aan de
hand van de uitgang-VU-meter MASTER LEVEL
(5). In principe wordt een optimale uitsturing
bereikt, wanneer de VU-meter bij gemiddeld
luide passages waarden in het bereik van 0 dB
aanduidt.
Indien het uitgangsniveau op de masteruit-
gangen voor het nageschakelde apparaat echter
te hoog is, dan moet de regelaar overeenkomstig
worden dichtgeschoven.
Indien het uitgangsniveau voor het nagescha-
kelde apparaat daarentegen te laag is, stelt u de
niveauschakelaar OUTPUT VOLTAGE (28) voor
de masteruitgangen in op "2 V". (Omdat het men-
selijke gehoor veranderende geluidsvolumes lo-
garitmisch waarneemt, resulteert de verdubbel-
ing van het uitgangsniveau naar 2 V niet in de
verdubbeling van het volume, maar slechts een
versterking van 6 dB.)
2) Stel voor de uitgangen BALANCED (29) en
MASTER (30) de balans in met de regelaar
BALANCE (25).

5.2 Tussen twee kanalen regelen

Met de crossfader (20) kan u tussen twee van de
kanalen 1 – 4 mengen.
1) Selecteer met de toewijzingsschakelaar C.F.
ASSIGN A (19) het kanaal dat naar de zijde "A"
van de crossfader moet worden geschakeld en
met de schakelaar C.F. ASSIGN B (22) het
kanaal voor de zijde "B".
2) Met behulp van de crossfader kan u nu regelen
tussen de geselecteerde kanalen:
gangen van deze apparatuur telkens met de
overeenkomstige jack START (39) van het meng-
paneel, zie ook hoofdstuk 5.8 "Platen- en CD-
spelers afstandsbediend starten".
9) Verbind ten slotte de netadapter met de driepo-
lige jack 15 V~/1,5 A (27) voor de voedingsspan-
ning en plug de netadapter in een stopcontact
(230 V~/50 Hz).

5 Werking

Plaats de masterregelaar (24) en de monitorrege-
laar BOOTH (7) in de minimumstand, alvorens in te
schakelen. Zo vermijdt u luide inschakelploppen.
Schakel vervolgens het mengpaneel in met de
POWER-schakelaar (26) op de achterzijde van het
apparaat. De LED POWER ON (6) licht op. Schakel
vervolgens de aangesloten apparatuur in.
Opgelet! Stel het volume van de geluidsinstalla-
tie en dat van de hoofdtelefoon nooit
zeer hoog in. Langdurige blootstelling
aan hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt aange-
past aan hoge volumes die na een tijdje
niet meer zo hoog lijken. Verhoog daar-
om het volume niet nog meer, nadat u
er gewend aan bent geraakt.
Schakel het mengpaneel na gebruik weer uit met de
POWER-schakelaar. Wanneer u het mengpaneel
langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker van de
netadapter uit het stopcontact, omdat de netadapter
zelfs bij uitgeschakeld mengpaneel toch een
geringe hoeveelheid stroom verbruikt.
Wanneer de crossfader naar links wordt ge-
schoven:
Het kanaal inmengen dat naar de linkerzijde
van de crossfader is geschakeld
Het kanaal uitmengen dat naar de rechterzijde
van de crossfader is geschakeld
Wanneer de crossfader naar rechts wordt ge-
schoven:
Het kanaal inmengen dat naar de rechterzijde
van de crossfader is geschakeld
Het kanaal uitmengen dat naar de linkerzijde
van de crossfader is geschakeld
3) Met de toets C.F. REVERSE (21) kunnen de toe-
gewezen kanalen voor de crossfader worden
omgewisseld resp. is een zeer snelle omwisse-
ling tussen deze kanalen mogelijk:
Toets niet ingedrukt (LED erboven licht niet op)
de toegewezen kanalen liggen normaal.
Toets ingedrukt (LED erboven licht op)
de toegewezen kanalen zijn omgewisseld.
4) Met de regelaar C.F. CURVE (18) kan u de regel-
karakteristiek voor de crossfader traploos in-
stellen:
Indien de regelaar helemaal naar links in de
stand FLAT is gedraaid, wordt met de crossfader
zacht gemengd (niveau van het ingemengde
kanaal stijgt langzaam, terwijl het niveau van het
uitgemengde kanaal langzaam daalt). Hoe ver-
der de regelaar C.F. CURVE naar rechts wordt
gedraaid, hoe abrupter het mengen gebeurt.
5) Indien de crossfader naar links is geschoven,
dan kan in de tussentijd voor de rechter zijde met
de schakelaar C.F. ASSIGN B een ander kanaal
en/of met de overeenkomstige ingangsschake-
laar (3) een ander apparaat worden geselec-
teerd. Hetzelfde geldt voor een crossfader die
naar rechts is geschoven.
Van alle niet gebruikte ingangskanalen moe-
ten de bijbehorende regelaars (16) worden dicht-
geschoven (stand "0") om eventuele interfere-
rende stralingen te vermijden.
5.1 Basisinstelling van de in- en uitgangs-
kanalen

5.1.1 Voorbereiding

1) Draai eerst de vier regelaars GAIN (2), alle 15
klankregelaars (10) en de balansregelaar (25) in
de middelste stand.
2) Plaats de vijf regelaars EFF (11) en de regelaar
RETURN (23) helemaal links in de stand "0".
3) Draai de beide toewijzingsschakelaars C.F.
ASSIGN (19 en 22) in de stand "0".
4) Stel de keuzeschakelaar OUTPUT VOLTAGE (28)
voor het niveau aan masteruitgangen in op "1 V".
5) Schakel eerst het kanaal DJ MIC uit met de
tuimelschakelaar (12) [linker stand OFF].
5.1.2 De kanalen 1 – 4 uitsturen
1) Selecteer met de keuzeschakelaars (3) telkens
de ingang waarop de geluidsbron is aangesloten
resp. selecteer het gewenste apparaat, wanneer
twee apparaten op één kanaal zijn aangesloten.
2) Stuur een geluidssignaal (testsignaal of muziek-
fragment) naar elk van de kanalen.
3) Stuur de ingang met de bijbehorende regelaar
GAIN (2) optimaal uit aan de hand van de over-
eenkomstige niveau-LED (4): Bij luide passages
moet de groene LED "0 dB" oplichten. Indien
nodig, kan de regelaar GAIN ook helemaal op
MIN resp. MAX worden gedraaid.
4) Plaats de bijbehorende regelaar (16) ongeveer in
de stand "7".

5.1.3 Instelling van de klank

1) Schakel alle apparatuur uit of in pauze, behalve
dat op kanaal 1 is aangesloten.
2) Schuif de masterregelaar MASTER (24) eerst
open tot het signaal hoorbaar is via de geluidsin-
stallatie en de klank optimaal kan worden inge-
steld.
3) Stel de klank met de klankregelaars (10) in door
versterken (max. 15 dB) of dempen (tot 30 dB!) van
de hoge (regelaar HIGH) en lage tonen (regelaar

5.3 De aangesloten geluidsbronnen mengen

1) Plaats de beide toewijzingsschakelaars C.F.
ASSIGN (19 en 22) in de stand "0".
2) Stel met de schuifregelaars (16) van de ingangs-
kanalen de gewenste volumeverhouding van de
geluidsbronnen onderling in: Stuur de geluidsbron-
nen die het luidst te horen moeten zijn, optimaal uit
(zie hoofdstuk 5.1.2) en verminder het niveau van
de overige geluidsbronnen overeenkomstig.
Plaats de niveauregelaar van een ongebruikt
kanaal in de minimumstand.
3) Stel met de masterregelaar MASTER (24) het
niveau in van de masteruitgangen (29 en 30) aan
de hand van uitgangs-VU-meter MASTER
LEVEL (5) [zie hoofdstuk 5.1.4].

5.4 Aankondigingen via de DJ-microfoon

1) Om de DJ-microfoon op de jack DJ MIC (1 of 38)
in en uit te schakelen evenals om de talkover-
functie te activeren, plaatst u de tuimelschake-
laar (12) in de overeenkomstige stand:
OFF (linker stand)
De microfoon is uitgeschakeld.
ON (middelste stand; LED boven de schakelaar
licht op)
De microfoon is ingeschakeld, de talkover-
functie evenwel nog uitgeschakeld.
TALKOVER (rechter stand; LED licht op)
De microfoon is ingeschakeld en de talkover-
functie geactiveerd. Tijdens een aankondiging
via de microfoon worden de niveaus van de
kanalen 1 – 4 automatisch met 15 dB gedempt.
2) Schuif eerst de schakelaar PAD (9) in de onder-
ste stand. Op deze manier schakelt u een hoge
microfoongevoeligheid in.
3) Stel met de regelaar LEVEL (8) het geluidsvo-
lume van de aankondiging via de microfoon in.
(Opmerking: In de stand "0" is het volume niet op
nul, maar zeer laag ingesteld.) Indien het geluids-
volume te hoog mocht zijn, schuift u de schake-
laar PAD in de bovenste stand. Zo wordt de
NL
B
17

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

20.1770