dorma G-EMR Instructions De Montage page 7

DORMA
DORMA
MONTAGEHANDLEIDING
Technische specificaties EMR
Ingang:
Uitgang:
Beveiligingsgraad:
Veiligheidsklasse:
Rookmelders:
Temperatuur:
Technische specificaties EMF
Bedrijfsspanning:
Vermogensopname:
Inschakelduur:
Uittrekmoment:
Deuropeningshoek:
De aansturing geschiedt via de ingebouwde
rookmeldcentrale RMZ.
• Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen
uitsluitend door daartoe bevoegden worden
uitgevoerd.
• Controleer voor aanvang van de installatie of de
aansluitkabel (230 V AC) spanningsloos is.
• In het betreffende netvoedingcircuit dient een
10A / B veiligheidsautomaat te zijn opgenomen.
Deze dient tegelijk als scheidingsschakelaar om de
RMZ spanningvrij te kunnen maken.
• De netvoedingskabel met voldoende trekontlasting
in de RMZ monteren.
• De dikte van de netvoedingskabel (NYM) is
max. 1,5 mm
gebruikt. Desgewenst is klem PE voor aansluiting van
een aardleiding beschikbaar.
• Brandmelders voor het schakelen van
vastzetinrichtingen mogen geen andere
alarmeringsinstallaties – zoals apparatuur voor het
signaleren van brand – aansturen.
• Wanneer de "alarmmodule" wordt gebruikt, moet
de aansluitkabel zodanig worden verlegd dat het
binnendringen van rook niet wordt belemmerd.
Rookmeldcentrale

Elektromagnetische vastzetinrichting

Rookmelder

DORMA HT – Onderbrekerschakelaar voor

vastzetinrichtingen
Deze mag niet door de vastgezette deur worden
afgedekt.
Richtlijnen voor vastzetinrichtingen van het Institut für Bautechnik, Berlijn.
1 ) 1 ) 1 ) 1 ) 1 )
G - EMR
230 V AC +10%/-15%
120 mA/28 VA / 50 Hz
24 V DC /460 mA / 11 W
IP 30
II
24 V DC/50 mA
-20°C/+60°C
24 V DC
1,4 W
100 % ED
ca. 25 - 65 Nm bij 90°
openingshoek (afhankelijk van de
op de dranger ingestelde
sluitkracht).
max. 140°
2 . De aardleiding wordt elektrisch niet
☞
1)
☞
1) 1) 1) 1) 1)
De vastzetinrichting EMR wordt gemonteerd, wanneer
a
het plafond aan één van beide zijden van de deur
minder dan 1 m boven de onderzijde van de
☞
bovendorpel ligt.
1) 1) 1) 1) 1)
Zie voor aansluitschema's het los bijgevoegde blad.
b Indien het plafond aan één of aan beide zijden van de
deur meer dan 1 m boven de onderzijde van de
bovendorpel ligt, moeten behalve de EMR ook twee
plafondmelders worden geïnstalleerd.
Zie voor aansluitschema's het los bijgevoegde blad.
1a
Montage aan de scharnierzijde
Bevestigingspunten voor deurdranger en glijarm
2
volgens sjabloon TS 93 B en maatschema 1a
voorboren. Voor de aansluitkabel 230 V AC Ø12 mm
en voor de verbinding naar de eventueel benodigde
plafondmelders en handschakelaar gaten van Ø 8 mm
boren en kabels installeren.
1b
Montage aan de dagzijde
Goedkeuring van de lokale brandpreventieofficier
2 voor toepassing op brand- en rookwerende deuren is
tevens vereist.
Bevestigingspunten voor deurdranger en glijarm
volgens sjabloon TS 93 G en maatschema 1 b
voorboren. Voor de aansluitkabel 230 V AC Ø12 mm
en voor de verbinding naar de eventueel benodigde
plafondmelders en handschakelaar gaten van Ø 8 mm
boren en kabels installeren.
3a Deurdranger en hoofdarm volgens handleiding TS 93
monteren.
3b
Montageplaat opschroeven.
4a EMR unit monteren.
Hoofdarm volgens handleiding TS 93 met het glijstuk
verbinden en de deurdranger afstellen.
4b
Glijarm 180° draaien. Kabel van de EMF-eenheid naar
voren leggen. EMR unit opnieuw monteren.
Hoofdarm volgens handleiding TS 93 met het glijstuk
verbinden en de deurdranger afstellen.
5
Aansluitklemmen EMR
☞
1) 1) 1) 1) 1)